Panda Rel II, in de sperperiode

DOOR TIM SMITS. Bart De Wever zorgde dit weekend voor een sequel van een politieke rel die in deel één al van een banale grootteorde leek: Panda Rel II. Dit optreden viel op omdat deze periode voor de verkiezingen juist akelig stil is wat betreft rechtstreekse politieke reclame. Dat heeft alles te maken met de sperperiode die de betaalde plaatsing van reclame door politici aan banden legt. De strenge regeling staat in schril contrast met de houterige zelfregulering van de media over hun eigen programma’s. We verzanden in een situatie waarbij echte standpunten alleen in kranten en duidingsprogramma’s mogen en dat elk ander optreden van politici in een spreidstand tussen amusement en (verdoken) propaganda komt te staan. Daarom wordt het dringend tijd om die hele sperperiode te herzien.

Geschreven door Tim Smits, docent persuasieve en marketingcommunicatie aan het Instituut voor MediaStudies. Hij heeft een persoonlijke blog en tweet via @TimSmitsTim

smits1De Nacht van de Vlaamse Televisiesterren

Na de eerder al gepolitiseerde komst van de panda’s, gaf Bart De Wever op de Nacht van de Vlaamse Televisiesterren acte de présence verkleed als panda (voor tekst en beeld, zie bv. Knack). Ook in zijn korte toespraak alludeerde hij nog verder op het intussen politiek geladen panda-dossier, op zijn Waalse concurrent Elio Di Rupo en op het al eveneens politiek geladen dossier van het management van Bpost. Zijn optreden had dus een ontegensprekelijke politieke toon.

Dit is opmerkelijk juist omdat het plaats vindt in de sperperiode – de periode voor de verkiezingen vergelijkbaar met een sperperiode voor de solden starten. In die sperperiode is het voor politieke partijen niet meer toegelaten om reclame te maken in zijn typische vorm (behalve dan via de kranten – zie mijn vorige blogpost). Zij mogen dus bijvoorbeeld geen spotjes uitzenden op TV. Nu, we nemen aan dat dit geen door de N-VA betaalde reclame was en dus valt het optreden van Bart De Wever niet onder die noemer.

Anderzijds leggen de media zichzelf voor die optredens van politici of politieke partijen ook wel een aantal regels op. Natuurlijk moet de burger geïnformeerd worden in de aanloop naar de verkiezingen dus mogen politici onder bepaalde voorwaarden wel blijven optreden in duidingsprogramma’s. Voor spel- en amusement is dat echter wat anders. De VRT legt zichzelf op om politici al te weren vanaf 10 februari in dat type programma’s. Op VRT zou De Wever’s optreden dus niet gekund hebben. Minister Lieten, zij zou er wellicht wel mogen optreden als minister van media omdat de Nacht van de Vlaamse Televisiesterren nu eenmaal sterke verwantschap heeft met haar bevoegdheid.

VRT versus SBS

Maar de Nacht werd dus uitgezonden op VIER en niet op VRT. De zelfregulering bij de SBS zenders luidt dat zij nog wel politici blijven uitnodigen maar dat ze er op “toezien” dat die geen reclame maken en ook nog dat er min of meer een evenwicht is tussen de verschillende partijen. Er is toch een ijzersterke redenering nodig om De Wever’s panda pop-up niet als reclame voor N-VA’s anti-PS positie voor te stellen.

Interessant is bovendien dat de Nacht van de Vlaamse Televisiesterren een productie is van deMensen en laat dat nu net een productiehuis zijn dat bijna uitsluitend werkt aan VRT producties waar dus ditzelfde optreden niet zou beantwoorden aan de strengere zelfregulering.

Dat alles maakt dat Bart De Wever op vele punten gelijk heeft in zijn eigen reflectie over zijn optreden en de sperperiode (uit Het Laatste Nieuws): “Mijn optreden van zaterdagavond heeft niks met sperperiodes te maken. Trouwens, die vraag moet u niet aan mij stellen, maar aan het productiehuis. Zij nodigen uit, zij kiezen wie er op het podium staat, niet ik… De sperperiode betekent niet dat je niets meer mag doen. Het zijn alleen de tv-makers die beslissen of die sperperiode geldt of niet.” En laat dat nu net het probleem zijn.

© Vlaamse Televisiesterren

© Vlaamse Televisiesterren

Native advertising

Het is nogal logisch dat politici een publiek leven hebben in de maanden voor de verkiezingen. Natuurlijk. Zeker dan. Zij moeten de opiniepeilingen voeden. Dat doen ze heus niet alleen via de toegestane krantenadvertenties of het sporadische debat of duidingsprogramma. Dat doen ze ook via meer persoonlijke kanalen (deur-aan-deur, op de markt of braderij) en ze zullen een uitnodiging voor een groot evenement ook niet naast zich neer leggen, zeker als het op de televisie wordt uitgezonden. Maar omdat ze er niet voor betalen heet het plots geen reclame meer. Denken dat het geen effect zou hebben omdat het geen expliciet politiek standpunt oproept, is een overschatting van de menselijke gave tot rationele beslissingen. Daarom wordt het dus dringend tijd om die hele sperperiode te herzien.

We vinden het maar normaal dat media allerlei vormen van ingebedde reclames verkopen. Op televisie kennen we product placement, tijdschriften kennen al decennia lang “advertorials” die op een normaal stuk lijken maar toch gesponsord zijn, Facebook en Twitter werken al met gesponsorde berichten. Al die vormen van native advertising kunnen wel, maar een politicus die zo’n medium betreedt (zonder betaling, hoewel het ook die media zelf wel wat oplevert, bijvoorbeeld kijkcijfers), daar moeten we dan plots wikken en wegen en hen vooral niet te expliciet politiek aan het woord laten. Kunnen we hen dan ook niet gewoon reclame laten maken? Dat lijkt alvast minder schizofreen.

De sperperiode kan omwille van allerlei redenen sterk in vraag gesteld worden, maar door echte reclame te verbieden en de onduidelijkere native advertising aan zelfregulering over te laten, zetten we de deur open voor politieke overtuiging op het ritme van een flauwe mop.


Eén reactie


Reacties zijn gesloten.