Buitenzwemmen? VERBODEN

DOOR SEAN HEATH – Antroploog Sean Heath is liefhebber van buitenzwemmen en ijsberen (onderdompeling in koud water). Hij verhuisde onlangs van Vancouver, Canada naar Leuven in België. Hij keek er naar uit om de mogelijkheden voor buitenzwemmen in ons land te verkennen, maar werd geconfronteerd met een totaalverbod op buitenzwemmen in Leuven en Vlaanderen. Behalve dan op specifieke zwemplekken. Maar problematisch genoeg zijn de enige buitenlocaties waar zwemmen is toegestaan, allemaal gesloten tijdens de herfst- en wintermaanden (behalve openluchtzwembaden met chloorwater). Wat moet je dan doen als buitenzwemmer of ijsbeer? Waarom is dit verbod er? En hoe kunnen fervente zwemmers en ijsberen toch het water in? In deze blog zoekt hij een antwoord op deze vragen.

Door Sean Heath, PhD. Hij is een MSCA Postdoctoral Fellow aan KU Leuven, en gespecialiseerd in de antropologie van water en sport. Hij is ook co-directeur van INSA, het International Network of Sport Anthropology

Buitenzwemmen is een blijver

Sean Heath (r), verkent het strand van Kvalika in Noorwegen

Het is duidelijk dat koudwaterzwemmen en buitenzwemmen niet snel uit het collectieve bewustzijn zullen verdwijnen. De populariteit van buitenzwemmen is de afgelopen jaren geëxplodeerd: buitenzwemmen, dippen, plonzen en andere vormen van koudwaterimmersie zoals koude douches en ijsbaden hebben een hoge vlucht genomen. Mijn etnografisch veldwerk in het Verenigd Koninkrijk, Canada en Noorwegen wijst op de groei van deze activiteit en dat wordt bevestigd door nationale en institutionele onderzoeken rond het aantal nieuwe openwaterzwemmers. Zoals de enthousiaste nieuwkomers die ik wekelijks tegenkwam tijdens de zwemtrainingen van de Vancouver Open Water Swimming Association tijdens het buitenzwemseizoen van 2023. Of de 12.000 zwemmers bij de Unox Nieuwjaarsduik Scheveningen in 2023. Veel van de buitenzwemmers die ik interviewde begonnen ermee omdat ze online of op sociale media hadden ontdekt dat koudwaterzwemmen volgens de wetenschap goed is voor hun fysieke en mentale gezondheid. Ik heb echter het gevoel dat het ‘anders zijn’ van buitenzwemmen samengaat met de ‘sensorische ecologie’ van zwemmen en hoe wij en de omgeving waarin we ons onderdompelen in twee richtingen wordt beïnvloed.

Welnu, verschillende factoren hebben er samen voor gezorgd dat de populariteit van amfibische praktijken (zoals koudwaterimmersie in vuilnisbakken, koude douches, ijsbaden en koudwaterzwemmen in de buitenlucht) spectaculair is gestegen. Ten eerste is water en de onderdompeling erin, therapeutisch voor velen, en dat is al duizenden jaren zo. Een tweede factor is mogelijk het gevoel van opsluiting en het sociale isolement dat werd ervaren tijdens de lockdowns van de COVID-19 pandemie. Ten derde wordt onderzoek naar de gezondheids– en welzijnsvoordelen van immersie in ‘blauwe ruimtes’ in groten getale en op een toegankelijke manier gecommuniceerd door een groeiend aantal organisaties (zoals de Outdoor Swimming Society; Open Minds Active; Mental Health Swims). En ten vierde lijkt de kwantitatieve wetenschap achter koudwaterzwemmen, hoewel nog redelijk nieuw en niet zonder risico’s, te suggereren dat onze menselijke fysiologie er baat bij heeft. Populaire boeken zoals ‘Winter Swimming‘, ‘Chill‘ en ‘Blue Spaces‘ bevatten vlot leesbare verslagen over deze nieuwste inzichten en presenteren die op een toegankelijke manier in combinatie met zelfhulpstrategieën voor welzijn. Andere publicaties zoals The Outdoor Swimmer’s Handbook zijn meer gericht op de praktische aspecten van de activiteit, zoals hoe je veilig kunt zwemmen in een nieuwe omgeving, hoe je getijdentabellen kunt lezen, welke kleding je nodig hebt tijdens en na het zwemmen en wat je het beste kunt doen na je duik.

Zoals het water dat zich een weg baant in de publicaties van milieu-antropologen, grijp ik terug naar mijn inleidend etnografisch veldwerk rond zwemmen, pootjebaden en plonzen in koud water om voorbeelden van een toekomst te tonen waarin we op een heel andere manier in contact staan met water. Ik schets ook een paar praktische mogelijkheden voor het herdenken van strategieën voor waterbeheer.

Een explosie van enthousiasme voor buitenzwemmen

Opgesloten tijdens de COVID-19-lockdowns, zonder mogelijkheid om te socialisen met onze medemensen en omgeving, begonnen velen van ons een enorme angst te voelen door de dissociatie met het buitenleven. Sommigen hadden het geluk om een klein stukje groen ter beschikking te hebben in de vorm van een privétuin of toegang tot een openbaar park. Veel meer mensen zaten gewoon vast binnen de muren van hun woning. De dissociatie met een gebrek aan contact met de natuur, waaruit we collectief ‘ontwaakten’ tijdens de COVID 19-lockdowns, heeft een complexe intellectuele geschiedenis die honderden jaren teruggaat. Samengevat zijn door vormen van menselijke overheersing over de ‘natuurlijke’ wereld en filosofische opvattingen over wat ons onderscheidt van andere fauna en flora, de primaire omstandigheden ontstaan waarin mens-zijn een steeds grotere fysieke, emotionele en intellectuele afstand tot de ‘natuur’ met zich meebracht. [1]

Als soort zijn we geëvolueerd in relatie met onze omgeving, met andere levende wezens, fauna, flora, het weer, geologische en atmosferische processen. Als buitengewone ingenieurs van onze fysieke, sociale en ecologische omgevingen hebben we het landschap naar onze behoeften vormgegeven. Dit geldt ook voor de inrichting van ‘blauwe ruimten’ waarbij we permanente betonnen structuren aanleggen voor waterwegen, vijvers en reservoirs in het hele Europese landschap. In de stad Leuven is dit het duidelijkst te zien aan de ingesloten oevers van de Dijle en het Kanaal Leuven-Dijle. Maar ook op het land, weg van de rivier, worden mensen omheind. Soms wordt dit gedaan met fysieke omheiningen, soms met steile taluds bedekt met dichte begroeiing. We hebben ons uit de blauwe ruimten die voor ons welzijn zorgen, weggebouwd.

Sugar Lake, Vernon (British Columbia, Canada)

Het is dan misschien ook niet verwonderlijk dat mensen massaal naar buiten trokken zodra de COVID-19-lockdowns werden opgeheven maar de richtlijnen rond social distancing wel nog van kracht waren. Plots ontdekten alle zwembadzwemmers dat een badkuip niet volstond om aan hun waterkriebels tegemoet te komen. In het Verenigd Koninkrijk, waar ik was tijdens de verschillende lockdowns, haastten jonge wedstrijdzwemmers en hun ouders zich om bungeekoorden en dompelbaden voor in de achtertuin te kopen. Dat deden ze niet gewoon om in conditie te blijven, maar ook voor hun lichamelijke gezondheid en de zintuiglijke immersie in water. Enkele creatieve en avontuurlijke jongeren begonnen zelfs met zeezwemmen met een of twee andere zwemmers uit hun team. De sociale band met hun zwemgenoten en de lichamelijke onderdompeling in het water waren cruciaal voor hun welzijn in deze moeilijke tijden. Het waren deze jonge zwemmers die mij aanmoedigden om hetzelfde te doen. Zo ben ik een fervent buitenzwemmer en koudwaterliefhebber geworden.

De Leuvense openlucht zwemwoestijn

Een recent artikel, ‘Gezocht: zwemwater!’, gepubliceerd in het online magazine MijnLeuven geeft een grimmig beeld van het verbod in Vlaanderen op ‘natuurlijk’ openluchtzwemmen. Alleen in specifieke gebieden mag je het water in. In de regio Leuven is er enkel Zwemzone ‘de Plas’ in Rotselaar. En zelfs hier zijn er verdere beperkingen: niet buitenzwemmen na 1 september. Niet zwemmen als er er geen redder aan het werk is.

De redenen voor het lokale en Vlaamse verbod? Er zijn er verschillende:

  • De slechte waterkwaliteit in de plaatselijke rivieren, vijvers en meren (zoals de Dijle).
  • De stromingen kunnen sterk zijn.
  • We kunnen schade berokkenen aan de natuur.
  • En er kunnen zich obstakels in het water bevinden (zoals verroeste fietsen).

Nu, vooraleer ik in mijn kritiek duik, wil ik eerst wijzen op de positieve aspecten van bewaakte zwemlocaties in openlucht. Een redder in de buurt hebben is zeker een pluspunt, vooral voor nieuwe buitenzwemmers. Een bewaakte zone biedt ook extra voordelen. Zo zijn er geen conflicten met andere watergebruikers zoals boten, kajaks en suppers, en loop je geen risico om op verroeste fietsen te stoten.

Een ander voordeel van gemarkeerde zwemzones is dat de waterkwaliteit wordt gecontroleerd en die informatie wordt doorgestuurd naar de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij) en de BDB (Bodemkundige Dienst van België). Waterkwaliteit en het effect ervan op de menselijke gezondheid in onze vrijetijdsbesteding is nog onvoldoende onderzocht, maar krijgt hoe langer hoe meer aandacht. Beleidsmaatregelen zoals de Europese Kaderrichtlijn Water uit 2000, die werd uitgewerkt om waterbronnen en -kwaliteit in Europa te beschermen, zijn hoopgevend voor een duurzame toekomst voor onze wateren. De waterkwaliteit echter volledig overlaten aan overheden en particuliere bedrijven met winstoogmerk, sluit diegenen uit die op dagelijkse basis in nauw contact staan met water voor recreatieve en vrijetijdsdoeleinden. Neem bijvoorbeeld de kajaktochten op de Dijle, georganiseerd door een recreantengroep die gebruik mag maken van deze blauwe ruimte. Moeten deze recreanten en toeristen zich zorgen maken over de ‘slechte’ waterkwaliteit als ze nat worden door waterspatten ? Of als ze per ongeluk overboord vallen in de rivier? Moet deze activiteit dan ook verboden worden? Dit zijn vragen waarop ik voorlopig geen antwoord heb.

Sterke stromingen en obstakels onder water kunnen een probleem vormen, maar dat is makkelijk op te lossen met enkele eenvoudige veiligheidsmaatregelen, checklists en de nodige voorzichtigheid. De beste tip volgens de Outdoor Swimming Society is bijvoorbeeld om altijd met een buddy te zwemmen. Deze eenvoudige veiligheidsregel kan letterlijk je leven redden. Andere praktische tips zijn het gebruik van een opblaasbare zwemboei, het dragen van voet- en handbescherming of het volgen van een webinar om stromingen en getijden in rivieren en oceanen te leren begrijpen. De goedkeuring van nog meer geschikte zwemgebieden kan een andere oplossing zijn om risico’s zoals obstakels onder water te verminderen, net zoals de markering van gebieden waar de stromingen zwakker zijn.

De Dijle in het centrum van Leuven

Persoonlijk vind ik de tegenstrijdige redenen zoals ‘slechte waterkwaliteit’ en ‘we zouden de natuur kunnen schaden’ hypocriet. Als de waterkwaliteit zo slecht is dat mensen zich er niet in mogen begeven, dan veroorzaakt het water zelf al schade aan alle andere fauna en flora waarmee het in contact komt. Het standpunt dat ‘wij’ mensen zelf het probleem zijn dat de natuur ‘schade’ toebrengt, is volkomen terecht. Kijk maar eens naar de enorme agro-industrie, fabrieken en industriële productiefaciliteiten die de waterlopen vervuilen en de oorzaak zijn van deze ‘slechte waterkwaliteit’. Of de privatisering van waterbronnen uit winstbejag ten koste van het ‘publiek goed’. Toegegeven, de Dijle die door Leuven stroomt is niet erg blauw; de kleur van het water is meestal een troosteloos grijs. Niettemin kunnen mensen, wanneer ze zich informeren over een bepaalde ruimte, zich meer verbonden gaan voelen met deze ruimte als een plek waar ze om geven en die ze willen opzoeken. Deze aanmoediging van milieuverantwoord gedrag is precies de mentaliteitsverandering die we dringend nodig hebben in deze tijden van grote ecologische crisis.

Vanwege het immersieve karakter van koudwaterduiken en -zwemmen toont mijn voorlopige onderzoek aan dat deze praktijk ruimte biedt voor het bevorderen van het menselijk welzijn in relatie tot het milieu. Of meer nog, met ‘planetair welzijn’. Ik ben van mening dat we de mensen die dit soort activiteiten doen, moeten mobiliseren voor de natuur, het milieu, het niet-menselijke leven en het bovenmenselijke. Mensen recreatie in de buitenlucht ontzeggen, zal niet leiden tot een milieubewuste gedragsverandering. Het mobiliseren van leden van plaatselijke gemeenschappen om zorg te dragen voor de buitenplaatsen en -ruimtes waar ze actief zijn, kan dat wel. Wij zijn tegelijkertijd ’s werelds meest destructieve en constructieve ecologische kracht. Daarom moeten we collectief de balans laten doorslaan naar de constructieve kant.

Laten we samen ontdekken waar zintuiglijke beleving in contact met de natuur ons toe kunnen brengen!


Project 101102950     

Opvattingen en meningen zijn uitsluitend die van de auteur(s) en weerspiegelen niet noodzakelijk die van de Europese Unie of Horizons Europe. Noch de Europese Unie noch de subsidieverlenende autoriteit kan hiervoor verantwoordelijk worden gehouden.


[1] We zijn onlosmakelijk verbonden met de natuur. Net als een natuurkracht maken de gebouwde omgevingen die we creëren dus ook deel uit van de natuurlijke wereld. Ik gebruik hier aanhalingstekens om de intellectuele scheiding tussen mens en natuur aan te geven.