De ware verliezer in Oostenrijk: consensuspolitiek

DOOR SONJA BLUM, WOUTER VAN ACKER EN WOUTER WOLFS. De Groene kandidaat heeft gewonnen! Een welgekome uitslag voor progressief en mainstream Europa naast de wat zorgwekkende uitslag van het Italiaanse referendum. Crisis afgewend. Toch?

Sonja Blum, Wouter van Acker en Wouter Wolfs zijn allen werkzaam bij het KU Leuven Instituut voor de Overheid.

In het verleden werd Oostenrijk steeds gekenmerkt door politieke consensus en compromissen over het centrum heen, tussen conservatieven en sociaaldemocraten. Na decennia van coalities tussen centrumlinks en centrumrechts lag de keuze afgelopen zondag voor het eerst tussen twee “outsiders” in het politieke toneel: een kandidaat van radiaal rechts (Hofer) en een oud-voorzitter van de groene partij (Van der Bellen). Die laatste trok aan het langste eind, maar het is maar de vraag wie de echte verliezer van de verkiezingen is: Hofer of de mainstreampartijen? Meer nog, zijn deze presidentiële verkiezingen het begin van het einde voor consensuspolitiek zoals we ze kenden? En hoe kan het politieke midden weer uit dit dal geraken? Welke camapgne tactieken kan ze toepassen om weer terug de oude basis van het politieke systeem te vormen?

De Oostenrijkse verkiezingen

De uitkomst van de Oostenrijkse presidentiële verkiezingen is zonder meer historisch. Voor het eerst is de president geen vertegenwoordiger van de conservatieven of sociaaldemocraten – de twee grote, traditionele partijen die sinds de Tweede Wereldoorlog aan het hoofd van het land staan. Deze “grote coalitie” – die nu ook sinds 2007 aan de macht is – werd de afgelopen tijd vooral gekenmerkt door een interne strijd, gekibbel en eindeloze onderhandelingen.

Embed from Getty Images

Gedurende de regeerperiode leek het alsof de twee partijen geen antwoorden leken te hebben op de bestaande problemen die sinds het Brexit-referendum en de verkiezing van Donald Trump al vaak zijn benoemd. Globalisering heeft traditionele machtsstructuren weggevaagd en de economische verhoudingen in de maatschappij fundamenteel veranderd, en de recente economische recessie in Europa heeft de economische onzekerheden verder versterkt. De Europese vluchtelingencrisis zorgde voor nieuwe uitdagingen, zeker in de Centraal-Europese landen Oostenrijk, Duitsland en Hongarije. In Oostenrijk heeft de migratietocht van duizenden vluchtelingen in 2015 zelfs geleid tot het sluiten van de grenzen. Voor velen leek de Oostenrijkse overheid, en daaraan gekoppeld de Europese Unie, niet in staat om het probleem het hoofd te bieden. Deze “perfecte storm” van gebeurtenissen heeft zeker bijgedragen aan de wijdverspreide aversie en wantrouwen tegenover de mainstream politiek, en heeft gezorgd voor een diepgaande angst voor de toekomst.

Door de voortdurende samenwerking van de twee grote politieke partijen, was er geen voor de hand liggende oppositie waar de Oostenrijkers voor konden stemmen, en hadden ze het gevoel gekregen dat ze niet voor verandering konden kiezen. De wens om tegen het politieke ‘establishment’ te kiezen, leidde nu tot een run-off tussen twee kandidaten die beiden het systeem wilden openbreken. De twee traditionele partijen stonden bij de presidents-verkiezingen voor het eerst aan de zijlijn.

De ware verliezer: centrum-links en centrum-rechts

De werkelijke verliezers in Oostenrijk zijn dus de conservatieve en sociaaldemocratische partijen, al was het maar omdat ruim 48 procent van de kiezers de verkiezing van Hofer prima zagen zitten. Met zulke cijfers is het populisme alles behalve verslagen. Met de aankomende parlementaire verkiezingen in Oostenrijk in 2018 (wellicht worden ze vervroegd) maakt de FPÖ van Hofer een goede kans om de grootste te worden.

Embed from Getty Images

De Oostenrijkse verkiezing is dus opnieuw een uiting van bredere trends: een verlies aan vertrouwen in het centrum, stijgend populisme, gespleten samenlevingen. Meer en meer mensen verliezen het vertrouwen in een betere toekomst en traditionele politieke partijen. De tijd van consensus en compromissen lijkt ook in Oostenrijk voorbij. Maar de presidentsverkiezingen in het land waren maar één van de vele belangrijke tests voor de heersende consensuspolitiek. Over gans Europa zijn de mainstream partijen in het defensief. En ook in Frankrijk, Nederland en Duitsland gaat de bevolking volgend jaar naar de stembus. Zal de afbrokkeling van het politieke midden zich ook in deze landen doorzetten?

Hoe nu verder partijen? Lessen uit Duitsland.

Kunnen mainstreampartijen lessen trekken uit de Oostenrijkse stembusgang? Een belangrijk aspect van de strategie van deze centrumpartijen is wat politicologen ‘asymmetrische demobilisatie’ noemen: het ontwijken van grote conflicten en het communiceren van een boodschap dat alles in orde is en alles goed wordt beheerd. De partijen trachten vooral geen duidelijke stelling in te nemen over gevoelige beleidsvraagstukken, zodat het moeilijker wordt voor de politieke tegenstanders om hun achterban te mobiliseren. Het doel hierbij is om de opkomst bij verkiezingen af te zwakken, maar vooral bij de politieke tegenpartij. In Duitsland paste Angela Merkel deze strategie in het verleden verschillende keren toe, met veel succes. Bij de meest recente verkiezingen gebruikte ze veelvuldig de zin “Sie kennen mich”. Oftewel: U kent mij. Zo probeerde ze de aandacht af te leiden van politieke debatten, en te focussen op haar als persoon, als stabiele, betrouwbare leider.

Over gans Europa zijn de mainstream partijen in het defensief. Zal de afbrokkeling van het politieke midden zich doorzetten?

Hoewel dit misschien gewerkt heeft in het verleden, is het in het huidige – polariserende – tijdperk een gevaarlijke strategie. In Oostenrijk is de traditionele strijd tussen conservatief en sociaaldemocratisch ingeruild voor een strijd tussen radicaal rechts en ‘de rest’, waarbij de uitkomst volledig afhangt van de opkomst van – en solidariteit onder – het ‘rest’ kamp. Als de mainstreampartijen een politieke toekomst willen hebben, zullen ze het conflict niet langer kunnen ontwijken. Ze zullen moeten afstappen van de gefixeerde focus op conflictvermijding en verwaterde compromissen. Ze zullen juist het ideologische debat over de toekomst van de samenleving opnieuw moet vitaliseren en duidelijke stelling moeten innemen over moeilijke maatschappelijke thema’s. Uiteindelijk kunnen alleen zo de legitieme problemen en angsten van de burgers beantwoord worden en kan de teloorgang van de centrumpartijen worden tegengegaan.