Een duurzaam staakt-het-vuren en grootschalige humanitaire hulp

DOOR LUC SELS. Het vernietigende conflict in Gaza en het aanhoudende geweld op de Westbank en in Israël laten niemand onberoerd. De cijfers spreken helaas voor zich. OCHA registreert ongeveer 18.000 Palestijnse en meer dan 1.200 Israëlische doden, en zo’n 46.000 Palestijnse en 5.400 Israëlische gewonden. In Gaza zijn meer dan 52.000 huizen vernield. Het aantal vluchtelingen wordt op bijna twee miljoen geschat. Vluchtelingen die veelal geen kant uit kunnen.

Geschreven door Luc Sels, rector van de KU Leuven. Hij tweet via @LucSels.
Rector Luc Sels

We herhalen onze oproep aan alle partijen om de regels van het internationaal recht en het oorlogsrecht te respecteren, onmiddellijk over te gaan tot een duurzaam staakt-het-vuren en dat strikt na te leven, en meteen te voorzien in grootschalige humanitaire hulp. Men moet geen kant kiezen in dit conflict om te beseffen dat de tol onmetelijk en onmenselijk zwaar is voor de burgers in Gaza. Ook de situatie van de vele onschuldige gijzelaars raakt ons diep.

Onze opdrachtverklaring verplicht ons om het op te nemen voor de meest kwetsbaren. Onze gedachten gaan in deze Kerstperiode uit naar de vele burgerslachtoffers, ongeacht aan welke kant van deze oorlog ze zich bevinden. Deze slachtoffers zijn op geen enkele wijze te rechtvaardigen. We moeten onze afschuw durven uitspreken voor deze aanzwellende golf van ontmenselijkend geweld, voor wat mensen op dit moment mensen aandoen. 

Onze houding ten aanzien van universiteiten en wetenschappers

Toen in 1914 de Leuvense universiteitsbibliotheek in vlammen opging, protesteerden vele tientallen universiteiten tegen wat ze een aanslag op wetenschap, cultuur en dus de mensheid noemden: een daad die door geen enkele militaire noodzaak gerechtvaardigd kon worden. Vandaag is het aan ons om, als baken van ethiek en menswaardigheid, hevig te protesteren tegen de vernieling van academische capaciteit, zoals dat nu in Gaza gebeurt.

De vernieling is zo groot dat we met KU Leuven alleen weinig verschil kunnen maken. De heropbouw zal een solidariteitsactie vergen van de omvang die voor onze universiteit het verschil heeft gemaakt na de ‘Grote Oorlog’. Dat wil niet zeggen dat we nu niets ondernemen.

  • We hebben eerder een fonds opgericht voor de opvang van Oekraïense studenten en onderzoekers. De voorbije maanden hebben we de schenkers gevraagd of hun schenkingen gebruikt kunnen worden voor andere crisissituaties. Zo zijn programma’s uitgewerkt voor transculturele traumazorg die we nu openstellen voor wie een band heeft met de Palestijnse bezette gebieden of Israël. We geven onze fondsenwerving nieuw elan om slagkracht te behouden.
  • Deze middelen zullen we ook gebruiken voor de opvang van wetenschappers uit de conflictzone die een veilig onderkomen zoeken. We moeten wel realistisch zijn: het is veel moeilijker om wetenschappers uit Gaza op te vangen dan uit Oekraïne omdat ze veelal niet weg kunnen of omdat visa worden geweigerd. Maar we zullen ons ervoor inspannen.
  • KU Leuven maakt deel uit van het Scholars-at-Risk netwerk. Momenteel stellen we wetenschappers tewerk uit Ethiopië, Yemen en Afghanistan. Als we binnen dat netwerk kunnen helpen om bedreigde of vluchtende wetenschappers uit de conflictzone op te vangen, dan zullen we dat prioriteit geven.

Nog dit: KU Leuven heeft nauwelijks banden met Palestijnse universiteiten of wetenschappers. Daar verandering in brengen is een verhaal van lange adem, maar ook een collectieve verantwoordelijkheid en dus een taak van ons allen. De meeste samenwerkingen in onderzoek en onderwijs groeien aan onze universiteit immers uit het initiatief van docenten en onderzoekers, opleidingen en onderzoeksgroepen.

Sommige collega’s en studentengroepen eisen dat we de samenwerking met Israëlische universiteiten stopzetten. Anderen zijn van mening dat er in een crisissituatie vele redenen zijn om net het tegengestelde te doen en het gesprek tussen wetenschappers op te zoeken. Momenteel heeft KU Leuven geen structurele of preferentiële banden met Israëlische universiteiten. Er zijn wel gezamenlijke projecten, bijvoorbeeld in de context van FWO en Horizon Europe. Veelal gaat het om ruime consortia met partners uit meerdere landen.

Ons vertrekpunt in alle internationale relaties is dat we een academische instelling niet zomaar associëren met het land waarin ze actief is. In sommige landen is behoud van academische samenwerking een levenslijn tussen democratische krachten, een vorm van empowerment van partners of een kanaal om standpunten te beïnvloeden. Of samenwerking opportuun is, beoordelen we daarom niet op niveau van een land, maar op niveau van de partnerinstelling en de inhoud van het project. Een centrale vraag daarbij is of een instelling actief bijdraagt aan schending van mensenrechten. Deze lijn houden we in de toekomst aan.

In het licht daarvan krijgen alle internationale overeenkomsten in het kader van onderwijs, onderzoek of dienstverlening sinds 2020 een mensenrechtentoets. Deze toets werd ook toegepast op (nieuwe) samenwerkingen met Israëlische partners, die overigens uitgebreid besproken zijn in de Ethische Commissie Dual Use, Military Use and Misuse of Research. Aan deze EC DMM is in november gevraagd om de lopende samenwerkingen opnieuw tegen het licht te houden, vooral met het oog op een duidelijke beleidsbeslissing met betrekking tot toekomstige samenwerking. Deze evaluatie loopt momenteel.

Ons gesprek met elkaar

We herhalen het grote belang van het KU Leuven Charter voor Inclusie. De universiteit moet een veilige plek zijn voor al onze studenten en medewerkers, ongeacht hun afkomst, achtergrond of overtuiging. Nuance en respect voor elkaars positie en gevoeligheid zijn daarbij van cruciaal belang. Palestijns of Israëlisch, we trachten onze medewerkers en studenten uit beide gemeenschappen zo goed mogelijk op te vangen.

We willen ongetwijfeld allemaal dat onze universiteit een huis is van warme openheid, respect, vrijheid en gesprek. Hou de dialoog met oog voor elkaar aan. Laat het gesprek niet los, laat het niet over aan fanatisme. Koester de warme openheid ook nu, in tijden van oorlog, scherpe tegenstellingen, verontwaardiging en pijn. Vooral nu. Voor wie pijn voelt, is deze vraag niet vanzelfsprekend. Maar in de universiteit is open dialoog wat ons samenhoudt.

Wie vragen heeft of bezorgdheden wil uiten over de situatie in de Palestijnse bezette gebieden of Israël, of over de gevolgen ervan aan KU Leuven, kan terecht bij een centraal contactpunt via globalresponse@kuleuven.be.

Hartelijke groet, 

Luc Sels, mede namens het Gemeenschappelijk Bureau van KU Leuven