Een sociaal klimaatbeleid vergt actie van politici en engagement van hele samenleving

DOOR NATHAL SEVERIJNS EN ANNE-MIEKE VANDAMME. De jongeren betogen al voor de vierde keer en de tweede klimaatmars in evenveel maanden bracht, ondanks het slechte weer, nog meer volk op de been dan in december. Het mag duidelijk zijn dat het klimaatprobleem de hoogste prioriteit verdient, maar de reeds genomen maatregelen zijn ver onvoldoende. De ganse maatschappij moet zich rond deze doelstellingen verenigen. De tijd dringt.

Geschreven door Nathal Severijns, professor kern- en stralingsfysica, en Anne-Mieke Vandamme, viroloog (Rega Instituut) en mede-oprichter ‘Institute for the Future‘.

Onderschreven door Wim Annaert (Departement Neurowetenschappen), Kris Bachus (HIVA – Duurzame Ontwikkeling), Katja Biedenkopf (Leuvense Internationale en Europese Studies), Griet Ceulemans (Departement Chemie), Marc Craps (Centrum voor Economie en Duurzaam Ondernemen), Joost Duflou (Afdeling Industrieel Beleid / Verkeer & Infrastructuur), Bart Muys (Afdeling Bos, Natuur en Landschap), Ben Nemery (Departement Maatschappelijke Gezondheidszorg en Eerstelijnszorg), Karel Van Acker (Departement Materiaalkunde), Nicole van Lipzig (Departement Aard- en Omgevingswetenschappen), Pieter Vansteenwegen (KU Leuven Mobility Research Center), Eline Vanuytrecht (Departement Aard- en Omgevingswetenschappen) en Filip Volckaert (Afdeling Ecologie, Evolutie en Biodiversiteitsbehoud)

Beste jongeren,

severijns_vandamme_blog

Nathal Severijns & Anne-Mieke Vandamme

Proficiat, jullie lijken erin te slagen om het klimaatprobleem eindelijk bovenaan op de maatschappelijke agenda te plaatsen. Jullie stem verdient een groot gewicht want het is jullie generatie die met de grootste gevolgen van de klimaatverandering zal moeten omgaan. Wij hopen jullie oproep tot actie nog vaak te horen naar de verkiezingen toe. Jullie volharding zal helpen om het engagement in de maatschappij gaande te houden.

Beste politici,

Alle begrip voor de politieke realiteit waarin het van groot belang is om opnieuw verkozen te raken. Maar blijven doen alsof er niets aan de hand is, en jullie uitputten in het opsommen van ‘wat jullie al allemaal doen’ is niet langer een optie. Eerlijk, met enkel de ‘gemakkelijke’ maatregelen gaan we het echt niet halen. Gebruik het momentum dat onze jongeren hebben gecreëerd, om eindelijk de dringend noodzakelijke meer doortastende maatregelen te nemen, ook als die minder populair zijn.

De evidentie voor de klimaatverandering is overweldigend: extreme hitte; zoals ook bij ons de voorbije zomer; overstromingen, uitzonderlijk krachtige orkanen, lange droogteperiodes, bosbranden, een stijging van de wereldtemperatuur die nu al 1°C bedraagt! De feiten zijn al zo vaak op een rijtje gezet door het internationaal klimaatpanel IPCC en verschillende wetenschappelijke organisaties. En allemaal schuiven ze het klimaatprobleem naar voor als dé prioriteit wereldwijd.

België is één van de slechtste leerlingen in de Europese klimaatklas. Hoog tijd dus voor een écht klimaatplan, zoals de jongeren terecht eisen.

De kosten gekoppeld aan economische schade, voedselschade, schade aan de volksgezondheid, en sociale schade die met de klimaatopwarming gepaard gaan, lopen nu al jaarlijks op tot tientallen miljarden. België is bovendien één van de slechtste leerlingen in de Europese klimaatklas. Hoog tijd dus voor een écht klimaatplan, zoals de jongeren terecht eisen.

Beste burgers,

De maatregelen die moeten genomen worden, zijn op korte termijn wellicht niet allemaal even aangenaam. Maar we moeten verder dan vandaag en niet alleen aan onszelf denken. Jongeren protesteren al bijna een maand en er komen nauwelijks nieuwe en duidelijke engagementen. De verantwoordelijkheid tot actie ligt in de eerste plaats bij politici maar ook bij de ‘volwassen’ maatschappij.

De feiten zijn al vaak ten overvloede aangehaald en beschreven. De rechtstreekse en onrechtstreekse effecten van klimaatopwarming zijn al duidelijk merkbaar. In de loop van de komende jaren en decennia zullen de effecten van de opwarming nog verder en wellicht ook sneller toenemen. Wetenschappers stellen inderdaad vast dat het ijs van de poolkappen sneller smelt dan wat er zelfs in de meest pessimistische scenario’s van enkele jaren geleden voorspeld werd. Hoog tijd dus om nú in te grijpen en al het nodige te doen om de CO2-uitstoot tot het noodzakelijke bijna-nul niveau terug te brengen. Dat moet déze generatie doen.

Met de beschikbare technologie kan er veel gebeuren, maar de politieke en maatschappelijke wil moet aanwezig zijn. De onzekerheid is begrijpelijk want de ambitie om de klimaatverandering tegen te gaan, is voor ons als maatschappij volstrekt onbekend terrein. Wij zijn de kiezers en kunnen de politici ertoe brengen en steunen om een klimaatplan te ontwikkelen dat een duidelijk verschil zal maken. Politici gaan klimaatmaatregelen alleen maar invoeren als de burger bereid is die te dragen, het is nu dus tijd om die bereidheid te tonen.

Maar er is veel meer dan dat. Ervan uitgaan dat alleen technologische ingrepen volstaan, is na decennialang experimenteren geen optie meer. Net zomin als prioritair op economische groei inzetten in het beleid de sociale ongelijkheid heeft verminderd, zoals altijd wordt voorgehouden.  De kloof tussen de minderbegoeden en de rijkeren is er juist groter door geworden. De manier waarop de introductie van zonnepanelen in dit land is aangepakt, is daar een goed voorbeeld van. Technologische maatregelen en beleidsmaatregelen in de vorm van taxen en subsidies komen vooral de begoede klasse ten goede. En dat terwijl in ons rijke België niet minder dan één op vijf het financieel erg moeilijk heeft. Het klimaatbeleid dat we nodig hebben moet daarom op de eerste plaats sociaal eerlijk zijn, dat is de echte topprioriteit.

Politici gaan klimaatmaatregelen alleen maar invoeren als de burger bereid is die te dragen, het is nu dus tijd om die bereidheid te tonen.

Dit vergt grote veranderingen: de wil tot verandering in zowel de politieke als de sociale cultuur, en dus ook een mentaliteitswijziging en een aanpassing van onze levensstijl. Het consumptiemodel dat ons voorhoudt dat we gelukkiger worden door dingen te kopen die we dan toch niet blijken nodig te hebben, heeft ons leven niet waardevoller gemaakt. Velen onder ons bezitten al genoeg. Maar we hebben een reclamewereld die dat gevoel graag en met bijzonder veel overgave ondergraaft. Het put wel nodeloos de grondstoffen uit en brengt ernstige schade toe aan het leefmilieu. Bewustwording van het klimaatprobleem en alles wat ermee verbonden is, en de bereidheid om ons gedrag aan te passen, zijn cruciaal en allicht even belangrijk als nieuwe technologische oplossingen.

Een complicerende factor is dat iedereen wel ergens verandering wil, maar weinigen willen daarom zelf veranderen. Dit veroorzaakt een zekere verlamming zoals we die tot nu toe hebben ervaren, en het is een grote uitdaging om daaruit te raken. De creatie van het juiste beleidskader en een ambitieus beslissingskader kan al belangrijke vooruitgang brengen, waardoor we ons meer bewust worden van de impact van ons gedrag. Dat kan bijvoorbeeld door externe kosten mee aan te rekenen; via een CO2-taks, of vliegtuigtickets die de volledige maatschappelijke kost van een vlucht weerspiegelen … Maatregelen dienen op een sociaal eerlijke manier te gebeuren zoals de gele hesjes terecht onder de aandacht brengen. En met specifieke aandacht voor de impact op de minderbegoeden, zodat het beleid zeker geen transfer van arm naar rijker veroorzaakt. Out-of-the-box denken zal belangrijk zijn. Een deontologische code laten formuleren door alle betrokken sectoren zou een suggestie kunnen zijn. Deskundigen kunnen de politici daarin bijstaan.

windmolens_zonnepanelen_shutterstock

© Shutterstock

Beste wetenschappers,

Een goed en realiseerbaar klimaatplan uitwerken, kan niet de taak van politici alleen zijn. Als wetenschappers dragen wij een grote verantwoordelijkheid om in samenwerking tussen alle disciplines, en in overleg met het beleid, de bedrijven en de civiele maatschappij, de noodzakelijke kennis te ontwikkelen voor een afdoende aanpak van de complexe klimaatproblemen. Het is immers omdat we te vaak op onze eigen beperkte kennis terugvallen dat we de complexiteit van het probleem ‘missen’, laat staan dat we het goed aanpakken. Hoewel klimaat een globaal probleem is, moeten we zoeken naar oplossingen die rekening houden met de specifieke (ecologische, economische en sociale) kenmerken van elke lokale context. Vanuit de nationale ambities dienen deeldoelen naar het regionaal en lokaal niveau en de daar gevestigde bedrijven vertaald te worden. Succesvolle stedelijke initiatieven, bijvoorbeeld op het vlak van vergroening en mobiliteit, tonen aan dat de lokale politiek wel degelijk een belangrijke rol speelt in de klimaatproblematiek. Internationaal spelen trouwens steeds meer steden een prominente rol in dit verband. Iedereen moet aan de slag met haar of zijn talenten.

De wetenschappelijke wereld in dit land beschikt over voldoende expertise om een klimaatplan te helpen opstellen dat aan bovenstaande voorwaarden beantwoordt. Wij wetenschappers kunnen voorstellen doen, analyseren en evalueren wat hun impact is op het milieu, de sociaal zwakkeren, de economie, de welvaart; in samenwerking met de maatschappelijke actoren en bedrijven. Tot nog toe is er slechts een beperkte ervaring met onderzoek over de grenzen van de disciplines en met actieve betrokkenheid van alle maatschappelijke actoren. De regering dient dit te versterken door meer financiering te voorzien voor dergelijk “trans-disciplinair” klimaatonderzoek.

Aan allen samen

Het klimaatprobleem heeft invloed op alle sectoren in de samenleving. Een paar voorbeelden:

  • Er is een andere, circulaire economie nodig waarbij grondstoffen maximaal gerecycleerd worden. Vandaag wordt 88 % van alle producten nog steeds gemaakt uit nieuwe grondstoffen.
  • Transport moet anders georganiseerd worden, met als duidelijk doel een significante reductie van de CO2-uitstoot, en meer aandacht en prioriteit voor openbaar vervoer en fietsen. Met (zogezegd) groene bedrijfswagens zetten we helaas geen stap vooruit.
  • Productie, opslag en distributie van hernieuwbare energiebronnen is een topprioriteit. Het zogenaamde Energiepact is echter ruim onvoldoende voor het klimaat.
  • Ook de ruimtelijke ordening zal moeten worden herzien met duidelijke keuzes voor het klimaat. Lokaal kan dan worden uitgevoerd wat de Vlaamse bouwmeester al jaren vraagt, zoals ontsnippering en de robuustheid van open ruimte versterken.

De klimaatproblematiek is verder ook nauw verbonden met intensieve landbouw en vleesproductie als bron van broeikasgassen. In alle sectoren zullen dus sterke maatregelen moeten worden uitgewerkt. Een doortastend klimaatbeleid zal jobs doen verschuiven, ook nieuwe jobs creëren en nieuwe firma’s doen ontstaan. Het levert ook positieve effecten voor onze gezondheid. Minder schadelijke uitstoot van fijn stof en stikstofoxides, door meer openbaar vervoer en minder wegverkeer, gaat immers gepaard met minder luchtverontreiniging. Minder vleesconsumptie leidt tot een verbetering van de volksgezondheid. En verder zijn obesitas, één van de meest ingrijpende ‘kwalen’ van onze welvaart, en de toenemende ondervoeding in minder begunstigde continenten, twee extreme uitwassen die direct of indirect gelinkt zijn aan de klimaatverandering.

Er is al genoeg getalmd. Het is nú tijd voor nieuwe en verregaande engagementen. Naar de komende verkiezingen toe hoort de klimaatproblematiek het verkiezingsthema nummer één te zijn.

Een klimaatplan moet ambiëren al het bovenstaande, en duidelijk nog meer, op een coherente manier aan te pakken. Het is duidelijk dat heel veel aspecten hiervan nauw met elkaar verbonden zijn en dus niet apart kunnen worden benaderd. De vereiste aanpassingen vergen investeringen, maar zullen op hun beurt ook weer voordelen opleveren. De sociaal zwakkeren mogen bij die veranderingen echter niet getroffen worden. Het nieuwe socio-economisch model moet materiële zaken en geleverde diensten op hun werkelijke waarde voor welbevinden inschatten en verrekenen, en zo moeten we er ook mee leren omgaan…

Er is al genoeg getalmd. Het is nú tijd voor nieuwe en verregaande engagementen. Naar de komende verkiezingen toe hoort de klimaatproblematiek het verkiezingsthema nummer één te zijn en horen de politieke partijen zich uit te spreken of ze al dan niet bereid zijn de klimaatproblemen sneller en veel breder aan te pakken. Bij het opstellen en realiseren van het klimaatplan dat de jongeren vragen, zullen daarom alle bevoegdheden van alle volgende regeringen betrokken moeten worden, alsook alle sectoren van onze maatschappij. Bovendien is het klimaat geen zaak van links of rechts, noch van rijk of arm. Het is een probleem dat alle (partij)grenzen ver overstijgt. Daarom roepen we iedereen, en in het bijzonder de politici, op om verder te kijken dan bestaande dogma’s en drempels en deze uitdaging nu samen met de bevolking aan te pakken. Waar wachten we nog op?


Eén reactie

  1. Er was die ene prof die in het ‘Truly Golden Handbook’: The Scholarly Quest for Utopia’ een niet al te utopisch idee presenteerde, namelijk om naar 1 grote centrale database te gaan onder controle van de academische gemeenschap zelf… En er was diezelfde prof die ik uitnodigde en aanmoedigde om er werk van te maken. Het was ook die prof die zei dat het realiseren van dit soort ideeën enkel is weggelegd voor grote nobelprijswinnaars. Wat volgde was mijn teleurstelling én een counter-narratief dat het bewijs leverde van het tegendeel. Je hoeft geen grote naam te zijn om een steen te verleggen die de stroom een andere richting uitduwt. Hij gaf mij gelijk, maar het bleef desondanks stil…

  2. Het is onmogelijk om niet akkoord te gaan met de voorstellen en oproepen in deze blog. Maar (eens te meer) “vergeet” de academische wereld wat haar echte verantwoordelijkheid is: de “state of the art” _echt_ beschikbaar maken voor de hele maatschappij, en niet enkel voor de “happy few” die toegang tot de literatuur kunnen betalen, _en_ de oneindige tijd hebben om daaruit de state of the art te distilleren. Snelle, gratis en geannoteerde toegang tot de state of the art is een nodige (maar niet voldoende) voorwaarde om alle maatschappelijke spelers de kans te geven om de argumenten en aanbevelingen van de experten zelfstandig en onafhankelijk te kunnen evalueren, vergelijken en bekritiseren. Nu moet de maatschappij ons gewoon _geloven_, en waarom zouden ze dat eigenljk nog doen…? Hebben we de maatschappij geholpen bij het vermijden van de bankcrisis, of bij het voorkomen van de volgende? Hebben we de maatschappij echt geholpen om te voorkomen dat een handvol ICT-reuzen al onze data monopoliseren? Hebben we de maatschappij echt geholpen aan oplossingen voor de inkomensongelijkheid, belastingsvermijding, en het herinvoering van “race to the bottom” loonpolitiek? Hebben we de maatschappij gered van getto-vorming en radicalisering gekoppeld aan migratie? hebben we voor een echt gezond EURO-beleid kunnen zorgen? Wat doen we aan de Brexit-vertoning? Waarom betalen bedrijven en overheden in Europa jaarlijks nog altijd tientallen miljarden “Microsoft-tax”, terwijl er al decennialang “open source” alternatieven zijn (die bovendien een _echte_ “ICT empowerment” geven)? Enzovoort. Enzovoort. We staan aan de zijlijn, met zijn duizenden, af en toe eens de kans krijgend of nemend om een experten-opinie te formuleren. Maar we leveren geen bruikbare oplossingen aan, die de echte complexiteit van de problemen in rekening neemt. De academische “track record” op het gebied van het aanbieden van genuanceerde en combineerbare oplossingen voor deze echte, complexe, problemen van deze tijd is nul-komma-nul. We laten de maatschappij veel geld uitgeven aan het academische systeem, maar bruikbare oplossingen komen er niet uit. Vergeet immers niet dat “bruikbaar” veel meer betekent dan “beschikbaar”: we moeten de maatschappij kunnen overtuigen, we moeten geloofwaardig zijn, we moeten niet afkomen met nog maar eens een variatie op een detail van een deel van de oplossing waarvan we beweren dat er nog nooit iemand anders aan gedacht heeft. Maar we moeten echte systeem-oplossingen maken, waar we echt met zijn duizenden achter staan, niet met het vingertje omhoog maar met de handen uit de mouwen meewerkend aan het vuile werk om de goede ideeën ook te realiseren, in het echt, en met alle praktische tegenslagen. Maar met nog altijd de enkele tientallen knoppen erop die politici nodig hebben om oplossingen om te zetten in beleid.

    Het goede nieuws is dat ik ervaar dat er honderden en honderden collega’s klaarstaan om deze maatschappelijk verantwoordelijkheid op te nemen. Naast, en _bovenop_, die andere maatschappelijke verantwoordelijkheid om verder de state of the art te blijven verleggen. (Er zijn trouwens weinig betere manieren om nieuwe fundamentele onderzoeksvragen naar boven te halen dan het praktisch implementeren van academisch gerijpte ideeën en praktijken…) Maar _zonder_ de volstrekt negatieve dynamiek van “tenure track” stress: we maken onszelf echt wel wat wijs als we geloven dat iemand in vijf jaar tijd vijf echt grondbrekende stappen kan zetten met bijbehorende veel geciteerde publicaties…

    Sta me toe mijn eigen kritiek hierboven ernstig te nemen, en een eenvoudige doch niet-simplistische en nog altijd aanpasbare oplossing aan te bieden aan de maatschappij, voor het concrete probleem dat onze state of the art nergens toegankelijk is voor de maatschappij: de academische wereld moet snel beslissen om die state of the art (op alle domeinen, niet alleen klimaatgerelateerde onderwerpen) op de Wikipedia (of een equivalent onafhankelijk en “open source” instrument) beschikbaar te stellen. Nu verstoppen we die state of the art in honderduizenden gefragmenteerde publicaties, waar alleen het gekende handvol commerciële uitgevers echt oligarchisch rijk van worden. Het is trouwens helemaal niet moeilijk om dit Wikipedia-voorstel te realiseren: het enige dat er nodig is is een (gratis!) beslissing van academische overheden om deze Wikipedia-vorm van disseminatie de _belangrijkste_ vorm van publicatie te maken voor elk academisch dossier. Het resultaat zal snel zichtbaar zijn, en het snelst zou het systeem beginnen effect hebben als we morgen de doctoraatsstudenten verplichten hun literatuurstudie te doen op de Wikipedia, in plaats van in nooit-gelezen doctoraatsteksten. Zij zijn op dit ogenblik immers zelf de grootste slachtoffers van het niet toegankelijk zijn van de state of the art, dus veel motivatie is er niet nodig om hen te heroriënteren in hun publicatie-kanalen…

    (Caveat: ik ben er bijna zeker van dat, in onze beste academische traditie, de “begleiding” door senior promotoren ook de Wikipedia gaat verknoeien, omdat die zich nu eenmaal de reflex hebben eigen gemaakt om elk domein te fragmenteren tot in het oneindige, om toch maar hun eigen plaatsje (lees: “naam”) onder de academische zon veilig te stellen, in plaats van toe te geven dat we eigenlijk allemaal maar kleine steentjes aan het verleggen zijn in stromen die er al decennia lang liggen…)

    Het aantal keren dat er in mijn eigen onderzoeksdomeinen “vooruitgang” geboekt wordt door gewoon nieuwe namen uit te vinden voor oude concepten, is beschamend hoog geworden. Beschamend. Het ergste is dat dit niet bewust gebeurt, maar ter goeder trouw. Dat kan alleen maar betekenen dat we _zelf_ de state of the art niet kennen.

    Het is makkelijk om politici ervan te beschuldigen dat ze simplistische suggesties maken zonder naar ons te luisteren, en de pers ervan te beschuldigen om niet grondig onderbouwde berichtgeving in de wereld te sturen. Het is heel wat moeilijker om die eerste tot en met vierde macht toegang te geven tot de kennis die wij beweren te hebben, zodat wij onze rol als “vijfde macht” kunnen spelen, als vooralsnog ontbrekende “checks and balances” voor die andere machten. Die mentale en pragmatische ommezwaai vraagt eigenlijk niet meer dan de spreekwoordelijke “vijf minuten rectorale moed”. Maar die is er nog altijd niet gekomen, niet in het minst omdat elke universiteit nog altijd de beste wil zijn, ook al worden we allemaal betaald door dezelfde belastingsbetaler, en er geen enkel maatschappelijk toegevoegde waarde is om de ene universiteit geld te laten besteden om “beter” te zijn dan de andere…

    “Er is al genoeg getalmd. Waar wachten we nog op?” Einde citaat.

    • Beste Prof Bruyninckx, u haalt goede argumenten aan maar inderdaad complexe problemen zijn niet simpel op te lossen. Ik neem kontakt met u op om na te gaan of u deze probleemstelling van open source software, Wikipedia beschikbaarheid, open access publicaties en ik zie ook het thema wetenschapscommunicatie (verschillende problemen, waarvan enkel wetenschapscommunicatie rechtstreeks betrokken lijkt bij het klimaatprobleem, de andere eventueel wel onrechtstreeks) graag verder onderzocht ziet, bv door een transdisciplinaire team van het Institute for the Future. U hoort nog van ons. Annemie


Reacties zijn gesloten.