Een Europees minimumloon: een goed idee of niet?

DOOR IRIS CHENG. Het debat over minimumlonen is terug van nooit weggeweest. Zo werd eerder dit jaar zowel in Duitsland als in het Verenigd Koninkrijk het minimumloon verhoogd. Verder woedt er op Europees topniveau een debat over het invoeren van een Europees minimumloon. Maar is een Europees minimumloon nu wenselijk of niet?

Geschreven door Iris Cheng, master in het Management. Iris schreef deze blog naar aanleiding van haar masterproef.
irischeng

Iris Cheng

Geen effect op armoede, wel op inkomensongelijkheid

In mijn masterthesis heb ik de effecten van minimumlonen onderzocht om uit te zoeken of een Europees minimumloon al dan niet wenselijk is. De eerste vraag die ik heb gesteld is wat men verstaat onder “wenselijk”. Sommigen vinden een verhoging van het minimumloon wenselijk als het de inkomens herverdeelt, terwijl anderen het willen gebruiken als middel om de armoede te bestrijden. Voor we kijken naar de invloed van een verhoogd minimumloon op armoedebestrijding, moeten we beseffen dat armoede eigenlijk vooral voorkomt in huishoudens waar niemand tewerkgesteld is. Huishoudens waarin minstens één lid fulltime werkt, leven zelden onder de armoedegrens. De invoering of verhoging van het minimumloon heeft dan ook weinig tot geen invloed op het inkomen van deze huishoudens.

Als we kijken naar inkomensongelijkheid, zien we wel een positief effect van een verhoogd minimumloon. Empirisch onderzoek heeft aangetoond dat de werknemers die aanvankelijk een lager loon hadden dan het minimumloon hierbij het meeste voordeel ondervinden. Maar ook werknemers die iets meer dan het minimumloon verdienden ondervinden een voordeel.

Een inkomstenherverdeling is een goede zaak omdat er zo een minder grote kloof is tussen arm en rijk. Echter, als men te hard streeft naar gelijkheid, leidt dit ook tot problemen. Het verhaal van de Amerikaanse CEO Dan Price, die het minimumloon voor zijn werknemers verhoogde van $48.000 naar $70.000 per jaar, ging onlangs de wereld rond. Zijn voorstel werd initieel zeer positief onthaald, maar al na korte tijd ondervond Price de negatieve gevolgen ervan. Zijn ‘beste’ werknemers namen ontslag omdat zij het oneerlijk vonden dat de minst verdienende werknemers een enorme loonsverhoging kregen terwijl zij dit niet kregen. Er zijn niet veel soortgelijke voorbeelden, maar vele bedrijven zien dit wel als een waarschuwingsverhaal. Onderzoek heeft eerder al aangetoond dat het loon niet de belangrijkste drijfveer is om te werken, maar dat werknemers verwachten dat ze correct uitbetaald worden. We kunnen dus aannemen dat er in dit geval te hard gestreefd werd naar inkomensgelijkheid, waardoor de best presterende werknemers het gevoel kregen dat ze niet correct werden uitbetaald, dus gedemotiveerd werden en vertrokken.

Minieme impact op tewerkstelling bij een kleine verhoging 

Waar men ook rekening mee moet houden is het effect van een verhoogd minimumloon op tewerkstelling. Verschillende politici vrezen dat een verhoging van het minimumloon heel wat banen zal kosten en dat zij die het minst verdienen er de dupe van zullen zijn. Zijn deze zorgen terecht?
Er zijn verschillende theoretische modellen die het effect van een verhoging van het minimumloon op tewerkstelling onderzoeken. Eerder simplistische modellen tonen aan dat een verhoogd minimumloon banen zullen kosten. Complexere modellen die meer rekening houden met de realiteit tonen aan dat er weinig of geen invloed is op tewerkstelling. Het is wel belangrijk om te weten dat dit enkel zo is als het minimumloon niet drastisch verhoogd wordt. Bij een te grote verhoging, zullen mensen hun baan wel verliezen. De slachtoffers zijn dikwijls degenen die het minst verdienen. De resultaten van deze theoretische modellen worden ook bevestigd door empirisch onderzoek.

Na onderzoek zien we dat een kleine verhoging van het minimumloon positief is. Mensen zullen hun baan niet verliezen en de kloof tussen arm en rijk wordt kleiner. Waarom zou dit dan niet lukken op Europees niveau?

Purchasing power Europe

De koopkracht van de Europese landen, gaande van laag (blauw) naar hoog (rood).

Een Europees minimumloon

Het grote verschil tussen een nationaal minimumloon en een Europees minimumloon is dat we bij een Europees minimumloon rekening moeten houden met de koopkrachtpariteit. Koopkrachtpariteit is de manier waarop de koopkracht tussen twee of meerdere landen vergeleken wordt. Koopkracht is de hoeveelheid goederen die iemand kan kopen met het besteedbaar inkomen. Kortom, wanneer de koopkrachtpariteit tussen twee landen hetzelfde is, kunnen de inwoners van die landen hetzelfde aankopen met hun inkomen. In de West-Europese landen ligt de koopkracht doorgaans hoger dan in de Oost-Europese landen. Wanneer we hier geen rekening mee houden en enkel naar de inkomsten per hoofd kijken van een land, krijgen we een sterk vertekend beeld van de koopkrachtverhoudingen. Zo ligt het minimumloon in Luxemburg op €1923 per maand, terwijl Bulgarije een minimumloon heeft van €184 per maand. De kloof tussen deze twee minimumlonen heeft een verhouding van één op tien. Rekening houdend met de koopkrachtpariteit heeft de kloof ‘slechts’ een verhouding van één op vier.

De vergelijking aan de hand van koopkrachtpariteit verkleint de kloof tussen de minimumlonen, maar het verschil blijft significant. Sommigen vrezen een groeiende migratie van de Oost-Europese landen naar de West-Europese landen door het verschil in minimumlonen. De ideale oplossing zou dan zijn om een Europees minimumloon in te voeren dat rekening houdt met de koopkrachtpariteit. Dit zou ervoor zorgen dat elke inwoner die het minimumloon verdient hetzelfde kan aankopen. Wat dan zou gebeuren is dat vooral Oost-Europese landen hun minimumloon optrekken, terwijl er in de West-Europese landen niet veel verandert. Zoals we op de figuur links kunnen zien, is de kloof momenteel zeer groot. Inwoners van de rood gekleurde landen hebben een koopkracht die wel vijf keer zo groot is dan inwoners van de donkerblauw gekleurde landen. Dit impliceert dat het minimumloon in die landen enorm moet stijgen om die kloof weg te werken. Hoe groter de verhoging van het minimumloon, hoe meer bedrijven steeds minder mensen willen aanwerven. Dat zal ervoor zorgen dat heel wat mensen met een laag inkomen hun baan verliezen.

We hebben nu gezien dat de invoering van een minimumloon op Europees niveau veel moeilijker is dan op nationaal niveau. Dit is zo omdat de lonen en de kosten die mensen hebben tussen de landen erg verschillen. De Oost-Europese landen zullen hun minimumloon enorm moeten verhogen, terwijl er in de West-Europese landen niet veel verandert. Die plotse verhoging van het minimumloon zorgt ervoor dat er in Oost-Europa veel mensen hun baan zullen verliezen. Omwille van deze reden ben ik van mening dat het niet ideaal is om meteen een Europees minimumloon in te voeren, maar wel geleidelijk aan , opdat de aanpassing voor die landen niet te groot is en er niet te veel banen verloren zullen gaan.


Eén reactie

  1. Hi, mijn thesis gaat over het verschil tussen een minimumloon en een basisinkomen. Het zou interessant zijn te lezen wat jouw bevindingen waren omtrent de minimumlonen. Kan ik ergens je thesis raadplegen?

    Mvg, Anastasia


Reacties zijn gesloten.