Waarom we niet opteren voor een boycot

DOOR LUC SELS. “KU Leuven medeplichtig aan genocide”, zo lees ik op spandoeken van de actievoerders die hun intrek namen in een gebouw van onze universiteit. Het zijn vlijmscherpe woorden, mogelijk ingegeven door de onmacht die we allemaal voelen bij de beelden van ontmenselijkend geweld in Gaza.

Deze tekst verscheen op 22 mei in de krant De Standaard

Geschreven door Luc Sels, rector van de KU Leuven. Hij tweet via @LucSels.

“KU Leuven medeplichtig aan genocide”, zo lees ik op spandoeken van de actievoerders die hun intrek namen in een gebouw van onze universiteit. Het zijn vlijmscherpe woorden, mogelijk ingegeven door de onmacht die we allemaal voelen bij de beelden van ontmenselijkend geweld in Gaza. Natuurlijk, een universiteit heeft de macht om elke samenwerking met Israël stop te zetten. Dat is wat deze geëngageerde jongeren eisen: een boycot.

Waarom geen boycot?

Rector Luc Sels

Er zijn precedenten. Denk aan de stopzetting van samenwerking met Rusland en Iran. Die boycots zijn echter deel van of in lijn met door onze overheden ingesteld sanctiebeleid. Ik vrees dat een geïsoleerde academische boycot die de rest van overheid en samenleving ongemoeid laat meer schaadt dan baat. We isoleren en ontmoedigen zo vooral de meer progressieve krachten die precies in de Israëlische universiteiten te vinden zijn.

Ik kijk dan ook met verbazing naar de bezettingen. Niet omdat ik de bezorgdheid niet deel, wel omdat het protest zich vooral richt op universiteiten en politieke overheden ongemoeid laat. Activisme ten aanzien van universiteiten is makkelijk, want ze laten dat toe en stimuleren het soms. Activisme ten aanzien van politieke overheden is veel moeilijker, maar noodzakelijk als je grondige verandering wil realiseren.

Israëlische universiteiten zijn geen bastions van pluralisme en democratie. Het zijn geen onschuldige instituties. Maar als verandering in de hopeloos verdeelde Israëlische samenleving ergens op gang kan komen, dan wellicht toch daar. Veel onderzoekers en studenten luisteren er vandaag met afschuw naar de retoriek van Netanyahu. Alleen al dat gegeven is een reden om niet alle banden door te knippen.

Een collega uit Barcelona spiegelde me de vergelijking met het Spaanse verleden voor. Hadden alle internationale universiteiten tijdens het Franco-regime de banden met de academische gemeenschap verbroken, dan zou het veel moeilijker geweest zijn om contact te houden met de buitenwereld en na de dictatuur weer op te veren. Academische banden zijn een houvast om uit de verschrikking van oorlog of dictatuur te geraken.

Geen vrijgeleide

De gruwelijke terreur van Hamas kan op geen enkele wijze gelegitimeerd worden, de brutaliteit waarmee de Palestijnse bevolking wordt geraakt evenmin. Dat essentiële mensenrechten ernstig geschonden worden, is helder. Net daarom heeft onze Ethische Commissie Dual Use, Military Use and Misuse of Research (EC DMM) beslist geen nieuwe partnerschappen toe te laten met de Israëlische overheid of onderdelen ervan.

Bovendien zijn de Israëlische universiteiten verweven met de overheid en het militaire apparaat. Ook al opteren we niet voor een boycot, dat zet ons aan tot terughoudendheid. Dit is waarom we geen institutionele banden met Israëlische kennisinstellingen hebben. Het verklaart ook waarom uitwisselingsakkoorden al sinds vorig jaar on hold staan. Enkel samenwerking in door Europa gefinancierde onderzoeksconsortia blijft over.

De ethische commissie heeft na grondige evaluatie beslist om deze lopende projecten niet stop te zetten. Sommigen leiden hieruit af dat we de Israëlische universiteiten vrijpleiten. Dat is niet zo. De ethische commissie heeft wél geconcludeerd dat de beoogde resultaten geen detecteerbaar risico op schending van mensenrechten, militair of ander misbruik in zich dragen. Het gaat om studies naar de ziekte van Parkinson, autisme of bodemdiversiteit. Stopzetting zou grote gevolgen hebben voor steengoede wetenschap in ontwikkeling en ook voor de vele niet-Israëlische partners in deze consortia.

Voor nieuwe samenwerkingen volgt de ethische commissie de aanpak die geldt voor alle internationale projecten, namelijk goed- of afkeuring na een grondige screening van de partner en de inhoud van het project. Dit gebeurt met strengheid. Alle onderzoekers is gevraagd voorzichtig en terughoudend te zijn bij het plannen van nieuwe onderzoekssamenwerkingen zolang de regering Netanyahu haar agressie aanhoudt.

Wel open, niet blind

Pleiten voor een boycot is eenvoudig. Het is veel moeilijker om er de consequenties van in te schatten voor onderzoekers en studenten. Elke lijn die we openhouden biedt een houvast voor hen en een kans voor ons. Het is dan ook zonde dat er momenteel geen uitwisseling van studenten meer is. Het zou ons de kans geven om een échte, substantiële bijdrage te leveren aan een ander Israël waar alle burgers gelijk zijn.

Bij aanvang van ons academiejaar, vóór 7 oktober, telde KU Leuven 12 Israëlische, 29 Palestijnse, 46 Syrische, 109 Libanese, 138 Egyptische en 343 Iraanse studenten. Zou het niet mooi zijn mochten we onze traditie van respectvol debat kunnen delen met méér in plaats van minder Israëlische studenten, om zo de gedachtewisseling tussen al die nationaliteiten te stimuleren? Zou dat ons écht medeplichtig maken aan genocide? Neen toch.

In onderzoek werken we samen op basis van interesse en potentieel voor wetenschappelijke vooruitgang. Dat gebeurt ook soms met onderzoeksteams uit landen en regio’s met bedenkelijke regimes. Maar we zijn niet blind. Een universiteit heeft een missie. Samenwerking met anderen moet die missie ten goede komen en de ethische normen die in die missie ingeschreven zijn, respecteren.

Daarom bewaken we strenger dan ooit dat projecten aan onze ethische normen voldoen, niet alleen in Israël maar in heel de wereld.  Sommigen vinden dat niet streng genoeg. Dat is geen probleem: diversiteit van visies is de kern van een universiteit. Wij blijven geloven dat samenwerking kansen biedt om de dialoog aan te gaan en kritisch te bevragen, en vooruitgang te boeken in één van de moeilijkste conflictgebieden.

De oplossing zal in dit conflictgebied nooit komen van wie een territorium omschrijft als “Het Beloofde Land” of “Heilige Grond”, van welke religieuze overtuiging ze ook zijn. In beide gemeenschappen hebben we vooral nood aan overtuigde verdedigers van de rechtsstaat, want de basisprincipes ervan worden voortdurend geschonden. Misschien vinden we ook hen wel in de universiteiten.