DOOR KELLY KEASBERRY. Twee dagen na de aanslagen in Brussel stap ik in de trein van Antwerpen naar Leuven. Het zal echter geen gewone collegedag worden. In plaats daarvan maak ik vandaag al kennis met een veranderd België.

Kelly Keasberry
Aarschot, 10.11 uur. De aanslag in Brussel is nog maar twee dagen geleden als de trein vanuit Antwerpen Aarschot binnenrijdt. Vlak voor het station komt de trein schokkend tot stilstand. Na een poosje klinkt er een bericht door de speakers: bomalarm op station Leuven. We worden vriendelijk verzocht uit te stappen in Aarschot.
Daar sta ik dan in mijn dunne vest. Eenmaal op het station steekt er een kille bries op. We blijken ons te moeten verzamelen op perron 1. Daarna zullen we spoedig meer informatie krijgen. Op perron één loopt een man rond in een fluorescerend pak. De glimlach op zijn gezicht lijkt in beton gebeiteld. “Hasselt?” schreeuwt hij, “Wie moet er naar Hasselt?” Het duurt niet lang of de man is omringd door verontruste reizigers. Ze moeten niet naar Hasselt, maar wel naar Leuven, Brussel of wie-weet-waar naartoe.
Even vraag ik me af of ik niet beter terug kan keren naar Antwerpen. Waarom wilde ik ook weer naar college, twee dagen na de aanslag? Had ik niet beter bij mijn zoontje kunnen blijven, juist nu hij zich niet zo lekker voelde? Maar dan voel ik een sterke kracht in mij. En plotseling weet ik het zeker: ik ga vandaag naar college. Hoe dan ook. Iets wat voorheen toch vooral een verplichting was, voelt nu als een recht. Of sterker nog: als een daad van vrijheid. “Ik zal me niet laten kisten,” zeg ik tegen mezelf, “zelfs al kom ik twintig minuten te laat.”
Leuven, 10.58 uur. Tegen beter weten in haast ik me door de Bondgenotenlaan. Buiten adem arriveer ik op de theologische faculteit. Tot mijn verbazing staat prof. Terrence Merrigan nog altijd klaar in de gang. “Take your time,” zegt hij met een vriendelijke glimlach. Dan vertel ik hem alles. Van de bommelding in Leuven, en van mijn noodstop in Aarschot. “It’s madness,” fluister ik. Hij knikt begrijpend, en drukt me op het hart om eerst een lekker kopje koffie te nemen. Achterin de collegezaal staat een volledige koffietafel klaar. Ook het meubilair is gewijzigd. In plaats van naar voren te zijn gericht, staan alle tafels en stoelen nu in een kring. “Kelly, kom bij ons zitten!” hoor ik een medestudente roepen.
De enige manier om samen sterk te staan is om radicaal te kiezen voor eenheid. Het nieuwe Europa moet een plaats zijn waar iedereen zijn identiteit kan beleven, en waar verschillende groepen harmonieus naast elkaar kunnen bestaan.
Vandaag zullen we niet luisteren, maar discussiëren. Een welkome verrassing, zo blijkt. Het college European Perspectives on Religion komt plots geheel in het teken te staan van de gebeurtenissen in Zaventem en Maalbeek. Studenten die normaliter met hun gezichten naar het bord gekeerd zaten, blijken nu plotseling een stem te hebben. Sterker nog: ik ontdek dat ze afkomstig zijn uit minstens tien verschillende windrichtingen. Van Irak tot Canada, en van Ierland tot Armenië en Kroatië. Samen delen we onze gevoelens over Brussel. Terwijl een Ierse student zegt zich nog altijd veilig te voelen, geeft een Armeense studente aan dat zij zich nooit veilig gevoeld heeft in België. Er gaat geen dag voorbij of ze wordt geconfronteerd met haar anders zijn. Een student uit Irak bekent na vijftien jaar nog altijd geen Belgische vrienden te hebben. In een pluriforme wereld blijkt de eenheid vaak nog ver te zoeken. Buiten een aantrekkelijk studieland blijkt België toch ook vooral een land van identiteitscrisissen. Een land ook waarin verschillen eerder verdelen dan verrijken. Een Turkse studente, de Irakese ex-vluchteling en de Armeense: elk op hun eigen manier zijn ze gestempeld door de ervaring van hun andersheid. Het secularisme, dat volgens de Ierse student een dogma op zichzelf dreigt te worden, helpt dan bepaald niet om een identiteit te vinden. Dus in plaats van te worden teruggedrongen achter de voordeur, dient het debat over religies worden opengebroken. De Irakese student spreekt zijn hoop uit op een Europese islam, een door en door westerse variant die net als het christendom hervormingen heeft doorstaan.
Hoe het ook zij: het oude mono-culturele België bestaat niet meer. De enige manier om samen sterk te staan is om radicaal te kiezen voor eenheid. Het nieuwe Europa moet een plaats zijn waar iedereen zijn identiteit kan beleven, en waar verschillende groepen harmonieus naast elkaar kunnen bestaan. “We have to admit that religion will always play a part in people’s lifes,” meent de Ierse student. Religie op zich is volgens hem niets om voor te vrezen. Er dreigt pas gevaar als we ons geloofssysteem omvormen tot ‘de enige waarheid’ en zo ruimte scheppen voor een totalitaire ideologie. Want uiteindelijk zijn het de ideologieën die mensen doden.
Leuven, 12.16 uur. Samen met een medestudente wandel ik over het Monseigneur Ladeuzeplein. Achter vier ijzeren hekken liggen witte rozen. Kleurrijke kaarsjes flakkeren in de wind, ter herdenking aan de slachtoffers in Brussel. Unieke mensen, die elk hun eigen passies hadden en hun dromen droomden. Sprakeloos staan we stil. Dan gaan we de Dille & Kamille in voor risotto.

Op het Ladeuzeplein laten mensen bloemen en kaarsjes achter ter herdenking aan de slachtoffers van Brussel.
“Het secularisme, dat volgens de Ierse student een dogma op zichzelf dreigt te worden, helpt dan bepaald niet om een identiteit te vinden.”
Laat me toe het niet eens te zijn met die Ierse student.
Het secularisme laat toe dat mensen van welke geloofsovertuiging dan ook vrij zijn hun identiteit te beleven.
Ze laat echter niet toe dat die identiteit wordt opgelegd aan anderen.
Laat een seculiere maatschappij nu net dat toelaten wat u betoogt:
“Het nieuwe Europa moet een plaats zijn waar iedereen zijn identiteit kan beleven, en waar verschillende groepen harmonieus naast elkaar kunnen bestaan. ”
Het is ironisch en schrijnend dat men vanuit religieuze hoek vaak zo vies doet over dat woord: secularisme. Niet beseffend dat het net onze seculiere maatschappij is die ieders religieuze vrijheden waarborgt.
Vriendelijke groeten,
Tjep