Waarom mensen met autisme anders naar de wereld kijken

DOOR STEVEN VANMARCKE. Mensen met autisme verwerken visuele informatie anders dan u en ik. Waar zij meer gericht zijn op details of onregelmatigheden in de omgeving, zullen wij wat we zien eerst spontaan in z’n geheel omschrijven. Dit zorgt in onze snelle samenleving zowel voor uitdagingen als voor mogelijkheden.

Geschreven door Steven Vanmarcke, postdoctoraal onderzoeker aan de faculteit Psychologische en Pedagogische Wetenschappen. Zijn doctoraat handelt over de visuele waarneming bij mensen met en zonder autisme.
steven
Steven Vanmarcke

Het is druk op straat. De wagen achter je toetert nerveus en voor je springt het verkeerslicht alweer op oranje. Enkele tientallen meters verder ontstaat er een hevige discussie tussen twee fietsers die elkaar onder de voet reden. Tegelijkertijd merk je dat de voetgangers ongeduldig het zebrapad opstappen. Er zit niets anders op dan te remmen en het volgende groen af te wachten. De auto achter je toetert opnieuw.

Een snel en flitsend bestaan

Rij ik door of blijf ik staan? Schenk ik aandacht aan de kibbelende fietsers? Hoe belangrijk is het zenuwachtig getoeter achter mij?

In het voorbeeld hierboven wordt de chauffeur verplicht om heel snel beslissingen te nemen. De gevolgen van die keuzes voorspellen is daarbij van levensbelang om verkeersongelukken te vermijden. Dit betekent dat mensen in staat moeten zijn om snel en accuraat in te schatten welke omgevingsfactoren net wél en welke net niét van belang zijn voor het eigen rijgedrag. Mensen zoeken daarom automatisch en bliksemsnel naar een algemene beschrijving of samenvatting van wat er zich rondom hen afspeelt. Pas wanneer er zo een beter overzicht over de veelheid aan zintuiglijke informatie uit onze omgeving ontstaat, spitsen we ons bewust toe op de verwerking van kleinere details of onregelmatigheden in de situatie.

Interessant genoeg toont onderzoek aan dat deze verwerkingsvolgorde (van geheel naar detail) niet enkel optreedt tijdens verkeerssituaties. Het is de spontane, automatische manier waarop mensen de wereld (visueel) waarnemen. Dit zorgt ervoor dat we ons in een drukke supermarkt niet dadelijk in details verliezen, dat kinderen bij een spelletje tikkertje onthouden wie achter wie aanholt en dat we een huis als één samenhangend geheel (en geen aaneenschakeling van ramen en deuren) bekijken.

Wat als… je de wereld anders ziet?

Mensen met autisme (of Autisme Spectrum Stoornissen) lijken visuele informatie op een andere manier te verwerken dan mensen zoals u en ik. Ze zijn meer gericht op details en nemen de wereld op een meer gefragmenteerde manier waar. Daardoor zien ze minder het grotere geheel en zijn ze, in sommige situaties, minder in staat om een globaal overzicht te vormen. Tegelijkertijd zijn ze wel vaak in staat om kleine details of onregelmatigheden in de omgeving erg snel op te pikken. Zo zal iemand met autisme in een drukke verkeerssituatie, zoals deze uit de inleiding, minder goed zijn in het oppikken van de belangrijkste gebeurtenissen (o.a. het verkeerslicht, de voetgangers), maar zich eerder toespitsen op één of meerdere opvallende details binnen dat drukke verkeer (o.a. de ruziemakende fietsers, het nerveuze getoeter). Toch betekent dit niet dat mensen met autisme niet in staat zijn om grotere gehelen waar te nemen, het geeft vooral aan dat de losse omgevingsdetails spontaan sneller hun aandacht grijpen.

Mensen met autisme zijn meer gericht op details en nemen de wereld op een meer gefragmenteerde manier waar.

Van geheel naar detail… of andersom

Deze verschillen in de visuele verwerking van betekenisvolle gehelen (scènes en objecten) en details (kenmerken van kleinere delen) vormden eveneens de basis voor mijn doctoraatsonderzoek aan de KU Leuven. Heel concreet gebruik ik een groot aantal tijdsafhankelijke computerexperimenten, die werden afgenomen bij adolescenten en volwassenen met en zonder autisme. Daarbij toonde ik de deelnemers afbeeldingen waarvan de aanbiedingsduur, de (sociale) betekenis en/of de taakopdracht per experiment veranderde. In één van de experimenten kregen ze bijvoorbeeld heel kort een afbeelding te zien (zoals de foto met de kleerkast of de giraffen hieronder) en vroegen we de deelnemer om die foto in enkele kernwoorden samen te vatten. Daarna moesten ze de getoonde afbeelding zo gedetailleerd mogelijk beschrijven.

onderzoek

In lijn met vroegere bevindingen gaven de resultaten van dit experiment, en het doctoraatsonderzoek in het algemeen, daarbij aan dat mensen met autisme perfect in staat waren om grotere gehelen waar te nemen (zo herkenden ze de kleerkast, de giraffen of de mensen op de foto even goed als mensen zonder autisme). Opvallend was wel dat die globale verwerking minder efficiënt, en dus trager, verliep bij mensen met autisme. Dat betekent dat ze vooral in de problemen komen in situaties met een snelle opeenvolging van complexe informatie waarop ze snel moeten reageren. Die initiële verschillen in verwerkingssnelheid tussen mensen met en zonder autisme vallen weg van zodra de complexe informatie voldoende lang onveranderd wordt aangeboden.

Mensen met autisme zijn perfect in staat om grotere gehelen waar te nemen, maar doen dat trager en minder efficiënt.

Verder argumenteer ik binnen mijn proefschrift ook dat die vertraagde verwerking van globale informatie in autisme gepaard gaat met een versnelde verwerking van afbeeldingsdetails. Met andere woorden, ik concludeer dat er in de hersenen van mensen met autisme een verstoring in de tijdsgebonden (of temporele) verwerkingsvolgorde van visuele informatie optreedt.

De gevolgen

Die verstoorde verwerkingsvolgorde zorgt ervoor dat iemand die ‘autistisch denkt’ doorheen zijn of haar kindertijd meer en meer zal leren vertrouwen op het bewust verwerken van losse omgevingsdetails (in plaats van te zoeken naar het samenvattende globale geheel van de situatie). Dit heeft tot gevolg dat kinderen met autisme de binnenkomende informatie over de wereld anders leren beoordelen. Ze zijn minder in staat om de binnenkomende informatie spontaan algemeen te beschrijven en zullen deze dan ook vaak veel letterlijker (problemen met metaforen, met onduidelijke categorieën, …) interpreteren dan andere kinderen.

In complexe omgevingen met ongeschreven gedragsregels voelen kinderen en volwassenen met autisme vaker onzekerheid en stress.

Vandaar ook dat kinderen met autisme moeilijkheden ondervinden om theorieën over algemene regelmatigheden in de wereld te formuleren, o.a. Is het altijd veilig om bij een oranje licht door te rijden? Gaan de voetgangers dadelijk de straat oversteken? Zijn die ruziemakende fietsers van belang voor mijn rijgedrag? Zeker in complexe omgevingen met ongeschreven gedragsregels, zoals bijvoorbeeld op de speelplaats of het verkeer, zullen kinderen en volwassenen met autisme vaker onzekerheid en stress voelen. Dat kan ervoor zorgen dat iemand met autisme zijn of haar motivatie en zelfvertrouwen in de sociale omgang verliest.

Gelukkig kan er dankzij dit proefschrift, en de vele andere onderzoeksprojecten aan de KU Leuven (meer informatie op http://www.laures.be) of elders, steeds beter op de sociale en fysische noden van deze mensen ingespeeld worden. Zowel via een doordacht politiek beleid en een beter aangepaste klinische zorgverlening (beiden recent ook bediscussieerd in het Vlaams Actieplan Autisme) kan dit het leven van mensen met autisme in de toekomst gevoelig aangenamer maken. Denk bijvoorbeeld maar het drukke verkeer, waarin voldoende aandacht voor een duidelijke en goed getimede verkeerssignalisatie al veel kan helpen.

Steven Vanmarcke nam deel aan de Vlaamse PhD Cup, een presentatiewedstrijd die sterk doctoraatsonderzoek bij het grote publiek wil promoten. Meer info op www.phdcup.be


Eén reactie

  1. Pingback: Waarom mensen met autisme anders naar de wereld kijken – Varen voor Autisme

  2. Ik ben behept met Asperger en ADD en heb ca 40 jaar mijn rijbewijzen B, C. D & E. Maar volgens mij ben ik juist door mijn autisme een beter chauffeur dan velen, juist omdat ik in staat ben de verkeerstechnisch afwijkende details in de omgeving en bij de mede weggebruikers direkt op te merken en daar dusdanig adequaat op te reageren dat ik eerder situaties red dan veroorzaak,omdat ik een te trage gegevensverwerking zou hebben of omdat ik door de vele details te afgeleid zou zijn om fatsoenlijk te reageren op de verkeerssituaties om mij heen. Voor de verkeersveiligheid en -doorstroming op dat moment onnodige details worden door mij waargenomen en onmiddelijk terzijde geschoven, terwijl de nodige details direkt ingepast worden in mijn handelen. Dit gaat zodanig soepel, dat ik vaak het gedrag van anderen voorzie en daar al op kan anticiperen, nog voordat zich uit hun gedrag een gevaarlijke situatie heeft kunnen ontwikkelen.

  3. Pingback: Waarom mensen met autisme anders naar de wereld kijken/ – Het Cowden Syndroom

  4. Hoe kinderen en jongvolwassenen tot rust komen wanneer ze in een vertrouwde omgeving met vaste regels terechtkomen. Dit is dan hun veilige haven waar regels en gewoontes duidelijk vastliggen. Daar waar ze niet of onvoldoende begeleid worden, hen geen veilige haven wordt aangereikt, komen ze in opstand (!?) en zetten zich af tegen de voor hen oncontroleerbare situatie.

  5. Het valt mij als autist juist op, dat heel veel in het verkeer voorspelbaar is. Je weet als je op de rijksweg links rijdt, en je nadert een vrachtwagen, dat die auto achter de vrachtwagen nog zal proberen óók op de linkerbaan te komen. Bij het verkeerslicht zie je aan het gedrag van die fietser al, dat hij door oranje of rood zal gaan rijden. De eerste maanden is autorijden wellicht moeilijker voor autisten, maar daarna hebben zij juist voordeel, omdat ze veel vaker verkeersborden opmerken, of dingen die veranderd zijn aan de inrichting van de weg


Reacties zijn gesloten.