Poetin richt zijn pijplijnen op China. Een indicatie van verschuivende machtscentra?

DOOR NIELS SMEETS. Na jarenlange onderhandelingen is het zover: de gasdeal tussen Rusland en China is beklonken tijdens Poetins bezoek aan Peking van 21-22 mei 2014. De topontmoeting weerspiegelt echter een veel bredere trend van een Rusland dat zich probeert los te rukken uit de greep van het Westen.

Geschreven door Niels Smeets,onderzoeker aan het Leuven InterNational and European Studies (LINES) Instituut. Zijn onderzoek gaat over de Russische energieveiligheid binnen de Euraziatische ruimte.

niels

Gazprom zal vanaf 2018 jaarlijks 38 miljard kubieke meter gas aan China leveren, en dit voor een looptijd van 30 jaar. Beide partijen doen toegevingen, de Russische staat is bereid de belasting op gasontginning op te geven in ruil voor de opheffing van de Chinese invoertaks op gas, afkomstig uit Rusland. Deze deal is echter slechts een aspect van een ruimer politiek akkoord.

In de gezamenlijk verklaring organiseren de twee landen voor het eerst regelmatige topontmoetingen. Vergelijkbaar met de halfjaarlijkse EU-Rusland top pleegt die laatste partner nu ook topoverleg met zijn Oosterbuur China op het niveau van de staatshoofden, ministeries, parlementen en regio’s. Bovendien benadrukken beide partijen dat het om een gelijkwaardig partnerschap gaat. In de relaties met de EU was dit niet het geval, aangezien het in de eerste plaats Rusland was dat zich moest aanpassen aan de EU-wetgeving, en niet omgekeerd.

De versterking van dit strategische partnerschap op gelijke voet wordt ook aangevat als springplank naar de uitbouw van een alliantie die als alternatief kan dienen voor de Westerse overheersing in de wereldpolitiek. In het verlengde van de bilaterale relaties lanceerden Rusland en China het voorstel om het takenpakket van de zogenaamde BRICS-landen (Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika) uit te breiden naar nauwere economische samenwerking door onder andere een eigen ontwikkelingsbank op te richten. Dit past in de Russische strijd om een meer democratische wereldorde, die inhoudt dat ook de groeilanden een groter gewicht dienen te krijgen in de wereldpolitiek.

Zelfvoorziening

Naast deze verschuiving op het internationale vlak, volgt Poetin uiteraard ook een eigen agenda. Het streven naar onafhankelijkheid van het Westen is een leitmotiv doorheen de Russische politiek sinds het aantreden van Poetin als president in 2000. Er wordt gestreefd naar een Rusland dat kan voorzien in de eigen noden. Zo werd nog onder president Medvedev, in volle economische crisis, benadrukt dat Russische bedrijven cruciale geneesmiddelen zoals aspirine en antibiotica op eigen grondgebied moet produceren. Op die manier wordt Rusland onafhankelijk van invoer uit het Westen. In de gezamenlijke verklaring beschouwen beide partijen dan ook de farmaceutische sector als een van de prioriteiten in de vernieuwde Russisch-Chinese samenwerking.

photolenta_big_photo

Poetin met Wen Jiabao (voormalig premier van de Volksrepubliek China), 2013 (c) premier.gov.ru

De Oekraïnecrisis en de daarmee gepaard gaande acute tegenstelling tussen Oost en West heeft die nood aan zelfvoorziening alleen maar versneld. Nadat de Verenigde Staten de kredietkaarten van de Russische banken blokkeerden als antwoord op de annexatie van de Krim, reageerde Poetin onverwijld met de oprichting van een Russisch betalingssysteem dat de bestaande Visa en Mastercard op termijn moet vervangen. Ook in zulke financiële vraagstukken zoekt Rusland nieuwe samenwerking met China. De verklaring benadrukt dat de eigen nationale munten, de Roebel en de Yuan, bevorderd dienen te worden in de bilaterale handelsrelaties om zo de rol van de Euro en de Amerikaanse dollar in de internationale financiële relaties te ondergraven.

In de energierelaties streeft Poetin tevens naar een onafhankelijker Rusland. Voorlopig steunt Rusland nog voor een groot deel op de Europese afzetmarkt: in 2011 voerde Rusland 62% van de totale gasexport en 78% van de totale olie-export uit naar de EU. De economische crisis toonde bovendien het gevaar van deze afhankelijkheidsrelatie. Zowel de prijs als de vraag naar Russisch gas daalden als gevolg van de eurocrisis, waardoor het Russische staatsbudget de energie-inkomsten zag wegsmelten als sneeuw voor de zon. Daarop werkten Russische politici een diversificatiestrategie naar het Oosten uit. De Russische energiestrategie stelt dat 20% van de Russische energie-export tegen 2030 naar Azië moet vloeien. Als resultaat werd er reeds een oliepijplijn aangelegd naar China, en het voorliggende contract met China opent nu ook de deur voor de aanleg van een nieuwe gaspijplijn, toepasselijk genaamd ‘De Kracht van Siberië’.

Implicaties voor de EU energieveiligheid

Het zou dus naïef zijn te denken dat alleen de EU werkt aan een diversificatiestrategie. Daar waar de EU op zoek gaat naar alternatieve energieleveranciers, ging Rusland op zoek naar nieuwe consumenten. Met het aanboren van de enorme Chinese energiemarkt gaat de stelling dat Rusland afhankelijk is van EU-geld voor Russisch gas steeds minder op. In het extreme geval dat de EU geen Russisch gas meer zou aankopen in de vorm van een economische sanctie, kan Rusland nog steeds inkomsten genereren uit de Aziatische markten.

Waar de EU op zoek gaat naar alternatieve energieleveranciers, gaat Rusland op zoek naar nieuwe consumenten.

Omgekeerd krijgt Rusland meer bewegingsvrijheid: Rusland kan om economische of politieke redenen beslissen gasleveringen aan de EU stop te zetten, zonder al te grote economische verliezen te lijden. Deze effecten zijn echter slechts van toepassing op middellange termijn: de gasleveringen aan China zouden ten vroegste van start gaan in 2018, en vooralsnog blijft de EU de grootste afnemer van Russische energie zodat ook daar de economische en politieke kost van een langdurige stopzetting van gasleveringen aanzienlijk blijft.


Eén reactie


Reacties zijn gesloten.