Leven en werken op een campus in een autoluwe stad

DOOR FILIP VOLCKAERT. Ik ben deze zomer voor een jaartje met mijn gezin verhuisd naar Göteborg, Zweden. In eerste instantie om onderzoek te doen, maar ook buiten de werkuren valt er hier veel te leren. Bijvoorbeeld over hoe het leven in een drukke stad toch duurzaam en aangenaam kan zijn.

Geschreven door mariene bioloog Filip Volckaert naar aanleiding van een sabbatjaar aan Göteborg Universitet en in aansluiting op Leuven Klimaatneutraal 2030. Hij blogt maandelijks over mileu en duurzaamheid in Göteborg en Leuven.

Wetenschappers gaan zo wel vaker hun land uit; het geeft frisse ideeën, je ziet andere dingen en het helpt je onderzoek voorruit. Ik woon hier om samen met mijn Zweedse collega’s het zeeleven beter te begrijpen, waarover later meer. Een randvoorwaarde voor onze verhuis was natuurlijk een ‘toffe’ en praktische omgeving en, iets minder voor de hand liggend, een duurzame omgeving. Nu Zweden heeft op dat gebied een stevige reputatie waargemaakt. Al jaren is dat zo. Het land en zijn bewoners nestelt zich in de statistieken rond levenskwaliteit stevig in de kopgroep. De keuze leek ons op papier heel aantrekkelijk. Die interesse groeide uit mijn inzet voor een meer milieu-duurzame stad Leuven en KU Leuven campus. Na een maand leven en werken in Göteborg ‘hebben we het ons hier nog niet beklaagd’.
Filip-Gaspé-120811

Om het allemaal een beetje doenbaar te houden, hoop ik maandelijks over een onderwerp te bloggen waar Göteborg (Universitet) en (de KU)Leuven mee te maken hebben. Een echte vergelijking maken tussen beide wordt moeilijk, al was het maar dat de ene stad 5x groter is dan de andere, maar naar grootte zijn beide uniefs vergelijkbaar, zeker met de technische universiteit (Chalmers Universitet) erbij.

Een randvoorwaarde voor onze verhuis was natuurlijk een ‘toffe’ en praktische omgeving en, iets minder voor de hand liggend, een duurzame omgeving.

Göteborg stad en zijn openbaar vervoer

Göteborg is een groeiende stadsagglomeratie aan de westkust van Zweden. Ze heeft de expliciete am¬bitie om een duurzame omgeving aan te bieden aan bewoner en bezoeker. De universiteit, gesticht in 1891 en 28,800 studenten groot, is een stadsuniversiteit met campussen verspreid over de 17e-eeuwse benedenstad en de stadsrand. Wat opvalt is dat toegankelijkheid billijk georganiseerd is voor voetganger, fietser, gebruiker van het openbaar vervoer en autobezitter. Voetganger en fietser maken gratis gebruik van de openbare ruimte, terwijl gebruikers van het gemeenschappelijk en gemotoriseerd vervoer in principe betalen. Dat is niets nieuws. In tegenstelling tot Leuven, krijgen scholieren hier een gratis tram/bus/bootabonnement tijdens de werkdagen, studenten betalen dan weer. Een stadsabonnement voor een jongere kost zo’n (stevige) 100 euro en een volwassene zo’n 130 euro per maand (de levensstandaard ligt hier iets hoger en dat merk je snel). Het openbaar vervoer is een van de paradepaardjes van de stad.

Een combinatie van nette en moderne (gelede) bussen, trams, treinen en stadsferries verzorgt zo’n 20 uur per dag, 7 dagen per week het transport. In Leuven heb je in de WE een paar nachtbussen maar in het algemeen is De Lijn niet happig om buiten de uren van de werkende mens veel vervoer aan te bieden. Nu dit lijkt me juist de wortel om de auto uit de stad te bannen. Komt daarbij dat zo’n grote stad best een uitgebreid tramnetwerk nodig heeft. Die trams rijden trouwens superstil in de sporen zodat nachtlawaai geen punt is (is dat geen mooi uitgangspunt voor een Leuvense stadstram?).

Met de auto de stad in

En dan komt het. Gemotoriseerd vervoer betaalt bij het binnen- en buitenrijden van de stad met automatische meetposten (het veel besproken rekeningrijden is hier van toepassing). Bovendien betaal je overal om je wagen te parkeren op de openbare weg en in openbare/privé parkings. Overal betekent dus bvb ook op een openbare parking midden in het bos waar je parkeert om de hond uit te laten of met de kinderen nootjes te rapen. De prijs is in principe uniform maar aangepast aan moment en aantrekkelijkheid. Voor een nacht betaal je een paar euro, maar overdag betaal je makkelijk tot 4,5 euro per uur. Parkeren per maand schommelt tussen 100 en 220 euro al naargelang de afstand tot het stadscentrum.

Ik hield er de eerste week een punthoofd aan over. Waar parkeer ik mijn wagen? Ik heb mijn wagen een paar dagen ‘verborgen’ in de garage van het departement biologie, maar dat was geen oplossing natuurlijk. Uiteindelijk huren we op 3 km van ons appartement een standplaats in een grote stadsgarage. 100 euro per maand, juist zoals mijn buren. Het vervoersbeleid van de universiteit sluit consequent aan bij het stadsbeleid. Je betaalt voor nagenoeg elke parkeerplaats op de campus; 100 euro per maand is een gangbare huur. Voor kort parkeren, laden & lossen en speciale noden worden “natuurlijke” oplossingen bedacht: speciaal voorziene plaatsen met duidelijke aanduiding van de doelgroep en kort oponthoud op de stoep voor de deur.

Die consequente politiek wordt begeleid met aangepaste straatinfrastructuur die uitnodigt om aangepast te rijden. Daartoe dienen spaarzame verkeersborden en een aangepast wegdek met o.a. kasseien, ribbels, drempels, versmallingen en asverschuivingen.

Evenwaardige fietsers en voetgangers

Gelukkig hadden we onze fietsen meegebracht (ik bespaar je de foto van onze overbelaste wagen voor hij de vrachtboot te Gent opreed). Dagelijks fiets ik nu zo’n 10 km. Het terrein varieert van heerlijk Hollands plat langs de rivier Götha älv, tot een reeks vinnige (meestal korte) scherpe hellingen. Daar komen dan nog de uitdagingen van wind & regen, en ’s winters van sneeuw & ijs bij (waar de Zweden fietsbanden met spijkers bedachten).

Overal vind ik gegroepeerde fietsstallingen met veiligheidsbeugel en wildparkeren is ‘not done’.

Overal vind ik gegroepeerde fietsstallingen met veiligheidsbeugel en wildparkeren is “not done” (daar maakte mijn zoon me snel attent op). Het hoeft ook niet want er zijn voldoende stallingen. Hier en daar vind je toch een weduwfiets of wrak, maar toestanden zoals in de buurt van het Leuvense station en auditorium De Somer heb ik nog niet gezien. Elektrische fietsen, sommige met hip design, zijn goed ingeburgerd en hebben opmerkelijk minder onhandige gebruikers dan in het Leuvense. Dat is een verademing in vergelijking met mijn Leuvens traject tussen de Kesselberg en het centrum.

Dat allemaal samen maakt dat de stad er ongewoon rustig en soms zelfs verlaten kan uitzien midden op de dag. Je hoort enkel de hakken van voetgangers op de kasseistenen of het krijsen van de meeuwen. Nu en dan hoor je het zachte geratel van een tram. En het ruikt er frisser dan in Leuven; zonder al die uitlaatgassen is het stadsklimaat minder belast. Geef mij maar een fiets, de nachtbus, rekeningrijden en een betaalde parkeerplaats!


Eén reactie

  1. De trams die afgeschreven zijn in Goteburg worden hier in Daugavpils(Letland) met veel plezier gerecycleerd als tram.


Reacties zijn gesloten.