De hoofddoek: een tip van de sluier opgelicht

DOOR SARAH DECLERCQ. Moslima’s en de hoofddoek: het blijft een gevoelige kwestie. Een die nog te vaak met een westerse blik wordt bekeken. Velen zien de hoofddoek als een symbool van onderdrukking, een aanloop naar radicalisme. Maar wat weten we echt over die hoofddoek? En doen we er niet beter aan moslima’s te betrekken in onze discussies erover, in plaats van ze op te zadelen met een verbod?

Geschreven door Sarah Declercq. Ze heeft een bachelor in de politieke wetenschappen. Ze tweet via @Sarah_DCQ

Steeds meer wordt in het Westen de islamitische identiteit geproblematiseerd. Gaande van de manier van slachten voor het offerfeest tot minaretten op moskeeën. Maar een van de meest controversiële religieuze symbolen blijft de hoofddoek. Gesprekken met moslimvriendinnen leerden me dat de keuze voor het dragen van een hoofddoek hen soms in moeilijke situaties brengt, waar erkenning en respect voor hun identiteit soms ver te zoeken zijn.

Sarah Declercq

Sarah Declercq

Door een westerse bril

In het Westen wordt de hoofddoek nog vaak als een symbool van onderdrukking van de moslimvrouw gezien. Er wordt te vaak gekeken naar andere culturen met eigen cultuur, eigen opvattingen, eigen waarden in het achterhoofd. Er wordt te weinig geprobeerd om de cultuur van binnenuit, vanuit de lokale context te begrijpen. Dat is des te opvallender in hoe gesproken wordt over het Midden-Oosten.

Een sprekend voorbeeld is een radio-interview van Laura Bush. Op 17 november 2001 – haar man, George W. Bush, had net de War on Terror aangekondigd – sprak ze de Verenigde Staten toe. Haar speech moedigde vrouwen aan om de War on Terror en interventie in Afghanistan goed te keuren “because of our recent military gains in much of Afghanistan, women are no longer imprisoned in their homes. … They no longer have to veil themselves…. The fight against terrorism is also a fight for the rights and dignity of women”.

De verrassing was groot toen de Taliban werd verdreven. Vrouwen bleken hun burqa helemaal niet weg te gooien. En ze ervoeren hem ook niet als een vorm van onderdrukking. Laura Bush vergat dat vele vrouwen in Afghanistan zich ook al vóór de Taliban bedekten. De burqa was de typische klederdracht van Pashtun vrouwen – één van de verschillende etnische groepen in Afghanistan. De burqa en andere vormen van bedekking zoals de verschillende soorten hoofddoeken staan eerder voor de symbolische scheiding tussen de mannelijke en vrouwelijke sfeer en dienen als bescherming voor vrouwen. Leila Ahmed – een auteur over feminisme in islam – beschrijft de hoofddoek als een ‘mobiele thuis’, die vrouwen de kans geeft om zich in de publieke sfeer te begeven met de bescherming van ‘eigen thuis’ mee.

Gesluierd verzet

Dit hoeft niet te betekenen dat alle moslima’s de hoofddoek als mobiele thuis, als bescherming, als symbolische scheiding nodig hebben of dat de hoofddoek nog steeds deze betekenis draagt. Dit toont wél aan dat er andere interpretaties mogelijk zijn dan de hoofddoek enkel te zien als een symbool van de zogezegde inferioriteit van de vrouw aan de man.

Het dragen van de hoofddoek is voor vele vrouwen een belangrijk deel geworden van hun geloofsbetuiging. Spijtig genoeg wordt dat niet altijd als dusdanig erkend. Denk maar aan het ‘hoofddoekenverbod’. De godsdienstvrijheid is grondwettelijk verankerd, maar toch wordt nog te vaak aan moslima’s gezegd hun hoofddoek af te nemen. Daardoor wordt niet alleen een deel van hun identiteit ontkend, maar wordt ook het beoefenen van hun geloof ingeperkt. Met die gedachte in het achterhoofd, kan je het dragen van een hoofddoek ook beschouwen als een vorm van verzet.

(c) KU Leuven - Rob Stevens

(c) KU Leuven – Rob Stevens

Beschermen tegen onderdrukking

De beperking van de godsdienstvrijheid uit zich ook in het publieke leven. Werk vinden is geen evidentie voor wie een hoofddoek draagt. Ook in vele scholen wordt gevraagd om de hoofddoek aan de schoolpoort af te nemen en dus wordt aan jonge meisjes gevraagd een deel van hun identiteit aan de schoolpoort achter te laten. Dit gaat niet alleen in tegen het recht op godsdienstvrijheid en vrije beoefening, maar – nog veel belangrijker – het gaat in tegen een fundamenteel recht om jezelf te zijn.

De redenering achter dergelijke maatregelen zit vaak in het tegengaan van de onderdrukking van de vrouw. Zeker scholen argumenteren dat zij niet willen dat hun leerlingen toegeven aan groepsdruk omdat vele andere meisjes een hoofddoek dragen. Is het de wetgevers écht om die onderdrukking te doen of hebben we als maatschappij moeite met een toenemende, zichtbare aanwezigheid van de islam?

We mogen inderdaad sterk optreden tegen mogelijkse onderdrukking. Maar we mogen ook niet in het ander extreem vallen waarbij we in naam van de strijd tegen onderdrukking, jonge moslimvrouwen het recht ontnemen zichzelf te zijn, het recht op een eigen identiteit ontnemen en zo zelf onderdrukken. Er moet een balans gezocht worden en in het zoeken daarnaar mogen we niet vergeten dat het niet alleen jonge moslimvrouwen zijn die onder groepsdruk lijden. Denken we maar aan de Westerse mode-industrie. De groepsdruk op vele Westerse vrouwen om te voldoen aan hun schoonheidsidealen, te diëten, zich ‘sexy’ of volgens de laatste nieuwe trends te kleden is niet min… Daarenboven bestaat de pedagogische taak van een school erin jongeren klaar te stomen voor een positie in de maatschappij. In de huidige maatschappij word je constant geconfronteerd met groepsdruk. Zomaar dingen verbieden, tot in het belachelijke – zoals het recente voorbeeld van het verbod op de maxirok in een Brusselse en Mechelse school, gaat dit niet oplossen. Zouden scholen dan niet beter jongeren begeleiden in het correct omgaan met groepsdruk?

Samenspraak

Moeten we dan kiezen voor een volledige vrijheid voor het dragen van een hoofddoek, tot zelfs een burqa toe? Het antwoord op deze vraag is niet zo eenvoudig. Waar ik alvast wél voor wil pleiten is om deze discussie mét moslima’s te voeren en niet over hun – al dan niet gesluierde – hoofden heen.

Als we als maatschappij kiezen voor een gelijkheid van alle burgers, dan klopt het niet dat de betrokken burgers hier nauwelijks in gehoord worden, maar dat wij toch wel best weten wat goed voor hen is. Deze paternalistische houding zorgt ervoor dat mensen zich tweederangsburgers voelen. Het wordt tijd dat we afstappen van het “wij versus zij” discours, maar een “wij samen” politiek gaan voeren. Enkel zo kan religieuze radicalisering aangepakt worden en kunnen we tot een weerbare democratie komen. Want, hoe lyrisch we soms ook zijn over “alle vrijheden die we hier mogen genieten”, een fundamentele vrijheid wordt van moslima’s afgenomen. En dan is er de lokroep van radicale groeperingen…


8 comments

  1. Wereldwijd lijden zowel moslims als niet-moslims onder de Islam en telkens zijn vrouwen de grootste slachtoffers.De Islam is een intolerante ideologie bij uitstek, waarin vrouwen als tweederangs burgers worden beschouwd.Moslima’s worden als een soort minderjarigen beschouwd, die altijd van een man afhangen.Ze mogen niet eens zelf bepalen of ze de deur uitmogen; het is haar mannelijke voogd die bepaalt of ze dit wel of niet mag.Vrouwen en meisjes zijn in den moslimwereld nooit meer dan bezittingen geweest, die gesluierd waren en in afzondering werden gehouden. Ze hebben geen ene pest te vertellen en zijn niet meer dan huissloof en seksobject….Er staat nergens in de koran dat een vrouw een hoofddoek moet dragen.Ik ben geen Korangeleerde, maar naar mijn mening zegt deze passage niets over het bedekken van het hoofdhaar, maar alleen iets over het bedekken van de borsten en het geslachtsdeel:En zij moeten sluiers over hun boezem drage en hun sieraad niet openlijk tonen, behalve aan hun echtgenoten. (Koran 24:31)…Doordat sommige vrouwen een hoofddoek dragen en anderen niet, wekt de suggestie dat er twee soorten vrouwen zijn: kuise islamitische vrouwen en uitdagende westerse vrouwen die hun seksualiteit als het ware te koop aanbieden.De hoofddoek is een scheidingssymbool tussen de westerse hoeren( ja, verkrachte’mevrouw, had u zich maar niet uitdagend moeten kleden’) en de brave volgelingen van Allah.Toch?…

  2. Ik blijf het hier toch moeilijk mee hebben.
    Ik werk veel samen met moslimmannen, en zij hameren erop dat de hoofddoek dient als een soort bescherming van de vrouw, om haar te beschermen tegen mannen én om haar respect aan Allah te uiten.
    Telkens begint dan bij mij toch de vraag te spelen, dat indien je gelooft in een almachtige godheid, je toch zou moeten aanvaarden dat je geschapen bent zoals die godheid dat wenst, en daar geen alteraties aan te gaan doen.
    Het lijkt me stug dat moslimmeisjes met de hoofddoek geboren worden.
    Hoe je het ook draait of keert, het blijft toch een manier om een onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen en de hoofddoek impliceert dat een vrouw zich zou moeten schamen voor wie ze is, dat ze van nature al zondig is, gewoon door te leven.
    Indien men de hoofddoek benoemd als een ‘bescherming tegen de blikken van mannen’, stel ik me als overtuigd feministe dan toch de vraag of het probleem niet eerder bij de starende mannen en het gebrek aan controle over hun geslachtsorgaan gaat.
    Het klopt dat de koran stelt dat een vrouw zich behoorlijk dient te kleden, maar ik denk werkelijk dat de hoofddoek daar meer een culturele interpretatie van is dan een religieuze.
    Doorheen onze geschiedenis, is de onderdrukking van vrouwen wereldwijd een groot probleem geweest. Vanuit hun mannelijk schauvinisme en een diepgeworteld angstgevoel, hebben mannen vrouwen altijd onderdrukt. (Behalve dan in matriarchale samenlevingen, die wonder boven wonder OOK werken.)
    Op vlak van cultuur, onderwijs, seksualiteit (besnijdenis) en ga zo nog maar even door.
    Ik vind het dan altijd frappant te moeten bemerken dat er nog steeds vrouwen en meisjes zijn, die zich, ondanks de negatieve conotatie van heel het hoofddoek-debacle, blijven vastklampen aan die inferieure rol van vrouwen. De hoofddoek is verworden tot een middel om uiting te kunnen geven aan de moslimidentiteit.
    Kunnen we (jonge) moslima’s niet beter begeleiden hun eigen identeit te gaan definiëren, en deze niet vast te hangen aan een geloof? Een identiteit en een geloof zijn twee zaken die volledig losstaan van elkaar.
    Toen ik me ging inschrijven aan de KUL werd ik ook geholpen door een meisje met een hoofddoek EN een allesverhullend gewaad.
    JA, ik stoor mij daar mateloos aan. En dat heeft NIETS te maken met racisme of islamofobie (naar mijn mening bij correcte interpretatie zelfs een zéér mooie religie) of wat dan ook, ik voel mij op dat moment aangevallen als vrouw.
    Iedereen moet eigen keuzes kunnen maken in het leven, akkoord, maar er zijn gewoon dingen waar op maatschappelijk vlak niemand bij gebaat is, en het dragen van kledij die intussen zeer duidelijk de conotatie van inferieuriteit van de vrouw heeft meegekregen, is er daar voor mij zeker een van. Op die manier wordt het NIET dragen van de doek ook een daad van rebellie.
    En akkoord, in onze westerse samenleving is er ook nog VEEL werk inzake desobjectifering van de vrouw daar is het het omgekeerde verhaal, ben je niet sexy, tel je niet mee), maar de klok gaan terugdraaien tot de tijd dat ‘meneer pastoor’ het nog voor het zeggen had, lijkt mij geenszins een oplossing.

    • Hoe dan ook, zolang de hoofddoek vrijwillig gedragen wordt is er geen probleem.
      Hoe meer we echter de focus op die hoofddoek leggen hoe meer het voor jonge moslimmeisjes een symbool van verzet wordt en een statement van de eigen identiteit. Uiteraard ontsnapt mij de ironie hiervan niet. Maar de betekenis van symbolen is geen statisch gegeven. Wat voor ons historisch een symbool van onderdrukking is, kan voor de huidige generatie zijn uitgegroeid tot een symbool van verzet. In die zin, wat de hoofddoek betreft en zolang die uit eigen overtuiging wordt gedragen, houden we beter onze mening/interpretatie voor onszelf.

  3. Als Nederlander kan ik uiteraard niets zeggen over de Belgische wetgeving, maar het al dan niet dragen van de hoofddoek is in Nederland ook een issue. Moslima’s worden geacht hun schoonheid voor andere mannen te bedekken, waaronder hun haar. Zoals in de blog al beschreven staat, denk ik niet veel (westerse) mensen kunnen kijken naar de hoofddoek vanuit het perspectief van de islam en de moslima. Volgens mij is de hoofddoek een keuze van de moslima en wordt zij niet verplicht deze te dragen. Uiteraard kan het zijn dat er gezinnen zijn die dit hun dochter opleggen, al dan niet met harde hand, maar dat is niet het discussiepunt hier (dan zou je naar jeugdzorg moeten om mishandeling te onderzoeken, wat ook in westerse gezinnen gebeurt). Persoonlijk vind ik een hoofddoek getuigen van meer respect dan een naveltruitje of een korte rok. Een burqa is een ander geval: men moet wel herkenbaar blijven.
    Over het punt van aanpassen: ik geloof dat het issue met aanpassen allerminst met kledingdracht te maken heeft. Aanpassen heeft met cultuur en wetgeving te maken, aanpassen aan de (sociale) leefregels van de maatschappij. Ik kan me geen voorstelling maken hoe dat zou zijn voor een moslim uit een islam-land, die naar de westerse wereld en zich moeten aanpassen zonder hun eigen cultuur en geloof te verloochenen. Laat daar maar eens wat meer naar gekeken worden.

  4. Ik denk niet dat de hoofddoek het probleem is. Jaren geleden liepen de nonnen bij ons ook met een hoofddoek, en lange kleren – met alle respect. Zij hebben zich ook aangepast aan onze huidige maatschappij.
    Maar wel de sluier en/of de burka is het probleem. Als men zijn gezicht niet durft/wil tonen, toont men ook niet zijn vrijheid. Tijdens karnaval mogen wij ook niet met maskers/onherkenbaar op straat komen (ook een beperking in onze vrijheid!). Dus: iedereen gelijk voor de -plaatselijke/Belgische – wet.

  5. Kan u een feitelijke bron vermelden die uw volgende stelling onderbouwt?
    “De verrassing was groot toen de Taliban werd verdreven. Vrouwen bleken hun burqa helemaal niet weg te gooien. En ze ervoeren hem ook niet als een vorm van onderdrukking. ”

    De volgende uitspraak vond ik ook interessant:
    “Laura Bush vergat dat vele vrouwen in Afghanistan zich ook al vóór de Taliban bedekten. De burqa was de typische klederdracht van Pashtun vrouwen – één van de verschillende etnische groepen in Afghanistan.”
    Volgens Wikipedia (I know) vormden de Pashtun “The… majority of the mujahideen groups in the 1980s and the Taliban in the 1990s.”
    Dus is het mss niet echt verwonderlijk dat binnen deze groep vrouwen al dan niet verplicht gesluierd rondliepen. De vraag is hoe groot de groep vrouwen is die tijdens het Taliban bewind in hun vrijheden werden beknot.

    Ik begrijp dat bovenstaande grotendeels los staat van de kern van uw betoog dat in vraag stelt in welke mate onze Westerse maatschappij de vrijheden van moslima’s voldoende respecteert, Maar ik vraag mij af of u een juiste inschatting kan maken of maakt (en zo ja op welke bronnen u zich dan baseert) van de onderdrukking en vrijheidsberoving van vrouwen die leven in een islamcultuur.

  6. En wat te denken over het geweld dat mannelijke familieleden uitoefenen op een vrouwelijke familielid als zij besluit geen hoofddoek te dragen? En hoeveel vrouwen zijn er in Afhanistan vermoord omdat ze weigerden de Burka nog langer te dragen? En in het onderwijs is het logisch dat de leerlingen in de klas zitten zonder hoofddeksels of sluiers.. Ziet u al de Sikhs in de klas zitten met hun tulband? Dat uit respect voor de leerkrachten en de medeleerlingen(elementaire beleefdheidsvorm) U bent bezig met de mslima’s pap in de mond te geven om zich toch maar Niet aan te passen aan onze maatschappij. Als wij naar Saoudi-Artabie gaan moeten wij ons ook aanpassen aan hun gewoontes anders worden wij stante pede uitgewezen!


Reacties zijn gesloten.