DOOR JAN VAN HAAREN. Morgenavond beginnen de Rode Duivels aan hun Braziliaans avontuur. De openingswedstrijd tegen Algerije is zonder twijfel van cruciaal belang. Twee snelle doelpunten zouden onze Duivels al met één been in de achtste finales brengen. Dat blijkt uit mijn analyse van de vorige wereldkampioenschappen.
Na een afwezigheid van liefst twaalf jaar, plaatsten de Rode Duivels zich met sprekend gemak voor het eindtoernooi van het aanstaande wereldkampioenschap voetbal. In Brazilië nemen de Belgen het in de groepsronde op tegen achtereenvolgens Algerije, Rusland en Zuid-Korea. Een hapklare brok volgens de ene, een niet te onderschatten opdracht volgens de andere. België is in ieder geval favoriet voor de groepswinst, want op de FIFA-wereldranglijst staan de Zuid-Koreanen met de 57ste plaats, de Algerijnen met de 22ste plaats en de Russen met de 19de plaats beduidend lager gerangschikt dan de Belgen op de 11de plaats.
Een gelijkspel is het minimum
Het belang van de eerste wedstrijd van een kampioenschap valt niet te onderschatten. Tijdens het wereldkampioenschap van vier jaar geleden wist enkel Spanje zich te herstellen van een nederlaag in haar openingswedstrijd. De uiteindelijke wereldkampioen verloor toen nipt met 1-0 van Zwitserland. Van de overige vijftien landen in de achtste finales, speelden er zeven gelijk en sloten er acht hun eerste wedstrijd winnend af. Sinds de editie van 1998 nemen aan het wereldkampioenschap 32 landen deel die het volgens de huidige opzet tegen elkaar opnemen. Als we de analyse herhalen voor de vier wereldkampioenschappen die sindsdien gespeeld werden, oogt de balans voor zij die hun eerste wedstrijd niet konden winnen nog een stuk minder fraai. Van de 64 landen die de achtste finales bereikten, wonnen er 39 hun openingswedstrijd, bleven er 21 op een gelijkspel steken en wisten er slechts vier geen punten te sprokkelen in hun eerste duel. Naast Spanje in 2010, vormen Ghana en Oekraïne in 2006 en Turkije in 2002 de zeldzame uitzonderingen.
Verliezen is geen drama
De geschiedenis van België op het wereldkampioenschap leert echter dat een eventuele nederlaag tegen Algerije niet noodzakelijk een drama is. Tijdens het wereldkampioenschap van 1986 in Mexico, waarop onze nationale ploeg met een vierde plaats haar beste resultaat ooit behaalde, gingen onze Duivels in hun openingswedstrijd met 1-2 ten onder tegen het thuisland. De Duivels wisten zich echter slechts ternauwernood te plaatsen voor de achtste finales. Het wereldkampioenschap werd toen nog maar onder 24 landen betwist. Zij namen het in zes groepen van vier tegen elkaar op. Naast de zes groepswinnaars en zes nummers twee gingen in Mexico ook de vier beste nummers drie naar de achtste finales. Met een 1-2-overwinning tegen Irak en een 2-2-gelijkspel tegen Paraguay wist België zich uiteindelijk als beste nummer drie alsnog te kwalificeren voor de achtste finales.

© Photonews – KBVB
Geen vangnet meer
België nam sinds de Tweede Wereldoorlog achtmaal deel aan een wereldkampioenschap en wist vijf keer de groepsfase te overleven. Ze wonnen tijdens die vijf edities driemaal hun eerste wedstrijd (1-0 tegen Argentinië in 1982, 2-0 tegen Zuid-Korea in 1990 en 1-0 tegen Marokko in 1994), speelden één keer gelijk (0-0 tegen Nederland in 1998) en verloren van Mexico in 1986. Deze statistieken moeten echter met een korrel zout genomen worden. Doorheen de jaren werd de structuur van het belangrijkste landentoernooi immers meermaals veranderd en is ook het aantal deelnemers fors toegenomen. Sinds het wereldkampioenschap van 1998 in Frankrijk nemen 32 landen het in acht groepen van vier tegen elkaar op. Enkel de twee beste landen in iedere groep stoten door naar de achtste finales. Op een vangnet zoals in het boerenjaar 1986 moeten onze Rode Duivels dus alvast niet rekenen.
Vol op de aanval vanaf de aftrap
Winnen tegen de Algerijnen is de opdracht, maar hoe pakken de Belgen dat het beste aan? Het antwoord op die vraag ligt voor de hand: door als eerste een doelpunt te scoren. Een land dat in een wedstrijd op voorsprong komt, verhoogt zijn kansen op een overwinning namelijk aanzienlijk. In slechts 21 van de 256 wedstrijden die op de afgelopen vier wereldkampioenschappen gespeeld werden, viel geen enkel doelpunt. Een analyse van de resterende 235 wedstrijden in figuur 1 toont dat maar liefst 71% van de wedstrijden gewonnen werd door het land dat het eerste doelpunt scoorde. Een land dat op achterstand komt, kan die scheve situatie in slechts 11% van de wedstrijden nog ombuigen in een overwinning. Eén vroeg doelpunt tegen Algerije biedt echter geen garanties op de drie punten, maar zou alvast een goed begin zijn. Van de 256 beschouwde wedstrijden eindigden er immers slechts 57 ofwel zo’n 22% op 1-0.
Twee keer volstaat meestal
Eén doelpunt volstaat dus mogelijk niet voor een overwinning. Uit de wedstrijden van de vorige vier wereldkampioenschappen kunnen we ook het verband tussen het aantal gescoorde doelpunten en het aantal veroverde punten afleiden. Figuur 2 toont hoeveel punten een land gemiddeld sprokkelt wanneer het een bepaald aantal doelpunten scoort, waarbij een overwinning drie punten oplevert, een gelijkspel één punt en een nederlaag geen punten. Deze figuur toont dat vier of meer gescoorde doelpunten bijna een garantie bieden op een overwinning terwijl geen doelpunten scoren gemiddeld amper 0,26 punten oplevert. De waarde van een doelpunt is dus het belangrijkste tussen deze twee extremen. Eén doelpunt garandeert min of meer een gelijkspel, twee doelpunten brengt een land dichter bij een overwinning dan een gelijkspel en meer dan twee doelpunten resulteert meestal in een overwinning. Als onze Rode Duivels erin slagen om in hun openingswedstrijd tegen Algerije snel twee keer te scoren, staan ze dus al met één been in de achtste finales.
En doe daar nog maar ééntje bij!!! 🙂 Die 11% gaat omhoog gaan na dit WK.
Ik schreef deze tekst reeds voor aanvang van het wereldkampioenschap. De eerste wedstrijden leverden echter een aantal verrassingen op die relevant zijn voor deze tekst. Het gemiddelde aantal doelpunten per wedstrijd ligt met 3,36 doelpunten per wedstrijd voorlopig opmerkelijk hoog. In de eerste elf wedstrijden vielen 37 doelpunten ofwel al 12 doelpunten meer dan op de hele eerste speeldag (16 wedstrijden) in 2010. Hoewel vier jaar geleden tijdens het hele toernooi slechts vier landen erin slaagden om een achterstand om te buigen in een overwinning, lukte het reeds vijf landen op dit wereldkampioenschap. Brazilië, Nederland, Ivoorkust, Costa Rica en Zwitserland pakten de drie punten nadat ze eerst op achterstand kwamen.