DOOR MICHAEL CEULEMANS EN VEERLE FOULON. Vrouwen en zorgverleners hebben veel vragen over het veilig gebruik van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding. Daarnaast wordt er in België amper data bijgehouden over gebruik van geneesmiddelen en gezondheidsuitkomsten bij moeders en kinderen, wat onderzoek bemoeilijkt. Beide bevindingen onderstrepen dat de oprichting van een nationaal expertisecentrum in België noodzakelijk is.

Michael Ceulemans en Veerle Foulon
Geneesmiddelengebruik tijdens zwangerschap en borstvoeding
Uit mijn doctoraatsonderzoek blijkt dat 1 op 2 van de ondervraagde zwangere vrouwen minstens één geregistreerd geneesmiddel heeft gebruikt in de afgelopen 7 dagen. Tegelijk gaven vrouwen aan tijdens de zwangerschap een hogere drempel te ervaren om geneesmiddelen te gebruiken. 42% antwoordde dat plantaardige producten zouden moeten worden verkozen tijdens zwangerschap.
De tragedie met thalidomide (Softenon) in vorige eeuw heeft duidelijk aangetoond dat het gebruik van geneesmiddelen bij zwangere vrouwen niet altijd onschuldig is. Een geneesmiddel kan in meer of mindere mate terecht komen bij de foetus of bij het kind dat borstvoeding krijgt. Het gebruik van een geneesmiddel tijdens zwangerschap of borstvoeding is daarom steeds een individuele afweging van de voor- en nadelen, waarbij de invloed van een niet-behandelde aandoening bij de mama ook mee in rekening moet worden gebracht. Zo kan het niet voorschrijven of niet nemen van een geneesmiddel tijdens zwangerschap of borstvoeding in sommige gevallen meer kwaad dan goed doen en is het gebruiken van een geneesmiddel in die situaties onvermijdelijk.
In ieder geval wordt aangeraden dat elke vrouw die chronisch geneesmiddelen gebruikt én zwanger wil worden het gebruik van deze middelen vooraf aan de zwangerschap met haar arts bespreekt. Daarnaast kunnen zwangere en borstvoedende vrouwen ook altijd best eerst het gebruik van een geneesmiddel met hun zorgverleners bespreken.
HET GEBRUIK VAN EEN GENEESMIDDEL TIJDENS ZWANGERSCHAP OF BORSTVOEDING IS STEEDS EEN INDIVIDUELE AFWEGING VAN DE VOOR- EN NADELEN.
Informatienoden bij vrouwen én zorgverleners
Om goed geïnformeerde beslissingen te kunnen nemen, hebben vrouwen en zorgverleners nood aan betrouwbare informatie. Mijn doctoraatsonderzoek toonde aan dat zowel vrouwen als zorgverleners heel wat vragen hebben over het veilig gebruik van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding en dat ze op verschillende manieren op zoek gaan naar antwoorden op hun vragen. Zo gaven vrouwen aan frequent gebruik te maken van Dr. Google, terwijl ze amper betrouwbare online bronnen zoals www.gezondzwangerworden.be raadpleegden.
Een opvallende bevinding was dat het Antigifcentrum bijna dagelijks wordt gecontacteerd door vrouwen en zorgverleners met vragen rond het gebruik van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding. Verrassend genoeg betroffen de meerderheid van de vragen ‘preventieve’ vragen. Op het moment van het contact met het Antigifcentrum was er nog geen geneesmiddel gebruikt en had er zich dus (nog) geen intoxicatie voorgedaan, hoewel dit net de expertise van het Antigifcentrum is. Zorgverleners lijken verder hulp te zoeken bij elkaar op gesloten facebookfora of via wetenschappelijke beroepsinstanties. Gebrek aan informatie kan op zijn beurt leiden tot angst en onzekerheid (zowel bij zorgverleners als bij zwangere vrouwen), stopzetten van het gebruik van geneesmiddelen of het vroegtijdig stoppen met het geven van borstvoeding.
In vele landen kunnen patiënten en zorgverleners beroep doen op een zogenaamde ‘Teratologie Informatie Service’ (TIS). Een teratogene stof is een stof die aangeboren afwijkingen kan veroorzaken. Toch beantwoordt een Teratologie Informatie Service zowel vragen over het veilig gebruik van geneesmiddelen en gezondheidsproducten tijdens zwangerschap als borstvoeding. In tegenstelling tot onze buurlanden heeft België tot dusver geen zo’n laagdrempelig expertisecentrum, hoewel de oprichting ervan al in 2016 werd aanbevolen aan de bevoegde minister.
IN TEGENSTELLING TOT ONZE BUURLANDEN HEEFT BELGIË TOT DUSVER GEEN LAAGDREMPELIG EXPERTISECENTRUM, HOEWEL DE OPRICHTING ERVAN AL IN 2016 WERD AANBEVOLEN AAN DE BEVOEGDE MINISTER.
Meer registratie van data is belangrijk
Ondanks de nood aan veiligheidsgegevens over het gebruik van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding, ontbreekt deze informatie momenteel voor vele middelen of is de beschikbare evidentie beperkt. Bijgevolg is het verzamelen van onderzoeksgegevens en wetenschappelijk onderzoek in dit domein héél belangrijk. Jammer genoeg is gebleken dat de huidige registratie van deze gegevens in België zeer beperkt is, wat onderzoek naar de veiligheid van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding onmogelijk maakt.
Naast het beschikbaar stellen van betrouwbare informatie over het gebruik van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding speelt een TIS ook een belangrijke rol bij het verwerven van nieuwe kennis. Zo heeft een TIS de mogelijkheid om vrouwen die (per toeval) zijn blootgesteld aan een geneesmiddel op te volgen tijdens en na de zwangerschap of kan het een rol spelen bij het opzetten en coördineren van een nationaal zwangerschapsregister.
DE VOLGENDE FEDERALE REGERING ZOU DE OPRICHTING VAN EEN EXPERTISECENTRUM ROND GENEESMIDDELEN TIJDENS ZWANGERSCHAP EN BORSTVOEDING HOOG OP DE POLITIEKE AGENDA MOETEN ZETTEN.
Op weg naar een Teratologie Informatie Service in België?
Het is duidelijk dat een TIS tegemoet komt aan zowel de grote nood aan informatie over het gebruik van geneesmiddelen tijdens zwangerschap en borstvoeding als aan het gebrek aan data-registratie en wetenschappelijk onderzoek in dit domein. Daarenboven kan een TIS ook een rol spelen bij het onder de aandacht brengen van het belang van levenstijlaanpassingen voorafgaand aan de zwangerschap, zoals bijvoorbeeld het gebruik van foliumzuur ter preventie van geboorteafwijkingen zoals het open ruggetje of het stoppen met roken en alcohol drinken. Meer aandacht voor deze levenstijl-aanpassingen is trouwens nodig aangezien uit ons onderzoek blijkt dat momenteel slechts 1 op 2 vrouwen tijdig start met foliumzuur (dit is namelijk minstens 4 weken voor de bevruchting) en nog steeds minstens 6% van de vrouwen tijdens de zwangerschap rookt en/of alcohol drinkt. De volgende federale regering zou de oprichting van een TIS in België (‘belTIS’) dus hoog op de politieke agenda moet zetten. Zowel patiënten, zorgverleners als de toekomstige generaties zouden hier baat bij hebben.
De hierboven besproken onderzoeksresultaten werden verzameld tijdens het doctoraatsonderzoek van Michael Ceulemans, getiteld: ‘Medication use during preconception, pregnancy and lactation: towards safe and rational use enhanced by community pharmacists’ counseling.’