Het paleo- of holbewonersdieet doet het altijd goed in de pers, maar is het ook goed voor ons?

DOOR THEO NIEWOLD. Afgelopen zaterdag 11 januari 2014 pakte De Standaard uit over het paleodieet, onder de titel “De lokroep van oervoeding”. Door dat te eten zouden we weer gezond worden. Wat is dat dieet dat voor het eerst opdook in de jaren 1970 eigenlijk?

Er blijken diverse varianten te zijn die vrijwel allemaal een paar stellingen gemeen hebben:

  1. De oermens was gezond.
  2. We zijn geëvolueerd voor het jagers-verzamelaarseten in de oertijd, het eten nu is anders sinds de landbouw en veeteelt, en we hebben ons evolutionair niet kunnen aanpassen want daar was de tijd te kort voor (10.000 jaar).
  3. Rauw eten is gezond, want de oermens braadde of kookte het eten niet. We moeten dus eten als in de oertijd, graan (zetmeel) en melk uit het dieet laten, en liefst alles rauw eten. Dit is spectaculair genoeg om de aandacht van de media te trekken. Maar de vraag is of bovengenoemde stellingen kloppen.
Geschreven door Theo Niewold, hoogleraar Voeding en Gezondheid.

Rauw?Theo Niewold

Om bij de laatste stelling te beginnen, die is volslagen onjuist. Het is algemeen aanvaard dat het koken en braden van voedsel nu juist de ontwikkeling van het enorme menselijke brein mogelijk maakte, wat al begonnen is bij onze voorvader Homo erectus tussen 1,6 en 1,8 miljoen jaar geleden. Het artikel in De Standaard is verder voornamelijk gebaseerd op een interview met professor Frans Muskiet, die voor alle duidelijkheid niet de raw food richting aanhangt, maar wel vindt dat we wat kunnen leren van de paleolithische voeding, met meer vis en minder zetmeel. Daar zijn een aantal problemen mee, vooral op het gebied van de eerste twee stellingen.

Wat was het paleodieet precies?

Ten eerste, er is veel discussie over gezondheid en dieet van de oermens, simpelweg omdat het moeilijk te achterhalen valt. Van de nog bestaande jagers-verzamelaars is het de vraag of ze representatief zijn voor de steentijd, en bovendien zijn er weinig gezondheidsdata beschikbaar. Men maakt dan ook wel gebruik (in het artikel) van volkeren als de Masai en Papoeaas (zijn die echt zo gezond?), die verwarrend genoeg geen jagers-verzamelaars zijn, maar aan respectievelijk veeteelt (veel melk), en landbouw doen (veel zetmeel). Ook zou vis erg gezond zijn, maar dat zie ik de Masai ook niet veel eten. Ik concludeer uit het voorgaande dat het soort voeding er blijkbaar niet zoveel toe doet. Opmerkelijk genoeg trekt professor Muskiet die conclusie in het interview ook, en hij wijst erop dat o.a. bewegen erg belangrijk is.

Geen menselijke evolutie?

Stelling 2 zegt dat de mens niet meer evolueerde na de steentijd. Dit is aantoonbaar onjuist, omdat er wel degelijk voorbeelden zijn van recente genetische aanpassingen van mensen, ook aan hun dieet. Om er twee te noemen, tegelijk met graanteelt heeft een genetisch aanpassing voor zetmeelvertering zich vanuit Klein-Azië verspreid over Europa. Vanaf ongeveer dezelfde tijd (ca 5000 jaar geleden) kwam het gen dat het mensen mogelijk maakt melk te drinken na het spenen over Europa vanuit het noorden. De snelle verspreiding van deze genen wijst er op dat ze toen zeer gunstig waren om te hebben. Dezelfde genen zijn nu wellicht niet zo gunstig omdat we nu in een tijd van overvloed leven, en we zouden beter genen ontwikkelen voor het minder efficiënt verteren van het teveel dat we eten.

Paleodieet een nuttig concept?

Een veel eenvoudiger oplossing is minder te eten en veel meer te bewegen. De vergelijking met nu levende volkeren die geen welvaartsziekten hebben leert ons vooral dat het type dieet en de hoeveelheid er niet zoveel toe doet, als je het maar verbrandt en niet opslaat als vet. Voor dat inzicht hebben we geen paleo-verhalen nodig. Dit verklaart ook waarom de gangbare voedingsleer de inzichten van professor Muskiet niet willen overnemen, iets waarover hij onterecht klaagt. Het verklaart ook waarom er juist veel mediabelangstelling voor het paleodieet is, want de wetenschappelijke realiteit is veel saaier.

shutterstock_104127908