Energie is de sleutel tot een betere wereld

DOOR JAN RONGÉ EN DORIEN DE MAN. In 2016 is het 500 jaar geleden dat de Engelse humanist Thomas More zijn boek Utopia publiceerde in Leuven. Om dat te vieren heeft de denktank Metaforum onderzoekers uitgedaagd hun utopische toekomstdroom voor te stellen. In deze blog is het de beurt aan Jan Rongé en Dorien De Man. Zij dromen van een wereld zonder saaie jobs en zonder schaarste, dankzij toegang tot onbeperkte energie.

Geschreven door Jan Rongé en Dorien De Man. Jan is bio-ingenieur aan het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse. Dorien is vertaalwetenschapper en verbonden aan het Centre for Reception StudiesDeze blog is geschreven naar aanleiding van de Metaforum-brainstormavonden waarop onderzoekers een utopische droom voorstellen.

Heerlijk toch, de start van een nieuw academisch jaar. De straten van Leuven lopen weer vol met jong geweld, genieën in spe. Zij worden de denkers van morgen, de dromers van morgen, de leiders van morgen. Dat is toch de bedoeling van een universitaire opleiding?

Jan Rongé en Dorien De Man

Jan Rongé en Dorien De Man

De universiteit, zo vertelt de overheid ons, moet werkvolk afleveren dat zo goed mogelijk beantwoordt aan de vraag van de bedrijfswereld. Kwestie dat al die subsidies voor hoger onderwijs tenminste nut hebben. De economie moet toch draaien, nietwaar? Zodat onze welvaart stijgt, nietwaar? Maar moet onze welvaart nog verder stijgen? We hebben allemaal auto’s, tv’s, een overvloed aan eten en een assortiment iDinges.“Toch niet”, denken de geniaalste studenten van de universiteit nu waarschijnlijk, “lang niet iedereen heeft dat allemaal, zelfs niet in België. En trouwens, binnenkort valt de stroom uit en zitten we allemaal in het donker”.

Twee utopieën

Inderdaad, dat wijst ons erop dat er nog steeds schaarste en ongelijkheid is in de wereld. Al meer dan 2000 jaar trachten denkers en doeners uit te zoeken hoe een utopische wereld eruit zou zien, waarin de goederen gelijk verdeeld zijn onder de mensen. Filosoof Hans Achterhuis deelt die utopische denkbeelden op in sociale en technische utopieën.

In sociale utopieën wordt heil verwacht van een perfect georganiseerde samenleving. Technische utopieën zijn doordrongen van technologisch vooruitgangsdenken.

Technische utopieën falen naar onze mening, omdat ze ervan uitgaan dat mensen gelukkig zullen worden dankzij de loutere mogelijkheden van wetenschap en technologie, met dus een erg materialistische kijk op de wereld. Sociale utopieën falen echter ook omdat, hoe je het ook draait of keert, de middelen schaars zijn en ongelijkheid dan praktisch onvermijdelijk is. Beiden kunnen dan ook niet los van elkaar worden gezien. Een sociale utopie kan slechts worden uitgebouwd als de middelen ervoor aanwezig zijn, dankzij een (‘utopische’) technologische doorbraak.

Als materiële dingen onbeperkt beschikbaar zijn, hebben we geen uitgebreide economie meer nodig.

Oneindige energie

De sleutel hiertoe is energie, en die ligt vandaag al binnen handbereik. Zonne-energie is hernieuwbaar, praktisch onuitputtelijk. Wanneer we voldoende zonnecellen op aarde hebben zodat ze meer energie opleveren dan het gekost heeft om ze te maken, bereiken we energie-singulariteit: energie wordt gratis, oneindig. Met een oneindige hoeveelheid energie wordt het voedselprobleem onbestaande. De mobiliteit gaat vlotter dan ooit tevoren: een elektrische fiets of een waterstofhelikopter, hoe dan ook zonder uitstoot. Productieprocessen kunnen worden geautomatiseerd. Omdat energie gratis is, wordt alles goedkoper, van voedsel en kleren, tot huizen en reizen.

Als materiële dingen onbeperkt beschikbaar zijn, hebben we geen uitgebreide economie meer nodig om de wereld draaiend te houden. We kunnen ophouden het dier te zijn dat tracht te overleven en de mens worden die beleeft.

En al dat werkvolk? Die moeten niet meer werken. Of beter gezegd: ze werken zo veel ze willen, en vullen het in zoals ze willen. Saaie jobs bestaan niet meer. Werkloosheid trouwens ook niet, want geld is niet meer noodzakelijk. De grens tussen vrije tijd en werken wordt dus heel vaag (hopelijk leidt dat niet tot nog meer burn-outs …). Nog slechts een klein aantal jobs zal gericht zijn op productie, de rest gaat over diensten, interactie met mensen: leider bij de jeugdbeweging, koken voor de buren of een workshop gaan geven in een school, het zijn allemaal nuttige invullingen van de vrijgekomen tijd.

Immaterialisme

Scholen bestaan nog, maar zijn niet gemaakt om louter arbeidskrachten voort te brengen. Ze dienen om mensen te leren mens-zijn. Je kan nog altijd talen leren of wiskunde, maar ook hoe je een lekkere soep maakt, of hoe een goede relatie in elkaar zit. Vandaag zijn er bijvoorbeeld heel wat Aziatische denkers, waaronder professor Man Lun, die al jaren ijveren voor een onderwijssysteem waarin serieuze, formele en praktische voorlichting op het gebied van menselijke relaties en liefde onderwezen wordt.

In deze utopie is de puur materiële behoefte vervuld, en is er dus ruimte voor het immateriële. Er is plaats voor mensen in plaats van dingen, actie in plaats van consumptie, tijd in plaats van geld. Dat betekent niet dat je niet kan of mag genieten van materiële dingen: we houden allemaal van lekker eten, of we nu in Utopia wonen of niet.