Hoe we werklozen verplichten te zoeken naar werk heeft grondige herwerking nodig

DOOR SARAH VANSTEENKISTE. Werklozen worden verplicht om volgens bepaalde criteria te zoeken naar werk. Ze moeten bijvoorbeeld zoeken naar jobs die tot vier uur pendelen per dag vragen. Mijn onderzoek toont aan dat de huidige criteria een werkloze niet helpen om meer succesvol te zoeken. Ik roep daarom op tot een grondig debat over hoe we werklozen in de toekomst verder verplichten te zoeken naar werk.

Geschreven door Sarah Vansteenkiste, postdoctoraal onderzoeker aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen. Ze doet onderzoek over loopbanen en het zoekgedrag van werklozen. Ze tweet via @SarahVstk.

Wat is de wet van de passende dienstbetrekking?

Sarah Vansteenkiste

Sarah Vansteenkiste

Stel even dat je werkloos wordt (indien je dat nog niet bent). Hoe ga je zoeken naar een nieuwe job? Zoek je een job dicht bij huis of ben je bereid om te pendelen? Heb je een loon in gedachte waar je absoluut niet wil onder gaan, of niet? Zoek je een activiteit in lijn met je studies of vorige job of niet? Misschien heb je een duidelijk antwoord op wat voor jou de beste strategie is. Wel, de Belgische wetgever heeft dit ook. In de wet van de passende dienstbetrekking staan criteria volgens dewelke een werkloze moet zoeken naar werk. Als Belgische werkloze, moet je jobs zoeken en aanvaarden binnen een straal van 65 km (ongeacht de pendeltijd), of die tot 4 uur pendelen per dag vragen (heen en terug inbegrepen). Je moet jobs zoeken en aanvaarden waarvan het loon minstens evenredig is met jouw werkloosheidsuitkering (rekening houdend met transportkosten). Eens je 5 maanden of langer werkloos bent, moet je jobs zoeken en aanvaarden met gelijk welke jobinhoud. Ben je jonger dan 30 en heb je minder dan 5 jaar werkervaring, dan geldt die vereiste al vanaf 3 maanden werkloosheid. Indien je jezelf niet houdt aan bovenstaande regelgeving, kan je jouw uitkering verliezen.

Dat is niet niks, denk je misschien. Of je denkt: prima, als werkloze moet je maar elke job aanvaarden, hoe ver, slecht betalend, of oninteressant die ook is. Zo vind je sneller werk. Zo toon je aan dat je echt werk zoekt en niet zomaar ‘profiteert’ van een uitkering. Dat is precies wat beleidsmakers ook denken. De wet van de passende dienstbetrekking zou jou, als werkloze, moeten stimuleren om harder te zoeken naar een bredere waaier van jobs. Op die manier zou je meer kans moeten hebben op werk. Maar is dat ook zo?

Geen evidentie voor positieve impact

Tot op heden hebben maar weinig onderzoekers aandacht geschonken aan de impact van deze wet. In mijn doctoraat en daarop verderbouwend onderzoek heb ik dit wel gedaan. Ik onderzocht eerst en vooral wat de impact is op het zoeksucces van een kortdurige werkloze (<7 maanden) als hij/zij op een flexibele manier zoekt, d.i. zoekt volgens de filosofie van de wet.

Mijn onderzoek leert dat werklozen die flexibel zoeken harder zoeken naar werk, maar geen hogere jobkans hebben.

Wat is het resultaat? De veronderstelde positieve impact van flexibel zoeken vind ik niet terug. In tegendeel, mijn onderzoek leert dat werklozen die flexibel zoeken weliswaar wat harder zoeken naar werk, maar finaal geen hogere jobkans hebben. Ze lijken moeilijkheden te ondervinden om werkgevers te overtuigen dat ze een goede match zijn. Een werkgever vindt bijvoorbeeld vaker dat ze de nodige werkervaring missen. Of dat ze te weinig gemotiveerd zijn. Vaak doet de werkloze die zo zoekt immers maar wat, zonder verder plan voor de loopbaan. Dit leidt er toe dat werklozen die flexibel zoeken gemiddeld vaak minder jobaanbiedingen krijgen in vergelijking met werklozen die meer lineair zoeken naar jobs die in lijn liggen van eerdere jobs of hun diploma. Als zo’n werkloze uiteindelijk wel werk vindt, is het bovendien vaker onder zijn/haar niveau. Hierdoor is hij/zij minder tevreden met de gevonden job en kijkt hij/zij vaker terug uit naar een andere job. Flexibel zoeken, waar de wet van de passende dienstbetrekking eigenlijk op aanstuurt, kan dus leiden tot een minder kwaliteitsvolle loopbaan.

Naleving en opvolging van de wet is dubbelzinnig

Door gesprekken met werklozen en consulenten over de wet, kreeg ik bovendien de indruk dat niet enkel de impact van de wet, maar ook haar toepassing en naleving dubbelzinnig is. Ik besloot ook dit te onderzoeken. Enerzijds leert een eigen bevraging bij 1750 Vlaamse werklozen dat ze vaak niet zoeken conform de wetgeving. Zo willen de bevraagde werklozen gemiddeld maar maximaal één uur per dag pendelen voor een nieuwe job. Slechts 5 van de 1750 respondenten willen de door de wet opgelegde 4 uur per dag pendelen. Daarnaast wil minder dan 10% van de ondervraagden een job aanvaarden tegen een loon dat evenredig is met de genoten uitkering.

Niet alleen lijken heel wat werklozen de wet niet na te leven (of: de wet niet te kennen), ook de opvolging van de wet door de daartoe gemachtigde instanties gebeurt niet nauwgezet. In mijn onderzoek, bevroeg ik verschillende diensten voor publieke arbeidsbemiddeling, zowel binnen België (de VDAB en RVA), als daarbuiten (meer bepaald in Denemarken, Luxemburg, Nederland, Noorwegen en Oostenrijk). Een opvallend resultaat bij deze bevraging is dat deze diensten niet weten in welke mate hun consulenten de wet naleven en afdwingen. Bovendien kon geen enkele dienst me informatie geven over hoeveel werklozen jaarlijks een sanctie krijgen wegens niet-naleving van de eisen. Zowel in België als de andere landen is het dan ook onduidelijk hoeveel werklozen jaarlijks gesanctioneerd worden omdat ze bijvoorbeeld te weinig ver pendelen, te hoge looneisen stellen, enzoverder. Het lijkt er daarom op dat in België en de andere bevraagde landen de wet min of meer willekeurig wordt toegepast. Sommige werklozen kunnen daardoor botsen op consulenten die zeer strikt zijn in hun interpretatie. Anderen kunnen consulenten treffen die weinig voordeel zien in de eisen en die ze daarom ook niet strikt opvolgen. Door de eisen niet van nabij op te volgen, kunnen werklozen met eenzelfde achtergrond een verschillende behandeling krijgen. Dit lijkt erg onrechtvaardig.sollicitatie

Debat graag!

Samenvattend toont mijn onderzoek aan dat er op zijn zachtst gezegd veel onduidelijkheid is over de bestaansredenen en impact van de wet van de passende dienstbetrekking. Dat doet mij afvragen of het nog langer nut heeft werklozen te bestraffen die geen gepaste dienstbetrekking aanvaarden volgens de huidige wet. Is dit de beste bepaling om ‘profiteurs’ uit het systeem te halen? Profiteren werklozen die een job zoeken dichter bij huis meer? Profiteren werklozen die een job zoeken op hetzelfde niveau van hun vorige job meer? Hoe maken we best uit of iemand goed genoeg zoekt? Het lijkt mij aangewezen om dan rekening te houden met dingen als zoekkwaliteit (bijvoorbeeld niet in het wilde weg zoeken), wat een veel gunstigere impact heeft op het zoeksucces. We kunnen werklozen volgens mij ook beter helpen door hen te laten nadenken over een verder loopbaanplan, i.p.v. hen maar flexibel te laten zoeken, zonder dat ze vaak weten waarom. Is een begeleide loopbaanheroriëntering geen beter antwoord dan werklozen gewoon te dwingen om breder te zoeken? Begeleiden we werklozen inderdaad niet beter in een tweede traject naast het lineaire, met gepaste opleiding in die richting? Het lijkt mij tijd voor een grondig debat over hoe we werklozen willen laten zoeken, gegeven het aantal beschikbare jobs in de markt. En dan bij voorkeur een debat geïnspireerd door wetenschappelijk onderzoek. Beleid bezielen lijkt mij – als wetenschappelijk onderzoekster – immers een van onze belangrijkste taken.

 


Eén reactie

  1. Erg interessant onderzoek! In mijn ogen is het nog steeds de moeite waard om als werkloze het in ieder geval te proberen, ook al betekent dit niet altijd succes. Ik ben het zeker met je eens dat het onrechtvaardig lijkt dat de opvolging en naleving niet optimaal is.

  2. Deze werkzoekende, 50-plusser, alleenstaande moeder, laaggeschoold, kortom: een vleesgeworden statistiekje, is alvast blij met je onderzoek! Nu ik in trajectbegeleiding ben, voel ik de druk nog sterker en begin ik me zelfs af te vragen of ik geen excuus-truus ben die een paar ambtenaren-trajectbegeleiders aan het werk moet houden… Ziek word ik ervan, ik was veel liever workaholic!

  3. Mooi onderzoek Sarah. Verplicht zoeken naar een job die misschien niet past bij je interesses en talenten is inderdaad geen goed idee voor de motivatie en slaagkans van de ex-werkloze.
    En moest drie à vier uur pendelen per dag de norm worden, dan is dat bovendien geen goed nieuws voor onze gezondheidszorg…


Reacties zijn gesloten.