Seksueel geweld tegen mannen in conflictgebieden: een onderschat probleem

DOOR HELEEN TOUQUET. Seksueel geweld in conflictgebieden komt vaak in het nieuws. Meestal zijn het aandachttrekkende verhalen, bijvoorbeeld over jonge vrouwen die door ISIS als seksslaaf worden verkocht of massale verkrachtingen in Syrië. Minder bekend is dat ook mannen slachtoffer worden van seksueel geweld. Zij krijgen vaak niet de hulp die ze nodig hebben. Daar willen enkele activisten iets aan doen.

Geschreven door Heleen Touquet. Ze is voormalig journalist, onderzoeker en deeltijds professor aan de Faculteit Sociale Wetenschappen. Haar onderzoeksinteresses zijn sociale bewegingen, mobilisatie, nationalisme en seksueel geweld, vaak in voormalig Joegoslavië, maar ook daarbuiten. Ze tweet via @HeleenTouquet.
Heleen Touquet

Heleen Touquet

Seksueel geweld tegen mannen komt vaker voor dan je zou denken. Naar schatting komt 1 op 4 vrouwen in contact met seksueel geweld, bij mannen is dat 1 op 6. Volgens een nieuwe screeningtool, die de Ugandese organisatie Refugee Law Project ontwikkelde in samenwerking met Johns Hopkins University, zouden 1 op 3 mannelijke vluchtelingen die bij hen binnenkomen in aanraking zijn gekomen met seksueel geweld. Bij vrouwen is dat 2 op 3.

Toch gaat het grootste aandeel van de hulp naar vrouwen. De noden bij mannelijke slachtoffers zijn nochtans even groot. Vaak zijn ze uitermate getraumatiseerd en sommigen hebben ook zware fysieke problemen. In de meeste van die gevallen is ook een (dure) operatie nodig. En die vindt best zo snel mogelijk plaats.

South South Institute

Het South South Institute on Sexual Violence against Men and Boys dat eind mei plaatsvond in Cambodia, wil deze problemen bespreekbaar maken. De tweede editie van het Institute was dit jaar gewijd aan het thema “Adressing the long shadow”, of het het lange nazinderen van seksueel geweld, zowel voor mannen die als kind misbruikt werden als slachtoffers van seksueel geweld in conflictsituaties.

Op de conferentie hoorde ik de aangrijpende getuigenissen van Alain Kabenga en Julius Okwera.

Alain Kabenga © Bristlecone Project

Alain Kabenga © Bristlecone Project

Alain Kabenga is van Congolese afkomst. Hij werkte in zijn dorp in Congo als pastor van een pinksterkerk. Regeringssoldaten beschuldigden hem ervan documenten van een dissident te verbergen. Hij ontkende maar de soldaten bleven hem beschuldigen en verkrachtten hem verschillende keren. Daarop vluchtte hij naar Uganda, waar hij terechtkwam bij Refugee Law Project (RLP), dat een programma heeft voor het helpen van mannen die in aanraking kwamen met seksueel geweld.

Julius Okwera © First Step Cambodia, South South Institute

Julius Okwera © First Step Cambodia, South South Institute

Julius Okwera is een man van tachtig uit Noord-Uganda. Regeringssoldaten verkrachtten hem in 1986. Ook zijn vrouw – toen zwanger van een tweeling- werd verkracht. Zij stief later in het kraambed, samen met haar baby’s. Pas na 22 jaar sprak hij voor het eerst over zijn ervaringen, toen hij onderzoekers van RLP ontmoette.

Julius en Alain zijn allebei indrukwekkende mannen. die op een heel sterke manier getuigen over wat hen is overkomen. Niet simpel in een land als Uganda, waar door de staat gesponsorde homofobie sterk aanwezig is. Sommige mannen durven niet bekend maken dat ze ooit zijn verkracht omdat ze bang zijn om te worden beschouwd als homo. Julius en Alain moeten vaak uitleggen dat de verkrachting van mannen helemaal niets te maken heeft met homoseksualiteit. Toch is het een idee dat bij heel wat mensen leeft.

Ondanks alle tegenwerking en moeilijkheden hebben beide mannen een groep van survivors opgericht. Julius is in Noord-Uganda het hoofd van The Men of Courage, en Alain was tot voor kort de voorzitter van Men of Hope. Op regelmatige bijeenkomsten steunen en helpen deze mannen elkaar, ze doen ook aan advocacy. De Men of Hope publiceren ook een eigen magazine.

Deze Ugandese supportgroepen zijn uitzonderlijk. Ondanks het feit dat seksueel geweld tegen mannen vrijwel overal ter wereld voorkomt, rust er nog steeds een groot taboe op. Weinig mannen durven ervoor uitkomen dat ze werden verkracht, laat staan dat ze zoals Alain en Julius activist worden.

Behalve in Uganda is er in Bosnië en Kroatië ook een groeiende openheid over het thema: een film van Balkan Investigative Reporting Network in Sarajevo bracht in 2014 enkele getuigenissen van mannen. Zij werden seksueel gemarteld in een van de vele concentratiekampen tijdens de oorlog daar.

Nauwelijks media-aandacht voor mannen

Het grote aantal gevallen van seksueel geweld tegen mannen in de oorlogen in Bosnië en Kroatië was niet onbekend. De eerste rapporten van de VN en Human Rights Watch brachten de feiten meteen aan het licht. Dat ging van verkrachting met flessen tot verminken van genitaliën en het verplichten van vaders om zonen te verkrachten of andersom.

We associëren vrouwen makkelijker met zwakte en met slachtofferrol en mannen met kracht en sterkte en vooral niet met zwakte of slachtoffer-zijn.

Ondanks het grote aantal vastgelegde feiten gaat de aandacht van de media vaak vooral naar de verkrachte vrouwen. Dat is ook het geval in Syrië, waar seksuele marteling tot de orde van de dag behoort in de gevangenissen onder controle van het regime. Ook over Egypte verscheen recent een uitgebreid rapport. Zowel mannen als vrouwen zijn daarhet slachtoffer van seksueel geweld door het regime. Het doel daarvan is het intimideren en demobiliseren van politieke tegenstanders.

Waarom vooral seksueel geweld tegen vrouwen benadrukt wordt in media-rapporten is niet helemaal duidelijk, maar vermoedelijk heeft het te maken met de gender-stereotiepen en vooroordelen waar we ons soms niet helemaal bewust van zijn. Zo associëren we vrouwen makkelijker met zwakte en met slachtofferrol en associëren we mannen met kracht en sterkte en vooral niet met zwakte of slachtoffer-zijn. Daarnaast zijn vrouwen vaak een symbool voor de natie en worden berichten over seksueel geweld tegen vrouwen vaak een oproep tot (militaire) actie of wraak.

Om dit stereotiepe denken te doorbreken zijn getuigenissen van Alain Kabenga en Julius Okwera van groot belang, net als het organiseren van bijeenkomsten zoals South South Institute. De volgende editie vindt plaats in 2017 in Nieuw-Zeeland.

infografiek

© Dr. Chris Dolan