Politieke wetenschapper in Cyprus: op de grens van vakantie

DOOR STEVEN VAN HECKE. Artsen kunnen op reis met Artsen Zonder Vakantie, ingenieurs bewonderen bouwwerken op doortocht naar hun vakantieadres … Maar wat doen politieke wetenschappers tijdens de zomermaanden, afgezien van de actualiteit altijd en overal te volgen? Vakantie nemen natuurlijk. Zoals iedereen. Of toch niet helemaal.

Geschreven door Steven Van Hecke, docent Europese en vergelijkende politiek. Hij tweet via @VanHeckeSteven.
steven

Steven Van Hecke

Een politiek geïnspireerd bezoek ergens onderweg meepikken, bijvoorbeeld – denk aan het obligate bezoek aan het parlement in een nieuw te ontdekken hoofdstad – als de vakantiebestemming zelf er al niet voor iets tussen zit. Dikwijls tot jolijt (of ergernis: schrappen wat niet past) van de reisgenoten.

Zoals die keer dat ik een dag in Toscane opofferde (niet mijn omschrijving, maar die van de reisgenoten dus) om Predappio te bezoeken: een must see voor iedereen die geïntrigeerd is door de blijvende aantrekkingskracht van Mussolini in Italië.

Zomer 2016 is het Cyprus geworden, een blinde vlek op mijn landkaart van de EU. Geografisch behoort het tot het Midden-Oosten (de afstand tot de kust van Libanon is amper 250 km terwijl Athene zo’n 900 km veraf ligt) maar sinds 2004 is het eiland lid van de Unie. Als geheel welteverstaan. Officieel toch.

Bij referendum besliste het Turkse Noord-Cyprus om akkoord te gaan met de hereniging. Het Griekse Zuid-Cyprus daarentegen verwierp het voorstel. Terzijde: de EU heeft altijd al een moeilijke relatie gehad met de uitslagen van referenda. Resultaat: officieel trad de Republiek Cyprus toe tot de EU. In de praktijk gold dat alleen voor het Griekse Zuid-Cyprus. Sindsdien heeft de EU haar eigen frozen conflict. Want wat is nu nog de incentive voor de Zuid-Cyprioten om toegevingen te doen aan de Noord-Cyprioten nu ze deel uitmaken van de Unie? En toch.

cyprus-kaart

De blauwe lijnen geven de scheiding aan tussen het Turkse Noord-Cyprus en het Griekse Zuid-Cyprus.

Noord en Zuid

De scheiding tussen Noord en Zuid heeft uiteraard haar geschiedenis. Afgezien van de prehistorie heeft het eiland in de Middellandse Zee de Assyriërs te gast gehad, vervolgens de kruisvaarders, de Venetianen, de Ottomanen en tot slot de Britten. Tot 1960 was Cyprus een kroonkolonie.

Even belangrijk als de onafhankelijkheid is de kortstondige oorlog in 1974. Het Griekse leger dat toen aan de macht was in Athene, pleegde een staatsgreep in Cyprus. De tussenkomst van de Grieken werd beantwoord door een invasie van het Turkse leger die de Turks-Cyprioten in bescherming nam. De Grieken vertrokken, min of meer toch. De Turken zijn gebleven. Tot vandaag worden zij in het Zuiden beschouwd als een bezettingsmacht, die hen het noordelijke deel van hun land heeft ontstolen.

Het eiland is dus verdeeld. En dat mag letterlijk worden genomen. Grensovergangen worden door militairen bewaakt. Verder is er geen doorkomen aan. Overal prikkeldraad en versperringen. Alleen in de binnenstad van hoofdstad Nicosia kan je te voet, na de paspoortcontrole langs beide zijden, van het ene deel in het andere deel wandelen. Sinds 2008 is de heropening van Ledra Street, de grens tussen Noord en Zuid, een extra toeristische troef voor de verdeelde stad.

grenspost

Paspoortcontrole op Ledra Street in hoofdstad Nicosia, de grens tussen Noord en Zuid.

Maar daarbuiten zijn de mogelijkheden beperkt, ondanks de indruk die wegenkaarten wekken. Kaarten zijn immers nooit neutraal en daarom politiek gevoelig. (Ook op de kaarten van de EU staat het gehele eiland ingekleurd als Republiek Cyprus.) Bijna alle plaatsen hebben zowel een Griekse als een Turkse naam. Zeg in het Zuiden dus niet dat je op uitstap bent geweest naar het pittoreske havenstadje Girne (in het Grieks: Kyrenia).

Beide gemeenschappen onderhouden weinig contact. Zo is het voor een Grieks Cyprioot weliswaar sinds 2003 toegelaten maar zeer ongewoon om het Noorden te bezoeken. Het meer authentieke deel van Cyprus wordt gelaten voor wat het is. Drukke verkeersaders houden artificieel halt want er is weinig tot geen grensverkeer. De oversteek maken zou immers een erkenning van de legitimiteit van de overheid van de andere zijde kunnen betekenen.

Dus zijn het vooral de toeristen, veel Russen nota bene, die beide delen aandoen. En ook met de gevolgen van de verdeeldheid worden geconfronteerd. Zo dien je in het Noorden een aparte autoverzekering af te sluiten. Die uit het Zuiden wordt immers niet erkend. En je betaalt plots hoge roaming-tarieven en rijdt ook weg uit de muntunie. Maar gelukkig wordt de euro als betaalmiddel aanvaard, hoewel je steevast Turkse lires als wisselgeld krijgt. Het links rijden hebben de Turkse Cyprioten echter behouden.

Stille getuigen van een hevig conflict

Een politiek wetenschapper kan nog een stapje verdergaan en de grenzen, letterlijk en figuurlijk, van de scheiding bewust opzoeken. Zoals ten zuiden van de kustplaats Famagusta waar je een duik in zee kan nemen met zicht op spookstad Varosha, een enclave aan de rand van de stad die tot het Griekse deel behoort maar waarvoor de Turkse autoriteiten geen toegang verlenen.

Met-een-huurauto-door-spook

Spookstad Varosha, een enclave aan de rand van de stad die tot het Griekse deel behoort maar waarvoor de Turkse autoriteiten geen toegang verlenen.

Kapotgeschoten hotels zijn sinds 1974 gewoon blijven staan als stille getuigen van een kort maar hevig conflict. Huizen die halsoverkop zijn verlaten, staan er nog steeds roerloos bij, inclusief de planten op het balkon die na meer dan 40 jaar zijn uitgegroeid tot heuse struiken. Ook hier staat zoals bij alle grensposten en in meerdere talen ‘verboden te fotograferen’ te lezen, maar daar heb ik mij weinig of niets van aangetrokken.

Even indrukwekkend is de verlaten luchthaven van Nicosia, nu neutraal gebied dat door de VN wordt beheerd. Op de terreinen van de vredesmacht wordt continu onderhandeld tussen beide partijen, onder andere over de nog steeds meer dan honderden vermiste soldaten.

VN-gebied

De verlaten luchthaven van Nicosia, in meedere talen “verboden te fotograferen”.

Op de nabijgelegen Grieks-Cypriotische militaire begraafplaats van Makedonitissa rusten de gesneuvelde veteranen. Bij nader toezien dragen de helft van de graven geen inscripties. Deze dienen echter niet ter vervanging van de onbekende soldaat. Neen, de officiële grafstenen wachten op de lichamen die nog niet teruggevonden zijn. Afwezigheid heeft zich zelden getoond in zo’n treffende aanwezigheid.

begraafplaats

De nabijgelegen Grieks-Cypriotische militaire begraafplaats van Makedonitissa

De grens loop zelfs symbolisch tot in het parlement van Cyprus, gelegen in Zuid-Nicosia. De 15 Turkse afgevaardigden zijn sinds 1964 niet meer komen opdagen. Sindsdien blijven hun zetels onbezet. De deur waarlangs ze zijn vertrokken, is sindsdien niet meer gebruikt. Ze zal alleen opnieuw opengaan wanneer het noordelijke bevolkingsdeel opnieuw vertegenwoordigd is in het parlement.

Hereniging terug op de agenda

Intussen sleept het conflict al meer dan vier decennia aan. Recentelijk kwam er echter goed nieuws: de beide presidenten vinden elkaar en hereniging staat daarmee terug op de agenda. Dat is niet onbelangrijk, hoewel we weten dat de meeste revoluties door het voetvolk worden ingezet. Zij creëren een nieuw politiek feit waarna politici aan de slag kunnen. Zo kan het ook in Cyprus lopen. Wat vandaag ondenkbaar lijkt, kan morgen realiteit zijn. Zo’n herenigingsproces kan plots heel snel gaan. Vraag maar aan de Duitsers.

Tegelijk is er ook een niet onbelangrijke stoorzender: de Turkse president Erdogan

Tegelijk is er ook een niet onbelangrijke stoorzender: de Turkse president Erdogan. Via de militaire bezetting (en de immigratie vanuit Anatolië) houdt hij een stevige vinger in de pap van Noord-Cyprus. De meest recente vooruitzichten zijn daarom eerder somber. Weinig waarschijnlijk dat Turkije net nu in deze kwestie tot toegevingen bereid zal zijn. De ontwikkelingen in Istanbul en Ankara worden daarom niet zonder reden met argusogen gevolgd in het Griekse deel van dit verdeelde eiland.

Tot nader order blijft daarom deze surrealistische grens binnen de Europese Unie uitermate reëel.