Je suis Charlie Tifo? Vrije meningen verschillen

DOOR MAARTEN CORTEN. Iedereen heeft een mening over de vrijheid van meningsuiting. Niet elke mening is even gefundeerd en sommige zijn zelfs ronduit karikaturaal. Gelukkig laat de vrijheid van meningsuiting ook die meningen toe, ook al organiseert die vrijheid zo haar eigen spraakverwarring. En gelukkig wijzen de media ons vandaag op die spraakverwarring.

Geschreven door Maarten Corten en eerder verschenen op zijn blog Maarten is benieuwd. Maarten is praktijkassistent aan het Instituut voor Mediastudies en tweet via @maartencorten.
profielMaartenCortenTwitter

Maarten Corten

Neen, ik ga u niet vertellen waarom die wansmakelijke tifo van afgelopen weekend de grenzen van de vrije meningsuiting overschrijdt, en de cartoons van Charlie Hebdo niet. Dan leest u beter de bijdrage van mediajurist prof. Koen Lemmens (De Morgen, 27.01.2015). Net die doorverwijzing wringt evenwel een beetje. Het lijkt onlogisch dat ik de toepassing van zo’n fundamenteel aanvoelend basisrecht als vrije meningsuiting moet overlaten aan een expert. Moet niet elke burger de reikwijdte van zijn rechten begrijpen, of op zijn minst die van zijn grondrechten?

Wel, neen, ook al wringt dat antwoord minstens zo hard als de vraagstelling.

Regels – of het nu gaat om wetten, verkeersregels of onderwijsreglementen – worden best zo spaarzaam en eenvoudig mogelijk geformuleerd. Eenvoud maakt dat niet enkel een intellectuele elite haar rechten en plichten kent. Onze samenleving is echter complex en een complexe samenleving vereist een genuanceerde en interpretatieve regelgeving om zichzelf op rechtvaardige wijze te organiseren.

Een voorbeeld is gezinssamenstelling. Een kleine eeuw geleden was een gezin relatief eenvoudig te definiëren en werd het sociale zekerheidsstelsel eenduidig geënt op die gezinseenheid. In de huidige samenleving neemt een gezin talloze vormen aan. Die diversiteit maakt ons sociale zekerheidsstelsel een pak complexer, maar ook minder doorgrondelijk.

Een ander voorbeeld is het leerkredietsysteem van het hoger onderwijs, uitgedacht door voormalig SP.A-politicus en professor Frank Vandenbroucke. Dit complexe systeem dient de student op een rechtvaardige manier te motiveren om het studiekeuzeproces en zijn studieloopbaan ernstig te nemen. De voornaamste kritiek op dit ingenieuze systeem is evenwel dat het weinig communiceerbaar is. Een gebrek aan transparantie bij studenten (en al zeker hun ouders) vergroot soms zelfs het probleem dat het systeem diende op te lossen, namelijk studieduurvertraging.

Daar schuilt telkens het spanningsveld. Een genuanceerde regelgeving kan een complexe samenleving rechtvaardiger bedienen dan eenvoudige regels, maar boet onvermijdelijk in aan een rechtvaardigheidsgevoel en een draagvlak. Zo is het ook met de vrijheid van meningsuiting.

Neen, niet elke communicatie is een mening, niet elke meningsuiting is in elke context vrij en onze definitie van vrije meningsuiting evolueert doorheen de tijd. Dat is een moeilijke boodschap voor de doorsnee burger. Na Charlie Hebdo was het credo nochtans eenduidig: vrije meningsuiting is fundamenteel. Na de ‘tyfus-tifo’ zien we dat dat fundamentele karakter toch niet zo absoluut is. Onduidelijkheid is een neveneffect van een regelgeving in volle adolescentie. Gelukkig schrijven en praten de media meer dan ooit over de reikwijdte van vrije meningsuiting. En de meningen verschillen. Dat lijkt me gezond.

Tiffo_Defour_-_Standard_-_Andelecht_2015


5 comments

  1. Dag Tom,

    Bedankt voor je reactie. Met risico op spraakverwarring, een bondig antwoord:

    De laatste paragraaf is mogelijk misleidend in die zin dat ik niet zozeer een oordeel wil vellen over de legale of morele begrensdheid van de vrijheid van meningsuiting. Daarvoor ben ik te weinig onderlegd in mediarecht (daarom de link naar het opiniestuk van prof. Lemmens) of in moraalwetenschappen (i.t.t. jijzelf, een student wijsbegeerte, als ik het goed heb). Het is mij vooral te doen om de onduidelijkheid die ontstaat in het spanningsveld tussen absolute (of absoluut ogende) principes en meer complexe regelgeving die geënt is op dat principe. En dat het daarbij goed is dat nu ook die onduidelijkheid en complexiteit prominent in de media aan bod is gekomen.

    Het arbitraire karakter van (de (legale) grenzen van) moraal kan mij evenwel boeien. Als leek vraag ik mij wel vaker af in hoeverre elke vorm van moraliteit an sich niet per definitie arbitrair is. Over moraliteit, legaliteit en de verhouding tussen die twee concepten heb ik ongetwijfeld nog heel wat te leren. Je mag dit zeker lezen als een warme oproep om een follow-up blogje te schrijven vanuit jouw eigen vakgebied :-).

    Vriendelijke groeten

    • Dag Maarten

      Bedankt voor het antwoord!
      Met de kern van je gedachte ben ik het zeker eens. Enkel is het volgens mij noodzakelijk om wanneer je spreekt over het fundamentele van vrije meningsuiting of de reikwijdte ervan, je preciseert of je dit moreel of gerechtelijk bedoelt. (hier kan ik me soms aan ergeren in dit gehele debat)
      Maar ergens valt dat wel onder jou boodschap, een op eerste zicht simpel principe lijkt toch niet zo simpel te zijn.

      En als je geïnteresseerd bent in het onderscheid tussen moraliteit, legaliteit moet je eens opzoeken wat Kant hierover zegt.
      Het arbitraire van moraliteit kun je dan weer terug vinden bij het moreel nihilisme (die hierover in discussie gaan met cognitivisten en anti-cognitivisten).
      Ik weet niet of een uiteenzetting over deze zaken iets is voor deze blog … zou iets te droog en filosofisch kunnen worden, al is het zeker interessant! Plus tegen dat het het online zou komen zou het ook niet echt meer actueel zijn vrees ik …

      Mvg, Tom Merlevede

  2. Beste

    Ik heb het moeilijk met de laatste paragraaf. Voor mij lijk je daar moraliteit en legaliteit door elkaar te gebruiken. Als ik daar mis in ben hoor ik het graag.
    Want er is een wezenlijk verschil tussen het moreel verwerpen, en moreel een grens zetten en dat doen via gerechtelijke wetten.

    Moreel gezien heeft de vrijheid van meningsuiting zeker grenzen, maar legitiem lijkt mij elke grens die je stelt arbitrair te zijn, en dat moet je ook durven erkennen.

    Moreel mogen we die tifo zeker verwerpen, maar of we dat gerechtelijk mogen doen, ligt moeilijker denk ik.

  3. Vrije meningsuiting is een absoluut recht. Maar ik vind dat wanneer mensen hun mening uiten met een economisch motief en daarbij geld verdienen, het “slachtoffer” mag delen in de winst. Als Geert Hoste geld verdiend door het koningshuis te beschimpen, dan mag dat koningshuis delen in de winst, hoe rijk ze ook zijn. Met die regel zouden er trouwens al heel wat minder uitingen plaatshebben.


Reacties zijn gesloten.