Een ongemakkelijke combinatie: doofheid en stilte

DOOR PIETER VERSTRAETE. Voorbije zondag werd de stilte opnieuw gevierd. Vanuit diverse hoeken weerklonk de roep naar “verstilling, vertraging en kwaliteitsvolle aandacht”. In een poging mijn steentje bij te dragen, stootte ik op een ongekende – en bij tijden bittere – rijkdom aan stilte-ervaringen.

Geschreven door Pieter Verstraete, docent historische pedagogiek.
pieter-verstraete

Pieter Verstraete

Het zijn hoogdagen voor de stilte. Vorige week nog werd een nieuw stiltegebied erkend door Vlaams minister van Omgeving Joke Schauvliege. In totaal staat de teller nu op acht. De erkenning van de Kolonie-Wortel te Hoogstraten was een voorsmaakje van het voorbije stilte-weekend. Naar goede traditie vond voorbije zondag namelijk de dag van de stilte plaats. Stiltewandelingen, vertoningen van documentaires rond stilte, workshops mindfullness en meditatief boogschieten. Het zijn maar enkele van de activiteiten die op het programma stonden. Zelfs de éminent grise van de Franse geschiedschrijving, Alain Corbin, zakte naar het Flagey gebouw in Brussel af om er zijn meest recente boek Histoire du silence voor te stellen. Met de verandering van zomer- naar winteruur doken we met zijn allen collectief de stilte in; een voorsmaakje van het geluid dat we hopelijk dit jaar opnieuw zullen horen: het vallen van de eerste sneeuw.

Stilte: een illusie

Het voorbije feestgedruis rond stilte zou ons bijna doen vergeten dat stilte eerst en vooral een illusie is. De plek waar stilte het sterkst kan worden beluisterd is de anechoische ruimte of dode kamer; een ruimte waar mensen het op en al een kwartier uithouden omdat de afwezigheid van geluid ons zo beangstigend in de oren klinkt. Maar zelfs in deze ruimte is het niet helemaal stil. Het suizen van ons bloed en het kloppen van ons hart doorbreken op ritmische manier de stilte waar we reeds zo lang naar toe op zoek zijn. Schrijvers die hun werkkamer isoleren, activisten die de stedelijke ruimtes stiller willen maken of pedagogen die hun studenten vragen om de eerste jaren niet te praten; het lijstje van pogingen om pure stilte te ervaren is schier eindeloos.

Niet alleen is stilte een illusie; de afwezigheid van geluid is tevens iets waar mensen op zeer verschillende wijze betekenis aan geven.

Niet alleen is stilte een illusie; de afwezigheid van geluid is tevens iets waar mensen op zeer verschillende wijze betekenis aan geven. Vraag aan een Syriër die het beleg van Aleppo heeft meegemaakt, een native American die de komst van de eerste stoomboot met zijn eigen oren heeft gehoord – wat wellicht niet meer mogelijk is – een priester die net zijn opleiding aan het seminarie is gestart of een historicus die godganse dagen in het archief doorbrengt, en de stilte zal meerstemmig zijn. Stilte is niet één, maar oneindig en hangt samen met de cultuur waarin ze wordt gehoord, de persoonlijke voorgeschiedenis van de persoon die ze hoort en natuurlijk de concrete fysische omgeving waarin men vertoeft.

Hoofdletter ‘D’

Een paar dagen geleden had ik een gesprek met een Dove collega onderzoekster uit Nederland. Ik vroeg haar op de vrouw af wat volgens haar de stilte voor Dove mensen betekende. Nee, er staat geen typefout in de voorbije zin, noch is het zo dat Dove mensen vooral Dove zouden gebruiken om zich te wassen. De hoofdletter ‘D’ staat er om een welbepaalde reden en verwijst naar het emancipatieproces dat Dove mensen sinds de jaren ’60 hebben doorgemaakt. In plaats van hun doofheid als een gebrek te beschouwen, identificeren Dove mensen zich sinds die tijd in toenemende mate als leden van een minderheidsgroep. Een groep mensen dus met een eigen geschiedenis en een eigen taal.

In plaats van hun doofheid als een gebrek te beschouwen, identificeren Dove mensen zich sinds die tijd in toenemende mate als leden van een minderheidsgroep.

Dit leidde voor wat de Vlaamse context betreft in 2007 tot de officiële erkenning van de Vlaamse gebarentaal. Deze officiële erkenning staat in schril contrast met de besluiten die werden getrokken op een internationaal congres rond dovenonderwijs in 1880. Daar werd net besloten dat de gebarentalen die ‘doofstommen’ gebruikten zoveel als mogelijk van de schoolbanken gebannen dienden te worden. Doven werd verboden om nog langer in stilte met elkaar te spreken. In plaats hiervan werden ze verplicht om zoals ‘normale mensen’ te leren spreken. De hoofdletter ‘D’ verwijst dus naar het verlangen niet langer talig onderdrukt te worden alsook naar de idee om de stilte als volwaardig communicatiemiddel te zien.

Visuele stilte

Tot mijn grote verbazing begon mijn Dove collega na de gestelde vraag naar de betekenis van stilte onmiddellijk te praten. Ja, praten, want ze was tweetalig opgevoed en beheerste dus zowel de gesproken taal als de gebarentaal. Stilte, zo begon de collega, had voor Dove mensen niet onmiddellijk met het gehoor, maar met het zicht te maken. Doven ervaren stilte wanneer ze geen beweging rond hen waarnemen of wanneer ze geen trillingen voelen. Ook de gebaren voor stilte – ten minste in de Nederlandse gebarentaal – verwijzen naar deze afwezigheid van visuele en gevoelsmatige prikkels.

Doven ervaren stilte wanneer ze geen beweging rond hen waarnemen of wanneer ze geen trillingen voelen.

Die visuele stilte is vaak deugddoend, zo ging mijn Dove collega verder, maar werd in het verleden vaak ook ingezet als middel om Doven te straffen. In de dovenscholen werden kinderen met hun gezicht naar de muur gezet, in een bezemkast of een donkere kamer opgesloten. Op die manier werden ze gedepriveerd van alle visuele prikkels die voor hen levensnoodzakelijk zijn. Het niet kunnen horen, maakt ook dat men Dove mensen ongemerkt kan benaderen en hen vanuit die stilte een klap tegen het hoofd kan geven. “Mijn vader bijvoorbeeld,” aldus de Dove onderzoekster, “kan er nog steeds niet tegen wanneer men te dicht bij zijn hoofd komt”.

Kreten van plezier … en pijn

Het meest aangrijpende verhaal dat mijn Dove collega vertelde, ging over een groep Dove jongens die op een pleintje aan het voetballen waren. Op een bepaald moment rijdt er een leerkracht langs. De man gebaart wild dat de Dove jongens moeten stoppen met voetballen en onmiddellijk op een rij gaan staan. Hij beveelt hen de broek tot op hun enkels te laten zakken en geeft hen allen een fikse stokslag op het achterwerk. Pas later ontdekken de Dove jongens dat wat de leerkracht tegen de borst stootte de kreten waren die ze tijdens het spel hadden uitgestoten; dat hij hen voor “wilde apen” had uitgescholden. “De stilte, of het niet kunnen horen van geluid dat je zelf voortbrengt”, zo besluit mijn Dove collega, “is voor Doven vaak erg beangstigend”.

Zondag werd nu al voor de derde keer de Dag van de Stilte gevierd. Terecht werden de helende kwaliteiten van “verstilling, vertraging en kwaliteitsvolle aandacht” in beeld gebracht. We mogen echter niet vergeten dat de stilte ook een stekelig kantje heeft en dat de stilte niet alleen gehoord, maar ook gezien en letterlijk gevoeld kan worden.


Eén reactie

  1. Fijn dat er aandacht is voor d/Dove mensen en gebarentalen. Toch even een kleine rechtzetting (het is een detail, hoor) : de Vlaamse Gebarentaal werd al in april 2006 door het Vlaamse Parlement erkend als de officiële taal van de Vlaamse Dovengemeenschap. En voor wie interesse heeft in gebarentalen, geef ik nog even mee dat ook aan KU Leuven onderwijs en onderzoek omtrent Vlaamse Gebarentaal is.


Reacties zijn gesloten.