Op zoek naar een nieuwe definitie van burn-out

DOOR STEFFIE DESART. De huidige definitie van burn-out is meer dan 30 jaar oud, terwijl onze kennis en ervaring met deze werkgerelateerde ziekte enorm is geëvolueerd. Een nieuwe definitie kan ons helpen de aandoening gericht op te sporen en aan te pakken.

Geschreven door doctoraatstudente Steffie Desart. Samen met haar promotoren Wilmar Schaufeli en Hans De Witte werkt zij tijdens haar doctoraat aan de ontwikkeling en validatie van een nieuwe vragenlijst om burn-out te meten. Je kan de vooruitgang van het project volgen via hun blog.
steffie-desart

Steffie Desart

Burn-out is de laatste maanden niet meer uit de media weg te denken. Nieuwsberichten en opiniestukken over de echtheid van burn-out en wie de schuldige is, een nieuwe wetgeving rond werkbaar en wendbaar werk die burn-out zou moeten voorkomen, nieuwsuitzendingen die ons het verschil willen aanleren tussen stress en burn-out, … worden ons rond de oren geslagen. Iedereen heeft wel een mening te delen over het fenomeen, maar toch weten weinigen wat het exact omvat.

Een ambitieus onderzoeksproject

Bij de onderzoeksgroep Arbeids-, Organisatie- en Personeelspsychologie van KU Leuven wordt naarstig gewerkt aan een nieuwe vragenlijst om burn-out op te sporen. Vooral in wetenschappelijk onderzoek wordt burn-out in België onderzocht door gebruik te maken van de Maslach Burnout Inventory. Er is een traditie gegroeid om zich te blijven baseren op een instrument dat ondertussen bijna 30 jaar oud is. Intussen is de kennis over en de ervaring met burn-out echter enorm geëvolueerd. Zo weten we ondertussen veel meer over het proces achter een burn-out, waarbij de balans tussen wat men investeert in het werk en wat men terugkrijgt uit het werk belangrijk blijkt te zijn.

Ook de inhoud is niet up-to-date. Er ontbreken vragen rond cognitieve en stressgerelateerde symptomen, of rond de onmogelijkheid om het werk nog te kunnen uitvoeren op een correcte wijze.

Tenslotte wordt de vragenlijst ook nauwelijks gebruikt in de praktijk, omdat er onvoldoende normen beschikbaar zijn. Zeker in België is het eigenlijk niet mogelijk om op een correcte wijze in te schatten wanneer een score problematisch is. Hoogste tijd dus om het oude instrument door iets nieuw én beter te vervangen.

Een praktijkvisie op burn-out – wat denken de experten?

Een nieuw instrument ontwikkelen voor een fenomeen waar reeds jaren onderzoek naar gedaan is en waar iedereen wel een mening over heeft, begint bij kijken naar de hedendaagse praktijk. We moesten onszelf als onderzoeksteam eerst en vooral de vraag stellen: ‘wat is burn-out nu precies?’.

Door interviews af te nemen bij een 40-tal praktijkexperten, zoals psychologen, coaches, consultants, huisartsen en arbeidsgeneesheren, hebben we die vraag proberen te beantwoorden. Door de mening te vragen van experten die beroepsmatig dagelijks geconfronteerd worden met burn-out hoopten we een dieper inzicht te krijgen in het fenomeen. Zo peilden we onder meer naar de symptomen van burn-out en vroegen we hen een rangordening te maken van de belangrijkste symptomen.

De kern van het verhaal

Oorspronkelijk wordt burn-out opgevat als een syndroom van drie samenhangende verschijnselen: uitputting, cynisme en competentieverlies. Opvallend genoeg werd deze visie slechts gedeeltelijk teruggevonden in de interviews. De traditionele kijk op burn-out werd door de experten aangevuld met enkele nieuwe aspecten.

Burn-out blijkt namelijk te bestaan uit 5 kernsymptomen:

  1. Uitputting
    Zowel fysieke uitputting (‘je lichaam is moe’), als psychologische (‘je ‘op’ en ‘leeg’ voelen’).
  2. Cognitief controleverlies 
    Zoals geheugenproblemen, aandachts- en concentratiestoornissen en prestatieproblemen, bijvoorbeeld trager werken of fouten maken, omwille van een verstoring in je cognitief functioneren.
  3. Emotioneel controleverlies 
    Kenmerkend hiervoor zijn heftige emotionele reacties (zoals woede of huilbuien) waarover men geen controle heeft. Bovendien gaat dit vaak gepaard met een lage tolerantiegrens (‘je hebt geen geduld meer’).
  4. Depressieve klachten
    Een somberdere stemming of schuldgevoelens. Dit is wellicht de reden waarom burn-out en depressie vaak verward worden.
  5. Mentale distantie 
    Hiermee doelen we op het mentaal afstand nemen van het werk. In de meeste gevallen ervaart men bij een burn-out een sterke weerstand tegen het werk en trekt men zich (mentaal of fysiek) terug uit het werk.

Naast deze 5 kernsymptomen zagen we ook vaak begeleidende symptomen in de vorm van spanningsklachten terugkomen. Deze kunnen zowel psychosomatisch (bijv. hart-, ademhalings-, maag-, darm-, en pijnklachten of een algemeen gevoel van malaise) als gedragsmatig (bijv. slaapproblemen, piekeren of paniekaanvallen) zijn.

Tevens keken we samen met de experten naar de oorzaken, meer bepaald naar de relatie tussen burn-out, persoonlijkheid en werk. Welke invloed hebben deze oorzaken en hoe spelen zij mee?

Ligt het aan mij…

Een prangende vraag die bij velen opduikt en waar toch heel wat nieuwsartikels over handelen. Kijken we naar de relatie tussen burn-out en persoonlijkheid, dan onderscheiden onze praktijkexperten twee types mensen die vatbaar zouden zijn voor burn-out: de ‘perfectionisten’ en de ‘ja-knikkers’. Deze individuen worden als het ware leeggezogen doordat deze persoonlijkheidseigenschappen vaak veel energie vergen. Daarom is het nog niet de ‘schuld’ van het individu dat hij of zij een burn-out ontwikkelt. Alle geïnterviewden benadrukken dat deze eigenschappen de vatbaarheid voor burn-out verhogen, doch steeds in combinatie met andere factoren. Met andere woorden, beide persoonlijkheidseigenschappen op zich zijn niet voldoende om een burn-out te ontwikkelen.

Kijken we naar de relatie tussen burn-out en persoonlijkheid, dan onderscheiden onze praktijkexperten twee types mensen die vatbaar zouden zijn voor burn-out: de ‘perfectionisten’ en de ‘ja-knikkers’.

… of aan het werk?

Als het niet aan het individu alleen ligt, ligt het dan aan het werk – met andere woorden: hoe werkgerelateerd is burn-out? Ook hier waren de praktijkexperten unaniem: burn-out is een werkgerelateerd fenomeen. Al zijn hier enkele kanttekeningen te plaatsen. Zo is er vaak sprake van een combinatie van factoren die zowel privé- als werkgerelateerd zijn. Bovendien gaven de experten aan dat werk breder dient opgevat te worden dan enkel betaalde arbeid. Ook andere activiteiten zoals bijvoorbeeld studeren kunnen volgens hen leiden tot een burn-out.

Een nieuwe definitie

Als afsluiting van het interview vroegen we de expert ook naar hun eigen definitie van burn-out. Omdat elke expert andere accenten legde, kregen we diverse definities voorgeschoteld. We hebben die geïntegreerd in een eigen omschrijving van burn-out:

Vanwege een overbelasting op het werk, vaak gepaard gaande met een persoonlijke kwetsbaarheid en/of problemen in de privésfeer, kan er geen energie meer opgebracht worden om bepaalde cognitieve en emotionele processen te regelen.

Dit verlies van controle in samenwerking met de uitputting leidt tot een zelfbeschermingsreactie, waarbij er mentaal afstand genomen wordt van de uitputtingsbron (bij burn-out: het werk). Het gaat hier vooral om een negatieve attitude, bijv. in de vorm van cynisme. Al kan deze attitude zich ook uiten in het fysiek afstand nemen van het werk (bijv. door contact te ontwijken met collega’s).

Door het controleverlies geraakt men bovendien in een depressieve stemming. Deze stemming is dus het gevolg van een gevoelsmatige reactie en is niet gelijk aan een depressie in de zin van een op zichzelf staande psychische stoornis.

Spanningsklachten (‘stress’) worden gezien als onderliggende symptomen en kunnen worden gebruikt om een meer volledig beeld van burn-out te krijgen. Zij zijn vaak de eerste reden waarom men hulp zoekt en kunnen een voorbode zijn van burn-out in de vorm van overspanning.

Op basis van deze nieuwe definitie, en aldus op basis van de mening van de praktijkexperten, en informatie uit andere vragenlijsten die burn-out meten, hebben we een nieuwe vragenlijst opgesteld. Deze wordt op het ogenblik verder uitgetest.

De bedoeling is om tegen eind december ’17 over een nieuw instrument te beschikken dat in de praktijk gebruikt kan worden verschillende doeleinden. Zo zal het nieuwe instrument het mogelijk maken om binnen organisaties het burn-outrisico te identificeren en op basis hiervan preventieve maatregelen te nemen.

Bovendien kan de nieuwe vragenlijst in de individuele klinische praktijk afgenomen worden, eventueel in combinatie met een interview, om tot een correcte diagnose van burn-out te komen. Ten slotte levert dit project ook prevalentiecijfers op van burn-out: hoe vaak komt het nu werkelijk voor?

Wil jij meewerken aan dit onderzoeksproject of wens je meer informatie, bekijk dan even onze blog of neem contact op met ons!


Eén reactie

  1. Buren Out is maar.een fijne draad tussen.depressie.
    Ikzelf.heb er nooit ik geloofd, tot op een dag.
    Je kan niet meer normaal.functioneren.
    En daar sta je dan. Een jaar voordien kon ik 1 Maand niet uit mijn bed. Alles draaide om mij heen.
    Na verschillende testen in ziekenhuizen, waar ze de.oorzaak niet vonden was het dan maar.te wijten aan stress.
    Steeds hard gewerkt en met veel inzet en moed. Goed werk afgeleverd en nooit ook maar een bevordering.
    Leidinggevenden waren mij beu en wouden mij weg.
    Heb mij met hand.en tand verzet en verdedigd om mijn’ Job te behouden. Heb massa’s klachten ingediend bij mijn Hiërarchische werkgever preventiedienst, bij mijn vakbond, bij Actiris en ja ook bij Idewe.
    Leidinggevenden krijgen steeds hun gelijk en klachten geseponeerd. Collega’s kijken toe maar gaan u nooit verdedigen. Ja ik kan ervan meespreken.
    Nu kreeg ik dus ook te horen dat het burnout is.
    Volledig op!

  2. Als ik de 5 kernwoorden analyseer kom ik dicht in de buurt van de mentale gesteldheid van middelen-afhankelijke personen (drugs- en alcohol). Ook daar zie je deze kernwoorden progressief opduiken en de uitval van de persoon (ik bedoel hiermee letterlijk verlies van persoonlijkheid) veroorzaken in the end.

  3. Met veel aandacht bovenstaand artikel doorgelezen. Persoonlijk hou ik me al 15 jaar bezig met het onderwerp vermoeidheid en heb ondertussen toch al meer als 9000 individuele testen gedaan bij diverse doelgroepen. Bedienden, arbeiders, topsporters, military, piloten, bedrijfsleiders, etc. Ook ben ik auteur van het boek rusten is het nieuwe sporten waar ik bijvoorbeeld 4 types vermoeidheid bespreek gebasseerd op symptomen die vaak voorkomen. Ik heb ook een vragenlijst die naar het type vermoeidheid polst opgesteld en door de antwoorden te vergelijken met de echte testresultaten weet ik dat we vragenlijsten NIET kunnen gebruiken om een behandelingsplan of training te sturen.

    Ik waardeer de moeite dat ze doen om een nieuwe vragenlijst op te stellen, zonder de opstellers te willen demotiveren polst een vragenlijst enkel naar een gevoel van iemand en dat gevoel is niet altijd de realiteit. We weten allemaal dat bv, een stressreactie je lichaam extra energie kan geven waardoor er vele symptomen, ongemakken kunnen gemaskeerd worden. Bijgevolg wat is de norm? Hoe gaat men bv een F16 piloot zijn score gaan bepalen en daarnaast een tele onthaalmedewerkster. Wordt hiervoor dezelfde vragenlijst gebruikt?

    Vervolgens is het evident om het lichaam als 1 geheel te beschouwen. Spijtig genoeg gebeurt dit zelden omdat iedereen mooi binnen zijn/haar eigen expertise blijft. Bij burnout, vemoeidheid ea gaat het om een disbalans in de regulatie van macrosystemen in het lichaam. Let op elk lichaam is anders dus indien we een indeling willen maken dan dient dit op basis van bv DNA te gebeuren dit doe ik reeds en geeft me waardevolle inzichten maar ik beschouw nog steeds elk lichaam als uniek vandaag. Verder is het ook belangrijk om een biochemisch profiel op te stellen van het individu. Door de inzichten op macrolevel te bekijken met de inzichten op microlevel maak ik de biologische kost van een lichaam op.

    Daarnaast bekijken we de omgeving waar er moet gepresteerd worden en kunnen we exact de impact van een omgeving in kaart brengen in relatie tot het lichaam. Als we 2 mensen in dezelfde omgeving plaatsen dan is het perfect mogelijk dat de ene persoon een sterke emotionele belating ervaart en de andere persoon ervaart een gezonde stressreactie.

    Als we een beeld hebben van de biologische kost van het lichaam na een werkdag dan kunnen we de functionele status van het lichaam gaan versterken door de jusite dingen te doen op het juiste moment. Vervolgens testen we het lichaam op daily basis zodat we het proces individueel kunnen opvolgen en versterken. Enkel door deze manier te werken mag / kun je spreken over een individuele aanpak. Alle andere aanpakken is het generaliseren van algemene fysiologische processen of gebasseerd op ervaringen uit het verleden. Hierdoor is er weinig evolutie op vlak van vroegtijdige herkenning en kan men al helemaal niet spreken over preventie omdat men het individuele proces niet kent.

    Veel succes nog met je vragenlijst maar hopelijk begrijp je dat een vragenlijst ene van 30 jaar oud of een nieuwe het verschil niet kan maken in deze thematiek.

    Jef Geys
    vermoeidheidsexpert

  4. Deze onderzoeken zijn heel hard nodig,….om zo een duidelijke kijk te krijgen om B.O.te voorkomen,…als mensen de klok een beetje terugdraaien vallen veel puzzelstukjes in elkaar….maar” voor “die klok handelen is de boodchap….dan kunnen we toch veel mensen ondersteunen.Dit wensen we niemand toe,je lichaam en geest lijden een eigen leven…en de weg terug is niet egaal.

  5. Waarom houden jullie vast aan de definitie van burn-out als een werkgerelateerde ziekte? Is dat geen arbitraire grens, axiomatisch bijna, die niet gestoeld is op empirisch onderzoek? Jullie vermelden terloops dat sommige specialisten ook oorzaken buiten betaalde arbeid zien; sommige burn-out zouden zelfs helemaal niets met betaalde arbeid te maken hebben. Waarom dan nog vasthouden aan de verouderde bepaling dat het ‘werkgerelateerd’ zou moeten zijn?

    • Dag Maarten, bedankt voor je feedback!

      We vinden het belangrijk om burn-out te blijven vatten als een werkgerelateerd fenomeen, omdat ook onze experten daar unaniem over eens waren. Allereerst wil werkgerelateerd echter niet zeggen dat het werk per definitie de (enige) oorzaak is. Een burn-out ontstaat door een complex samenspel tussen individu en omgeving – en die omgeving kan zowel privé als het werk zijn. Ten tweede is werk volgens hen breder dan betaalde arbeid, maar gaat het hier over elke betekenisvolle activiteit waarbij men iets investeert en er ook iets voor terugkrijgt – bijv. studeren of vrijwilligerswerk. Anderzijds waren de specialisten unaniem dat een burn-out niet kan ontstaan als er van dergelijke activiteit geen sprake is – bijv. bij werklozen. Je kan ‘arbeid verrichten’ dus best breed zien. Hopelijk verklaart dit voor jou onze keuze om vast te houden aan de term ‘werkgerelateerd’.

      Groeten, Steffie
      In naam van het onderzoeksteam

      • Beste Steffie,

        Bedankt voor je antwoord. Ik ga volledig akkoord met je bevinding dat de oorzaak meestal in een complex samenspel tussen individu en omgeving ligt. Dat komt volledig overeen met mijn eigen ervaring als ex-burn-outer.

        Ik vind de omschrijving ‘elke betekenisvolle activiteit waarbij men iets investeert en er ook iets voor terugkrijgt’ ook een heel goede omschrijving. Dat omvat inderdaad heel wat meer activiteiten dan enkel betaalde arbeid. Studie en vrijwilligerswerk zijn daar inderdaad goede voorbeelden van. Ik denk dat er nog meer activiteiten als voorbeeld te geven zijn: opvoeding van kinderen, zorgtaken (bv. voor een ziek familielid), huishoudelijke taken, (doe-het-zelf-)verbouwingen, zelfs vrijetijdsbesteding (zoals amateursport, ambachtelijke of artistieke creatie enz) of gewoon het onderhouden van een relatie… Ik vraag me af of er veel activiteiten te vinden zijn die niet aan de omschrijving voldoen. (Zie verder voor mijn bedenkingen bij je werkloosheids-voorbeeld.)
        De omschrijving is zo veel ruimer is dan wat klassiek als ‘werk’ wordt bezien (‘betaalde arbeid’, soms ook ‘onbetaalde arbeid’ zoals vrijwilligerswerk), is zelfs veel ruimer dan eender welke betekenis die reeds aan de term ‘werk’ is gegeven (http://www.encyclo.nl/begrip/werk). Daarom snap ik jullie keuze niet om de term ‘werk’ als bepalende term te gebruiken. Je weet dat zowat elke lezer, elke hulpverlener, elke patiënt de term verkeerd zal begrijpen of interpreteren als je er niet elke keer de omschrijving bij vermeldt. Waarom dan koppig blijven kiezen voor een term die alleen maar verwarring brengt?

        De verwarring wordt nog groter wanneer je vervolgens werklozen uitsluit: je beweert dat zij geen burn-out kunnen krijgen. Je blijft daarmee de tweedeling tussen betaalde arbeid en onbetaalde arbeid behouden. Werklozen kunnen immers wel vrijwilligerswerk verrichten, studeren enzovoort, maar door ze a priori uit te sluiten uit de definitie geef je betaalde arbeid een belangrijkere, meer bepalende positie.
        Ook vind ik dat je hiermee de activiteiten die werklozen moeten ondernemen om aan werk te raken (zoals vacatures zoeken, brieven schrijven, op gesprek gaan…) onderwaardeert; door werklozen uit te sluiten, beweer je dus dat de activiteiten van werklozen niet betekenisvol zijn, en/of dat er niks in geïnvesteerd wordt, en/of dat men er niks voor terug krijgt. Eerlijk gezegd, dat snap ik niet.
        Bovendien betwijfel ik of dit wel empirisch is onderzocht: zijn er gegevens beschikbaar waaruit inderdaad blijkt dat burn-out nooit bij werklozen voorkomt? Of is dit slechts een aanname die nog niet geverifieerd is?

        Tot slot vind ik het argument ‘de experten waren unaniem’ een heel zwak wetenschappelijk argument. Autoriteitsargumenten zijn toch al een paar eeuwen niet meer aanvaard als bewijs. Je bent zelf onderzoeker en daarom ook zelf expert, dus ik verwacht inhoudelijke argumenten in plaats van je te beroepen op de beweringen van anderen.
        Begrijp me niet verkeerd, ik ben heel blij dat jullie de inspanning doen om de definitie van burn-out aan te passen aan 30 jaar nieuwe inzichten en bevindingen. Ik vind het alleen jammer dat jullie van de gelegenheid geen gebruik maken om die foutieve link met arbeid of werk in de gemeenzame betekenis, die enkel maar voor verwarring zorgt, eindelijk te verlaten.

        Warme groet,
        Maarten

    • Maarten,zegt duidelijk dat” sommige “Burn-outs niets te maken hebben met betaalde arbeid…ja natuurlijk,maar dan spreek je over “sommige”…nooit zal het 100 procent zijn…maar laten we het een 10 procent geven.Sommige mensen kunnen het zo duidelijk en precies omschrijven…ik vind het geen verouderde bepaling met een 90/100.

  6. Dit beantwoordt volledig mijn aanvoelen en beleven van mijn persoonlijke toestand. Ben sinds half november 2016 thuis met een burn-out gepaard gaand met een angststoornis. Mijn behandelende arts en psycholoog verschillen van mening in de aanpak en remediëring, wat enigszins verwarrend was voor mij in het begin. Vaak communiceren deze twee weinig of niet wat niet bevorderlijk is voor het herstelproces.

  7. Pingback: naar een nieuwe definitie voor burn-out – annaknijptertussenuit


Reacties zijn gesloten.