DOOR WIM SCHEPERS. Kleine stukjes geschiedenis verdwijnen al snel in de maalstroom van onze hedendaagse haastsamenleving. Om het Grote Vergeten even tegen te gaan, bezocht ik één van de meest imposante, vergeten restanten van de Sovjetunie. In de Oekraïense bossen roest de reusachtige Doega radar, de grootste radarinstallatie ter wereld.

Wim Schepers
Jarenlang speurde de Doega radar het Sovjetluchtruim af, op zoek naar Amerikaanse raketten. Nu weten weinigen nog van haar bestaan. Sinds 1986 torent Doega werkloos boven de wildernis vlak bij de rampzalige Tsjernobyl kerncentrale.
De Sovjets bouwen de energievretende Doega radar in 1979 naast de kerncentrale van Tsjernobyl, in deelrepubliek Oekraïne. Van hieruit houdt het ‘Oog van Moskou,’ zoals de radar lokaal bekend staat, het westerse luchtruim in de gaten. Doega moet de Sovjets waarschuwen als de Amerikanen raketten lanceren. Dat zou het Kremlin tijd geven een vernietigende tegenaanval voor te bereiden. Maar in 1986 slaat het noodlot toe. Na een test ontploft reactor 4 van de Tsjernobyl centrale. De reactor braakt een enorme radioactieve wolk uit die langzaam neerdaalt over het Oekraïense platteland. Het Kremlin evacueert in allerijl 135 000 mensen en zet een gebied van dertig vierkante kilometer af rond de ramp. Alles wordt voorgoed achtergelaten: huisraad, auto’s, maar ook militaire installaties zoals de Doega radar. Die perimeter geldt vandaag nog steeds. De Зона відчуження Чорнобильської heet ze. Vertaald in het Nederlands wordt dat het onheilspellende Vervreemdingszone van Tsjernobyl. Ze wordt streng gecontroleerd door de Oekraïense overheid. Onbevoegden komen de Vervreemdingszone niet in. Nee, een bezoek aan de Doega radar is geen plezierreisje.
Jongensavontuur
Tsjernobyl is niet meteen een voor de hand liggende vakantiebestemming, maar voor wie een beetje avontuurlijk is aangelegd, is het een paradijs. Retourtje Tsjernobyl dan maar.
De Vervreemdingszone kan je enkel met een gids bezoeken. Tours vertrekken vanuit de hoofdstad Kiev, een kleine 150 kilometer naar het zuiden. Daar wacht een oud maar – naar Oekraïense maatstaven – goed onderhouden Mercedesbusje. Onze gids, een jonge dertiger, begroet ons in haast vlekkeloos Engels. Hij organiseert dit soort uitstapjes al vijf jaar, legt hij ons uit. Maar voor de chauffeur van ons busje is het de eerste keer. Hij werkte vroeger in de kerncentrale van Tsjernobyl en woonde met zijn gezin nabij. Het is voor het eerst in dertig jaar dat hij terugkeert naar zijn oude thuis. Of dat horen we toch te geloven. Een beetje Treasure Island romantiek kan ik nog wel smaken.
Ook de trip naar de Vervreemdingszone voelt aan als een jongensavontuur. Het busje krijgt klapband. Reservewielen en wegenwachten zijn niet dik gezaaid in Oekraïne en onze chauffeur besluit door te hobbelen naar het volgende dorp. Daar stranden we drie kwartier op een veemarkt, tot een felle Oekraïense – met kort, acajou kapsel – plots met een Mercedeswiel komt aandraven.
Met een nieuwe band rijdt het busje verder naar checkpoint Ditjatki, dertig kilometer van de kerncentrale, waar een handvol rokende militairen ons dreigend opwacht. Zij bewaken de toegang tot de Vervreemdingszone en checken grondig onze tassen en paspoorten. Meneer gids waarschuwt ons dat fotograferen hier verboden is. Om weinig duidelijke redenen wil de overheid niet dat er foto’s van het checkpoint op het internet circuleren. We worden door een zaaltje geleid waar een rij stalen cabines zachtjes zoemt. “Dat zijn detectoren die radioactiviteit op je kleren en lichaam meten. Daar moeten we straks doorheen,” vertelt onze gids. “Als je de pech hebt een radioactief partikel op te pikken, detecteert de machine dat. Dan krijg je een handdoek en een stuk zeep.” Weinig geruststellend.

Checkpoint Ditjatki
Beren en baboesjka’s
Wat meteen opvalt wanneer we verder richting Doega rijden, is de natuurpracht in de Vervreemdingszone. De fall-out die na de ramp op het gebied neerkwam, werd de jaren nadien grotendeels opgeruimd. Nu zijn er enkel nog gevaarlijke, radioactieve hotspots. “Die hebben we zo goed mogelijk in kaart proberen brengen,” stelt de gids ons gerust. De Zone zelf werd teruggegeven aan de natuur. De resultaten na dertig jaar zijn verrassend. Ondanks de straling wemelt het er van de beren, everzwijnen en elanden. Spotters vonden er soorten die al decennialang niet meer in Oekraïne zijn gezien.

Een radioactieve hotspot
Naast wilde dieren, keerden ook enkele originele bewoners terug naar de Vervreemdingszone. Van de armetierige appartementjes nabij de hoofdstad Kiev, die de overheid voor de slachtoffers van de ramp voorzag, moesten velen niet weten. Vooral oudere weduwen konden hun huis en moederland niet missen en besloten terug te keren. ‘Samosely’ of ‘hervestigers,’ worden ze genoemd, die enkelingen die terugkeerden. Met 1200 waren ze in 1986. Nu zijn er nog zo’n tweehonderd over. De overblijvers zijn geharde Oekraïense Baboesjka’s, die nu een eind in de zeventig zijn. Zij zagen de Nazi’s over hun akkers ploegen, zij zagen Stalin hun vee afslachten en oogst platbranden. Een beetje straling houdt hen heus niet tegen. Onze gids neemt ons mee naar Maria Vitosh. Zij is er 89 en de laatste inwoner van haar geboortedorp Guben. Ze is volledig zelfvoorzienend. Van onze gids krijgt ze enkel wat schrijfgerei. Om haar leven neer te pennen, vertelt ze, voor ze het vergeet. “Van de straling ben ik niet bang. Wel van de everzwijnen. Hier in Oekraïne heb je een goed hek nodig, anders halen die beesten heel je groentetuin overhoop.” Op de foto wil ze niet: “dat is voor jonge meisjes.”

De tuin van Maria Vitosh
Aardbeving
De Doega radar zelf is eigenlijk een gigantisch complex. De Sovjets pootten er niet enkel een gigantische radar neer, maar ook zwaar bewaakte toegangspoorten, flats voor de honderden werknemers, sportzalen en zelfs een bioscoop. Nu liggen enkele zwerfhonden voor de opengewrikte poorten te suffen. Ze kijken niet op wanneer we uitstappen en enthousiast onze camera’s bovenhalen.
De Oekraïense regering wil het liefst zo snel mogelijk van deze moloch af. Vorig jaar nog werd het plan om de radar op te blazen en als oud ijzer te verkopen afgeketst. De impact van de ontploffing zou een krachtige aardbeving veroorzaken waardoor de Tsjernobyl centrale opnieuw zou beginnen lekken.
Oude Lada’s wachten aan de bosrand. Verkeersborden wijzen de weg door het bos. Verbleekte Sovjetpropaganda spoort bezoekers aan tot vlijt en adoratie voor het moederland. Het woud is doodstil. Ik voel me een indringer in deze Koude Oorlog tijdscapsule. De gigantische, verroeste stalen constructie herinnert aan de grootheidswaanzin en de paranoia van een gefaald regime.
Overigens, ik heb geen zeepje en handdoek gekregen bij het verlaten van de Vervreemdingszone. Gelukkig.