Religie is springlevend, maar waarom toch?

DOOR DENNIS VANDEN AUWEELE. Lange tijd dachten filosofen dat religie zou verdwijnen. Dat klopt niet. De reden hiervoor is dat mensen belang hechten aan dingen die niet redelijk zijn.

Geschreven door Dennis Vanden Auweele naar aanleiding van de Vlaamse PhD Cup. Dennis is postdoctoraal onderzoeker aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte, KU Leuven en universitair docent godsdienstfilosofie aan de RU Groningen. 
dennis-vanden-auweele_hr_11

Dennis Vanden Auweele © Kevin Faingnaert

Dagelijks gebeurt er met ons wat moeilijk te verklaren is: waarom ben ik aangetrokken tot deze persoon, waarom vind ik het belangrijk om altijd de waarheid te spreken? Mensen doen elke dag heel wat klaarblijkelijk onredelijke dingen. Zij kunnen niet blijven redenen geven waarom ze iets doen. Ze doen het gewoon. Maar irrationeel is niet noodzakelijk slecht. In het verleden werden zo’n zaken wel eens verklaard aan de hand van religie: God heeft het zo gewild, het is het noodlot, enzovoort. De religie probeert de onredelijke dingen op een of andere manier te verklaren. Wanneer deze dingen dan toch redelijk te verklaren blijken, dan lijkt de verklaringskracht van religie overbodig.

Lange tijd dachten filosofen dan ook dat de mens alsmaar redelijker zou worden wat op haar beurt weer zou betekenen dat de religie stelselmatig uit de samenleving zou verdwijnen. Maar religie is niet aan haar zwanenzang toe. Ze lijkt zelfs een heuse revival te maken. Hoe kan het eigenlijk dat religie vandaag de dag nog de harten en daden van mensen beheerst?

De belangrijke rol die religie nog steeds vervult in onze samenleving heeft te maken met het feit dat mensen gehecht zijn aan dingen waarvoor men geen verdere redenen kan geven. Dingen die niet redelijk zijn, maar toch essentieel deel uitmaken van mijn identiteit. Men kan van bepaalde dingen niet uitleggen waarom ze goed voor mij zijn – zoals bijvoorbeeld hoe ze mijn geluk of zelfbeschikking ten goede komen – en toch zijn ze belangrijk voor ons. Religie heeft dan betrekking op zaken die voor ons heilig zijn en ondanks onszelf aan ons kleven. Ook wij, zogenaamd seculiere westerlingen, zijn zelf nog steeds niet losgekomen van een zeer religieus gevoel van heiligheid.

Religie als (pseudo-)wetenschap

In filosofische kringen is men er lange tijd vanuit gegaan dat religie haar einde aan het naderen was. In de 18de eeuw meenden heel wat intellectuelen dat het de taak van de samenleving was om religie, samen met alle andere vormen van ongerechtvaardigde autoriteit, uit de samenleving te bannen. Denk bijvoorbeeld aan de provocatieve woorden van Denis Diderot in zijn Dithyrambe sur la fête des Rois:

“Met de darmen van de laatste priester, zullen we de laatste koning ophangen”.

Amper honderd jaar later leek Nietzsche te suggereren dat deze taak tot een goed einde was gebracht: “God is dood”, of zo luidt Nietzsches welbekende credo.

Deze idee dat religie zou verdwijnen is te danken aan een volgens mij foute veronderstelling, namelijk dat religie eenzelfde doelstelling heeft als positieve wetenschap. Volgens deze denkwijze geven religie en wetenschap beide een concurrerende verklaring van de wereld. Deze vooronderstelling ziet men nog steeds sterk in debatten tussen atheïstische wetenschappers à la Dawkins en creationisten. De conflicten die in deze debatten centraal staan worden doorgaans breed uitgesmeerd over de media, wat op haar beurt de problematische vooronderstelling van dit debat in de hand werkt.

Als het op het oorzakelijk verklaren van de werkelijkheid komt, geeft de positieve wetenschap een veel genuanceerdere, accuratere en overtuigendere analyse. Terwijl in de 16de-17de eeuw het wetenschappelijk wereldbeeld nog uitgedaagd kon worden door het christelijke wereldbeeld, is dit waanzin vandaag de dag. Indien religie dan werkelijk in concurrentie met wetenschap treedt, dan moet dit noodzakelijk betekenen dat religieuze mensen dom zijn. Heel erg dom zelfs.

Maar zijn mensen werkelijk zo dom? Zou het niet beter zijn om voor eens en altijd komaf te maken met de idee dat religie poogt een wetenschap te zijn? Toegegeven, religie (en vooral de christelijke) heeft deze idee vaak zelf verspreid, maar deze misstap is verwijderd van haar werkelijke essentie. Religie heeft in haar ware wezen betrekking op een heel ander domein van de menselijke beleving.

Religie verklaart het heilige

Wanneer men het hele scala van praktijken die met de noemer ‘religie’ in verband gebracht worden overschouwt, dan valt op dat er één bepaal concept is dat universeel aanwezig is. Dat is het heilige: datgene dat van belang is voor ons ongeacht of men er nu zelf of als maatschappij beter van wordt.

Sommige dingen zijn belangrijk voor onszelf ongeacht onszelf. Deze zijn dan ook zeer sterke motivatoren voor het handelen. Dit kan in erg in erg negatieve zin gebeuren, zoals toen op dinsdag 26 juni twee mannen een kerk binnendrongen nabij het Franse stadje Rouen om de lokale priester, Jacques Hamel, het leven te ontnemen. Eén voorbeeld in een lange rij van religieus geïnspireerde daden van geweld en haat. Maar religie heeft zeker ook positieve uitwerkingen. Daar wordt doorgaans minder ruchtbaarheid in de media aan gegeven. Volgens mij zegt dit meer over de aard van media, dan over de aard van religie. Enkele weken na bovenstaande wandaad, kwam bijvoorbeeld een grote congregatie van lutheranen samen in New Orleans om hun zogenaamde Declaration on the way vast te leggen. Hierin verklaarde ze dat er, voor hun alleszins, geen kerk-splitsende geschillen meer zijn met de Katholieke kerk – bijna vijfhonderd jaar nadat Luther zijn befaamde vijfennegentig thesen aan de portier van de kerk van Wittenberg had genageld.

De belangrijke rol die religie nog steeds vervult in onze samenleving heeft te maken met het feit dat mensen gehecht zijn aan dingen waarvoor men geen verdere redenen kan geven.

Het is duidelijk uit het eerste voorbeeld dat deze moslimterroristen vonden dat er getornd werd aan datgene dat zij heilig achten. In dat opzicht is religie enorm zoals een trommel: ga je die uitsluiten en neerslaan, dan maakt ze een dreigend en hels geluid.

Ook wij vinden dingen heilig

In het seculiere Westen menen wij vaak een neutraliteit gevonden te hebben tegenover godsdienst. Wij zouden dan perfect zonder godsdienst kunnen oordelen en leven. Maar toch hebben wij bepaalde dingen heilig verklaard. In eerste instantie is dit het recht op zelfbeschikking. Hier willen we onder geen beding op afdingen: mensen moeten autonoom zijn of ze het nu willen of niet – hoe paradoxaal dit ook mag klinken. Dit is een religieus gevoel van heiligheid waarvan we ons zelf haast niet bewust zijn.

Dit betekent dat conflicten tussen het seculiere Westen en verscheidene geloven geen conflict is tussen een superieure neutraliteit en een achterhaald geloof. Nee, dit conflict heeft te maken met het ervaren van radicaal andere dingen als heilig. Dit besef daagt zich maar zelden bij mensen. Wij eisen dat gelovigen van allerlei allooi onze goden aanbidden indien ze een onderdeel willen uitmaken van onze samenleving. Indien we bewust worden van deze situatie, kan er op een veel beter manier omgegaan worden met verschillende godsdiensten. Dus ook met het seculiere geloof en zelfs het atheïsme, dat ook veel weg heeft van een geloof.

Een voorbeeld om dit te illustreren dat recent in het nieuws kwam is de burkini. Dit is een soort badpak dat aanvaardbaar is voor vrome moslima’s. Hier ziet men duidelijk hoe twee overtuigingen met elkaar botsen. Enerzijds heeft het Westen een lange geschiedenis van mannen die zeggen hoe vrouwen zich moeten kleden. Altijd zogezegd in het voordeel van de vrouwen natuurlijk. Niet te bloot op een mondeling examen zodat je serieus genomen wordt door de professor; niet je hoofd bedekken met religieuze kledij want anders ben je onderdrukt; niet teveel bedekken als je in het oog van de man wil springen. Er heerst een soort Superman-complex: wij helpen de vrouw om haar opperste zelf te kunnen zijn. Het maakt ons zelfs niet uit of ze dit zelf wil – indien niet, dan is ze toch waarschijnlijk geïndoctrineerd. Anderzijds leeft er het besef bij moslima’s dat een bepaalde nederigheid (misschien zelfs schaamte) op zijn plaats kan zijn. Religie kan dan dat Superman-complex temperen.

Religie wordt vaak misbruikt. In essentie is religie een verheven poging om het gevoel van het heilige een kader te geven. Maar in mensenhanden wordt zelfs het meest sublieme object gevaarlijk. Terrorisme is daar slechts één voorbeeld van. Dit is ook zo voor wetenschap nota bene: deze gaf ons veel gemakken, maar ook de atoombom. En evenzeer voor democratie: dit gaf iedereen een stem, maar heeft in de jaren 30 een fascistische dictator in Duitsland verkozen (en dreigt dit te herhalen in de Verenigde Staten). Meer dan democratie en wetenschap hebben we nood aan een authentieke beleving van religie. Deze heeft ten minste het potentieel om de menselijke hoogmoed te temperen door erop te duiden dat bepaalde dingen, zoals het heilige, de mens overstijgen. Ik vrees dat democratie en wetenschap de menselijk hoogmoed slechts versterken.

De religie geeft een kader om na te denken over dingen die voor ons heilig zijn ondanks dat ze niet met verdere redenen uit te leggen vallen. En opnieuw, religie is als een trommel: uitgesloten en neergeslagen is ze gevaarlijk, maar wanneer deze de ondertoon kan verzorgen van een samenleving, kan ze samen met democratie en wetenschap zorgen voor een vreedzame harmonie.


12 comments

  1. Heren ,
    Ik moet toch zeggen dat er hier nogal wat rond de pot gedraaid word .Moet je dan daarvoor zoveel jaren studeren om tot de vaststelling te komen dat jullie er niet uitkomen of er je eigen interpretatie aan geven zonder gebruik te maken van Gods woord zelf .Dit kan enkel maar door de reden zijn die in Matth 11 vers 25 beschreven is .In geen enkel commentaar is er verwezen naar Gods woord ( de oorsprong ) voor een uiteenzetting van het begrip . Er is waarschijnlijk bij jullie studie’s niet veel gebruik gemaakt geweest van de bron zelf

  2. Ik ben het als theoloog en gelovige christen grotendeel eens met de auteur Dennis Vanden Auweele. Op twee punten wil ik hem toch tegenspreken, alvast voor wat de christelijke religie betreft. Vooreerst is religie niet ‘irrationeel’ of onredelijk, maar transrationeel of boven de rede uitstijgend zonder dat dit weerlegbaar is door de rede (zie ook verder). Irrationeel is wat je met de rede kan weerleggen, en God weerleggen kan je evenmin als hem bewijzen; daarvoor hebben we net de categorie ‘geloven’.
    Geloven begint bij het zien van de wereld als gave van God, dat noemen we schepping. Welnu, als God de gever is van al wat is, van het zijn, dan kunnen wij nooit kijken waar God zelf ‘is’, dwz buiten het of ons zijn. Daarom noemden de middeleeuwers ons zijn een analoog zijn, en Gods zijn het enige echte zijn. Hedendaagse filosofen draaien dat om, wat ook kan. Levinas gaat uit van ons zijn, maar situeert God dan als ‘autrement qu’être’, Marion schreef een boek getiteld ‘Dieu sans l’être’. De theologie benadrukt doorheen heel haar geschiedenis deze apofatische dimensie. God is niet degene die wij zien (= godsbewijs), noch degene die wij niet zien (= bewijs dat God niet bestaat), maar degene van wie we belijden dat hij (naar) ons (om-)ziet (= gelovige blik), en dat is zijn scheppen. Thomas van Aquino omschrijft schepping dan ook als relatio quaedam; en zijn Godsbewijzen eindigen allemaal op een variant van ‘dat is wat allen God noemen’, dus de gelovige consensus.
    Schepping is een strikt theologische categorie, en dus behoud ik bij elke nieuwe ‘verklaring’ over oorsprong en al-dan-niet-begin van de kosmos (waarbij alles wetenschappelijk ook niet helder is, maar daar wil ik me zelfs niet achter verschuilen), de mogelijkheid om de vraag te stellen naar de gever van de ‘data’ van de kosmos. Het heilige is dus geen irrationele (dan tot het psychologische reduceerbare) categorie, maar een theologische en transrationele, die zoals ook bvb het esthetische niet verifieerbaar en niet falsifieerbaar is. Het is toch niet omdat het niet zeker is dat een schilderij mooi is, dat dit niet waar kan zijn en dus irrationeel is?
    Mijn tweede punt dan. Als God de gever van het zijn is, dan kan je er niet onder uit dat daartoe ook de materie behoort. Daarom maakt de traditie het onderscheid tussen alle ‘tweede oorzaken’, in hedendaagse taal alle oorzakelijkheid na de schepping (‘na’ niet noodzakelijk in chronologische zin, maar als secundair), en de ‘eerste oorzaak’ van alles, die God is. Vanuit de kosmos op zoek gaan naar God zonder theologische ‘sprong’ kan dan slechts leiden tot tweede oorzaken die Dawkins wellicht verkeerdelijk God noemt, om vervolgens zijn foute God onbestaand te verklaren. Maar de integratie van kosmos en materie in Gods scheppingsact (aan het begin én op elk moment ‘nu’) blijft wel een theologische claim die we niet zomaar kunnen schrappen. Religieuze mensen zijn dus niet ‘dom’ als ze naar God verwijzen als beginsel van de werkelijkheid, wel als ze daarbij het transrationele taalspel van de theologie verlaten om argumenten uit kosmologie, fysica en dies meer te gebruiken.

    • Beste Stijn,
      Bedankt voor je weldoordachte antwoord. Ik denk dat ik grotendeels akkoord kan gaan met de geest van je antwoord. Ik ken de geschiedenis van de theologie en godsdienstfilosofie erg goed. De reden dat ik niet teruggrijp naar traditionele categorieën zoals analogie, transrationeel en schepping, is omdat deze wantrouwen opwekken bij vele mensen vandaag de dag. Ik denk dat je als filosoof/theoloog meer succes kan hebben door religie te laten plaatsvinden binnen de onmiddellijke belevinswereld, en niet te vaak complexe theologische argumenten erbijhalen. Dan geraak je je publiek snel kwijt.
      Alleszins bedankt voor het engagement!

      Dennis

  3. Beste,

    Ik had deze blog een beetje uit het oog verloren. Ik had er geen idee van dat er nogal heftig op gereageerd was. Ik dank u alleszins voor uw oprechte reactie. Er zijn inderdaad oprechte zorgen over wat godsdienst van allerlei immorele dingen kan doen, zeker aangezien ze veel kwaads in het verleden heeft gedaan. Ik moet wel zeggen dat ik de toon en verwoordingen van uw antwoord best wel aanvallend (en soms wat bruut) zijn. Dat maakt het des te moeilijker om een oprechte dialoog te voeren.

    Ik kan in een kort antwoord niet op alles antwoorden. Laat ik een aantal zaken verduidelijken. Ik meen namelijk dat het eerste deel van de blog al vergeten was toen het laatst deel gelezen werd. Termen zoals zelfbeschikking, religie en het heilige geef ik een heel bijzondere (maar ook meer authentieke betekenis).

    (1) Ik stel helemaal geen vragen bij het recht op zelfbeschikking. Ik duid er wel op dat het mantra dat zelfbeschikking het ‘heil’ zal brengen veel weg heeft van een bepaalde ongefundeerde veronderstelling die erg fout kan aflopen. Ik vraag me dan openlijk af of we beter af zijn met absolute zelfbeschikking, en dat bepaalde meer ‘passieve’ elementen niet een verlichting (met kleine ‘v’) kunnen brengen. In die analyse merk ik dat ik bijgetreden word door het merendeel van psychologen/psychiaters. Als alles dat van belang louter en alleen van mij afhangt, dan tors ik het gewicht van de wereld op mijn schouders.

    (2) Ik stel ook helemaal geen vragen bij secularisme als het verdwijnen van het wetenschappelijke en politieke invloed van bepaalde religies. Integendeel, daar ben ik voorstander van. Het merendeel van mijn blog gaat over een analyse wat religie nu precies is, en welk doel ze precies nastreeft. Ze heeft niets met wetenschap of politiek te maken. Wanneer ze dit wel doet, dan wijkt ze af van haar oorspronkelijk doel. Dan is ze niet langer religie, maar dan IS ze politiek of wetenschap (en moet ze aan de daar gepaste standaarden gehouden worden – waar ze trouwens niet lang zal overleven). Wanneer dit niet in het achterhoofd gehouden wordt, dan klopt het dat de laatste alinea’s van het artikel een aanval op secularisme lijken. Mijn argument is net dat secularisme een fenomeen is dat uit een bepaalde godsdienst is gevormd (secularisme betekent iets heel anders in België, Frankrijk, VS en India – bijvoorbeeld). Dit betekent ook dat seculiere perspectieven of zelfs atheïstische gedachtegoeden niet radicaal breken met religie, maar hier een andere invulling aangeven. Maar herinner u: religie is geen dogmatische wetenschap, eerder de intieme ervaring van het belang van bepaalde zaken/waarden waarvoor ik verder weinig uitleg kan geven. Zelfbeschikking fungeert als zo’n ‘heilige’ zaak.

    (3) Tot slot, u beticht mij ervan dat ik bepaalde termen in oneigenlijke zin gebruik, zoals het heilige. Hier kan ik maar één ding op zeggen. Dat is niet waar: ik gebruik vooral de term ‘het heilige’ in haar meest authentieke zin. Het is een eigenaardigheid van filosoof te zijn dat mensen zonder schroom op dit soort feitelijke zaken de ‘geleerde’ durven tegenspreken. Stel je voor dat ik als filosoof een dokter zou tegenspreken over een diagnose? Dit is waarschijnlijk weer zo’n uitloper op de heiligheid van zelfbeschikking.

    • Met mijn (hevige) reactie wil ik vooral de voortdurende en openlijke aanval op de seculiere basis van onze maatschappij aankaarten uit monde van zelfverklaarde ‘gematigde’ religieuze hoek, theologen (academici), in pamfletten van de “dialoogscholen” enzovoort. Het stoort mij dat men niet lijkt te beseffen hoe politiek radicaal dergelijk standpunt is. Ik kan mij best vinden in uw antwoord, hoewel het niet helemaal reflecteert hoe de blogtekst in context geïnterpreteerd kan/wil worden. Ik reageer op de ideeën in de tekst die niet enkel de uwe zijn en breder gedragen worden. De provocerende toon vist naar de ware motieven achter een tekst die naar mijn gevoel al te vaak verdoken zitten in wollig taalgebruik en daardoor deze te weinig op de korrel worden genomen.

      Uw gebruik van de term ‘het heilige’ vind ik op zen minst misleidend: U bedoelt immers ‘onaantastbaar’, toch? Bovendien spreekt u over een “religieus gevoel van heiligheid” in de context van secularisme, atheïsme, etc.. Vooral hiertegen teken ik in bovenstaande reacties verzet aan. Tot slot, kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat u de negatieve connotatie van het woord ‘onaantastbaar’ liever niet gelinkt wou zien aan religie. Een onaantastbaar of, “heilig” geloof, is immers een onmiskenbare vorm van hoogmoed. In die context moet u begrijpen dat wanneer u, vol goede bedoelingen, claimt dat religie, meer dan democratie en wetenschap, de hoogmoed kan temperen, daar een bepaalde wereldvreemdheid uit te concluderen valt. Nochtans geeft u duidelijk aan dat religie evenzeer misbruikt wordt. De vraag is dus, vanwaar die bias?

  4. Deel 3:

    U schrijft: “Dit besef daagt zich maar zelden bij mensen. Wij eisen dat gelovigen van allerlei allooi onze goden aanbidden indien ze een onderdeel willen uitmaken van onze samenleving”.

    Onze westerse waarden en normen zijn geen ad hoc verzinsel van de menselijke geest. Ze vinden hun roots in onze biologie en evolutie en maken een inherent deel uit van het ‘succes’ van onze soort. Er is een vak gedragsbiologie dat men kan volgen aan de KU Leuven.

    U schrijft: Indien we bewust worden van deze situatie, kan er op een veel beter manier omgegaan worden met verschillende godsdiensten. Dus ook met het seculiere geloof en zelfs het atheïsme, dat ook veel weg heeft van een geloof.”

    Atheïsme is net het ontbreken van een geloof. Het is eenvoudigweg weigeren zaken aan te nemen waarvoor geen bewijs kan worden voorgelegd. Om het in duidelijke termen uit te drukken: zeggen dat atheïsme een geloof is, is als zeggen dat de ‘uit’ stand van een tv ook een televisiezender is.

    Secularisme is geen ‘geloof’. Het verhindert enkel dat groepen van mensen hun levensbeschouwing opdringen aan anderen. Het verzekert mijn recht openlijk uw ideeën op de korrel te nemen zonder te hoeven vrezen voor repercussies van bestaande machtsblokken. Secularisme maakt de marktplaats mogelijk waar verschillende ideeën naast elkaar kunnen leven en op een kritische manier in vraag worden gesteld. Het is het fundament van Uw godsdienstvrijheid die ook ik als ongelovige tot het einde zal verdedigen. Het staat u vrij secularisme in vraag te stellen, het staat mij vrij haar met spreekwoordelijke hand en tand te verdedigen.

  5. U schrijft: Er heerst een soort Superman-complex: wij helpen de vrouw om haar opperste zelf te kunnen zijn.
    “Religie kan dan dat Superman-complex temperen.”

    O ironie! Religie neemt VORM en RITE nochtans heel erg belangrijk en legt hiervoor vaak net ondubbelzinnige regels voor op. ‘God’ IS de ultieme manifestatie van het Superman-complex. En dat toont zich maar al te vaak in het belerende gedrag van zijn volgers: hoe moet je je kleden, wat mag ik eten, hoe moet ik seks hebben, met wie mag ik seks hebben, hoe mag ik mij voelen. Wat is slecht, wat is goed….
    Moet ik er u nu ook echt aan herinneren dat het niet onze westerse maatschappij is, maar de katholieke kerk, die vrouwen systematisch het ambt van priester ontzegt op basis van een dwaling van de menselijke fantasie?
    De waslijst aan opgelegde dogmatische regels is eindeloos. Ik stel u dus de vraag: wie lijdt hier werkelijk aan het superman-complex? Religie of de ‘Grote Neutraliteit’? Gezien het ondubbelzinnige standpunt van de kerk wat betreft vrouwenrechten is dit nu niet meteen je beste voorbeeld om mee uit te pakken.

    U schrijft: “Religie… heeft ten minste het potentieel om de menselijke hoogmoed te temperen door erop te duiden dat bepaalde dingen, zoals het heilige, de mens overstijgen. Ik vrees dat democratie en wetenschap de menselijk hoogmoed slechts versterken.”

    Hoe ‘hoogmoedig’ denk je dat een religieus extremist is om zijn ‘waarheid’ op te leggen aan ongelovigen. De onverdraagzaamheid van vele gelovigen naar andere gelovigen en niet-gelovigen toe vinden net hun oorzaak in de hoogmoed van ‘het grote gelijk’ bekrachtigd met God als ultieme superman aan je zijde! Religie en ‘hoogmoed’ gaan hand in hand. De geschiedenis maakt net pijnlijk duidelijk dat religie ‘hoogmoed’ tot zijn extreme vormen stuwt. Ik begrijp dus niet hoe je zo zelfzeker kan zijn in je stelling, hoogmoed?

  6. Laten we beginnen bij het belangrijkste, de rest volgt later:

    U schrijft: “Ook wij vinden dingen heilig. In het seculiere Westen menen wij vaak een neutraliteit gevonden te hebben tegenover godsdienst.”

    Inderdaad. En mocht godsdienst dezelfde neutraliteit aan de dag leggen als het gaat over de seculiere waarden dan waren we allemaal blij. Maar zoals we verder zullen zien, respecteert godsdienst het secularisme niet, en trekt ze er voortdurend tegen in de aanval. Ik heb dit al meermaals gezien aan de KU Leuven in monde van de rector himself, de fameuse ‘dialoogscholen’, enzovoort. Wij duwen gewoon terug: ‘dialoog’.

    U schrijft: “Wij zouden dan perfect zonder godsdienst kunnen oordelen en leven. Maar toch hebben wij bepaalde dingen heilig verklaard. In eerste instantie is dit het recht op zelfbeschikking. Hier willen we onder geen beding op afdingen: mensen moeten autonoom zijn of ze het nu willen of niet – hoe paradoxaal dit ook mag klinken.

    In deze paragraaf loopt het echt helemaal mis. U spreekt over zelfbeschikkingsrecht alsof dit een wet is die opgedrongen werd aan mensen “of ze het nu willen of niet”. Ik betoog uiteraard dat het tegendeel waar is. Zelfbeschikkingsrecht is het logisch gevolg van het verwijderen van (vaak onredelijke) restricties op iemands handelen. Het gaat immers over een zelfbeschikkings”recht”. Dit recht maakt mogelijk dat iemand de keuzevrijheid heeft om zijn leven te leiden zoals hij/zij dat wil (toch binnen een wettelijk kader, dus het recht is zeker niet absoluut). Men heeft dus ook de vrijheid zichzelf te onderwerpen aan levensstijlrestricties die dogmatisch moeten opgevolgd worden (zoals het celibaat). Inderdaad, het zelfbeschikkingsrecht maakt het mogelijk dat een persoon in de praktijk zijn autonomie en soevereiniteit gedeeltelijk en vrijwillig aan banden legt. En, last but certainly not least, Secularisme (en zelfbeschikking) maakt nu net religieuze vrijheid (en vrijheid van religie!) mogelijk, iets waar te weinig bij stilgestaan wordt door religieuze instanties.

    U schrijft: “Dit is een religieus gevoel van heiligheid waarvan we ons zelf haast niet bewust zijn.”

    Deze definitie van ‘heiligheid’ heeft niets van doen heeft met de zwaar beladen religieuze vorm van heiligheid, goden, etc. De twee aan elkaar proberen stellen is gewoon nonsensicaal.

    Vervolgens wil ik er nogmaals op wijzen dat vooral dictatoriale en fascistische regimes gekenmerkt worden door een discours dat pleit voor inperking van burgerlijke zelfbeschikking. Laat dat goed tot u doordringen.

    Tot slot, ik heb nog nooit iemand horen klagen over zijn eigen recht tot zelfbeschikking, wel steeds over dat van anderen.

  7. De kern van dit opiniestuk:

    -Stelt het zelfbeschikkingsrecht in vraag (vanuit religieuze motieven).
    (vertaling: hoe moeten we ons kleden, wat mogen we eten, met wie mogen we seks hebben en hoe, hoe moeten we sterven…enzovoort)
    -Zegt dat religie de oplossing is naar… meer respect voor het zelfbeschikkingsrecht (geeft burkini als voorbeeld).

    Dit discours is één grote contradictie.

  8. Weet u dat het in vraag stellen van het zelfbeschikkingsrecht vaak de eerste stap is richting een fascistisch/dictatoriaal regime? U hoeft niet te antwoorden. In dergelijke regimes heeft de kerk bijna steeds zijn rol, dus uw betoog hoeft niet te verbazen.
    Misschien moet ik zelf een opiniestuk schrijven met titel: “God als ultiem superman-complex”.
    Maar ik betwijfel of de ‘KU Leuven blog’ hiervoor klaar is, desondanks de ‘openheid’ die de KU Leuven zegt uit te dragen naar ‘andere’ levensbeschouwingen.

    • Ik stel voor dat U dat stuk dan maar vooral gaat schrijven, want hierboven lees ik enkel maar een kreet en een slogan. Misschien kan U daar ook in analyseren hoeveel zeer verschillenden dingen mensen vanuit verschillende hoeken onder de noemer van “het” zelfbeschikkingsrecht hebben gebracht of proberen te brengen, waardoor spreken over “het” zelfbeschikkingsrecht geen enkele argumentatieve waarde meer heeft.

      • U bevestigt enkel dat dit stuk van de heer Vanden Auweele een lege doos is aangezien dit precies is waarover Hij ‘argumenteert’? “Het recht op zelfbeschikking”, paragraaf 10.


Reacties zijn gesloten.