Durven nadenken over de gevangenisstraf

DOOR LIEN DE PROOST. In het eerste semester van dit academiejaar volgde ik samen met 11 andere studenten het vak ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’. We brachten elke week een avond door in de gevangenis van Leuven-Centraal, samen met 12 gedetineerden.

Geschreven door Lien De Proost. Lien werkt aan een master in de wijsbegeerte en volgde het vak ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’.

Ready, set, go

lien

Lien De Proost

‘Zie dat ze je niet daar houden hé!’. Na deze grap vele keren te hebben aangehoord, stapten we een halfjaar geleden de gevangenis van Leuven-Centraal binnen. Het meest mysterieuze gebouw van Leuven. Wat spreekt dat toch tot de verbeelding. Er werd een vak georganiseerd, met als sprekende titel ‘Gevangenisstraf als doorleefde realiteit’. Geen seconde heb ik getwijfeld of ik wilde deelnemen. Ik ben namelijk een masterstudente filosofie, en een beetje praktijk en pure realiteit is dan mooi meegenomen.

12 gedetineerden, 12 studenten en een semesterlang uitdagende maandagavonden in Leuven-Centraal. We kenden elkaar niet, maar dat veranderde snel. De lessen gingen door in de kapel, als dat geen inspirerende locatie is. Al is een gevangeniskapel maar even mooi als het woord klinkt, natuurlijk. Op z’n Leuven-Centraals werden we allen welkom geheten door een welgemeende, stevige handdruk. Hoe nieuwsgierig en zenuwachtig we allen waren, zo snel waren we ook weer op ons gemak.

We begonnen onze lessenreeks met een old school kennismakingsspel. Alhoewel, we geven slechts één ding van onszelf bloot. Vragen zoals ‘als je één historisch figuur zou kunnen ontmoeten, wie zou dat zijn en waarom?’ of ‘stel dat je op een bankje in het bos zit, wie zou er dan naast je mogen zitten en waarom?’ worden beantwoord. En één ding valt meteen op. Wat zijn we in essentie toch allemaal hetzelfde. We zijn allemaal mensen met plannen, dromen, en verhalen. Al draaien die niet voor iedereen op hetzelfde uit.

Duizend verhalen en pittige discussies

Doorheen de lessenreeks behandelen we thema’s zoals straftoemeting, herstel, strafrecht, rehabilitatie en de gevangenis als instelling. We lezen onder andere teksten van filosoof Foucault, relevante wetteksten, en getuigenissen van mensen die veel nagedacht hebben over hun eigen gevangenisstraf.

Na een onderdompeling in de theorie worden we in groepen van 6 verdeeld: 3 studenten van buiten en 3 studenten van binnen. We worden geconfronteerd met stellingen en casussen die gelinkt kunnen worden aan de theorie die we zagen. We geven elk ons eigen standpunt, luisteren naar dat van de ander en leren van wat we elkaar te zeggen hebben.

Er wordt in de kleinere groepen stevig gediscussieerd. Veel verschillende meningen staan lijnrecht tegenover elkaar, en ook de ‘doorsnee publieke opinie’ wordt in de gevangenis binnengebracht. ‘Gevangenen zitten op hotel, ze hebben zelfs een tv!’, ‘dat ze in de gevangenis zitten, is allemaal hun eigen schuld’ en ‘we zouden ze beter écht levenslang opsluiten.’

Drie uitspraken waar al zeker wat harder over nagedacht moet worden. Zoals een van onze gedetineerden mooi beschreef: ‘Zet je eens in je badkamer. Je bad is je bed. De kamer is alle ruimte die je hebt. Drie keer per dag komt er iemand eten brengen. Niet je ouders, maar iemand die je niet kent. Een tv maakt de dagen dan niet ineens mooi, toch?’ En gelijk heeft hij.

Naast alle verhalen die tot een lachbui hadden geleid, ben ik meer dan één keer verontwaardigd naar buiten gewandeld.

Ook de verhalen die verteld werden, blijven me bij. Naast de theorie en de discussies was er natuurlijk ook plaats voor een gesprek. We merkten dat we verrassend veel te zeggen hadden tegen elkaar. Maar naast alle verhalen die tot een lachbui hadden geleid, ben ik meer dan één keer verontwaardigd naar buiten gewandeld. Is er geen meer respectvol alternatief voor naaktfouilles? Waarom mag niet gewoon iedereen aan een studie of cursus beginnen die hij interessant vindt? En moeten we niet harder nadenken over het feit dat het afnemen van familiaal bezoek gebruikt wordt als dreigement om mensen in toom te houden?

Waar ons denken ons gebracht heeft

Doorheen het semester werkten we via alle theorie, casussen en discussies toe naar een algemene reflectie over ons Belgische gevangeniswezen. 24 meningen laten we passen in één tekst. Een uitdaging, weliswaar, maar ik denk dat ik kan stellen dat we geslaagd zijn. In onze reflectie gaan we in op de verscheidene strafdoelen vergelding, rehabilitatie, afschrikking, herstel, enzovoorts. In het licht hiervan evalueren we ons huidige strafsysteem.

Onze conclusie is dat de huidige gevangenisstraf, zoals ze nu in België wordt uitgevoerd, niet geheel aan onze verwachtingen voldoet. Er wordt meer schade toegebracht dan nodig aan zowel de gedetineerden als aan de samenleving in zijn geheel. Ook het feit dat een persoon totaal wordt weggenomen uit de samenleving en in een allesomvattend instituut wordt geplaatst, heeft weinig voordelen. Mensen raken vervreemd van hun omgeving, van andere mensen en van de samenleving in zijn geheel. We moeten, als we nadenken over straf, dus verder durven denken dan de gevangenisstraf alleen en de gevangenisstraf zoals wij die kennen.

En ik?

In het algemeen kan ik stellen dat dit project een groot effect heeft gehad op mij. Wat neem ik er nu van mee? Ik denk dat ik dat kan samenvatten in 2 punten.

Punt 1: er is nood aan verandering. Zowel in het gevangenissysteem zelf, als in de publieke opinie die errond hangt. De realiteit en de gevangenis zijn twee werelden die te ver van elkaar staan. Hoe kunnen we verwachten dat mensen in onze gevangenissen er ‘beter’ uitkomen dan ze er binnenstapten als we niet genoeg investeren in psychologische begeleiding, als we bijna geen mogelijkheden voorzien van bijvoorbeeld dagtaken die gedetineerden een miniem gevoel van eigenwaarde en trots geven? En vooral, hoe kunnen we verwachten dat we mensen helpen door ze bijvoorbeeld 10 jaar uit de samenleving te halen, ze vervolgens te vergeten en ze dan terug te ‘gooien’ in een omgeving die totaal veranderd is. Wie houden we voor de gek?

Hoe kunnen we verwachten dat mensen in onze gevangenissen er ‘beter’ uitkomen dan ze er binnenstapten als we niet genoeg investeren in psychologische begeleiding?

Het tweede punt is voor mij het volgende. Mensen maken fouten. En dat maakt ze geen ‘crimineel’, dat maakt ze niet ‘gevaarlijk’, dan maakt ze niet ‘anders’. Dat maakt ze, volgens mij, gewoon mens. Dus laat ons wat meer met elkaar praten. Laat ons de grens tussen de realiteit en gevangenissen niet te groot maken. Want uiteindelijk lijken we allemaal meer op elkaar dan we willen geloven.

FOTO COVER: © Tijl Vereenooghe


Eén reactie

  1. Knap geschreven! En ik ga helemaal akkoord met de twee punten die je formuleert op het einde. Konden alle mensen maar eens het gesprek aangaan met een gedetineerde…


Reacties zijn gesloten.