DOOR JOHAN VERBERCKMOES. Horrorclowns worden deze dagen ervaren als een zootje ongeregeld dat de straten terroriseert en hebben hun voor- en tegenstanders. Ze horen echter bij de rituelen die we met zijn allen nodig hebben om te beseffen dat het leven nu eenmaal onvoorspelbaar is.

Johan Verbeckmoes
Mijn jongste, twaalfjarige zoon, veegde mijn verklaring meteen van de tafel toen hij mij hoorde oreren over het rituele karakter van de horrorclowns die her en der ook in de Belgische steden opduiken, nadat ze in Nederland, Duitsland en vooral de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk al langer een rage waren.
Niets daarvan, beweerde mijn twaalfjarige, dat komt via facebook of een andere interface op het scherm terecht en dan doen jonge gasten dat na, tenminste wie zo iets lelijks wil doen als doen alsof je iemand met een hamer het hoofd wil inslaan.
Op die verklaring voor het communicatieve gehalte van de killerclown valt niet veel af te dingen. De gebaren die de gevaarlijke clown stelt en de viriele en virale aankondiging die hij zijn optreden laat voorafgaan, doet inderdaad vermoeden dat een horrorclown een filmscène naspeelt. Daar zijn goede voorbeelden van te vinden in horrorfilms.
Het cirkeltje lijkt rond als ik mijn zoon zou geloven: de horrorclown is een ongewenste uitwas van onze virtueel gedeelde wereld. En toch is daarmee voor mij de kous niet af. Want als ik een killerclown zie of erover lees, spatten de referenties er voor mij vanaf naar rituele drempelervaringen van jongeren van eeuwen geleden.
Clownface
Het zichtbaarste kenmerk van de horrorclown is het clownsgezicht.

Joe Grimali was de uitvinder van het fel geschminkte gezicht van de clown
Het fel geschminkte gezicht van de clown is een erfenis uit de achttiende eeuw. Een van de eerste clowns als entertainers in een circus was Joe Grimaldi, een Italiaan in London, die zich voor zijn flink gepoederde gezicht liet inspireren door de expressiviteit van de toenmalige toneelacteurs. In feite zet de grimas van de horrorclown dus al dik aan dat al wat er gebeurt fictie is en zwaar overdreven.
De kleuren van de killerclown zijn vanuit het circus en dus de kindertijd onmiddellijk herkenbaar: begrafeniswit en een pieprode neus. Een beetje griezelig dus, want ook in het circus hangt het lachen met de clown fel af van hoe dreigement in hilariteit wordt omgezet. Over de eigen, te lange voeten struikelen bijvoorbeeld.
Maar een clown buiten de circustent is natuurlijk geen clown. Een clown in een gewone straat is dus absoluut onverwacht. Hier moet ik een sprongetje maken naar de laatmiddeleeuwse en vroegmoderne context. Jongeren trokken er toen op bepaalde momenten van het jaar wel eens op uit om buurtbewoners het leven zuur te maken, hetzij als rituele bestraffing voor ongewenst moreel gedrag (charivari), hetzij als provocerende carnavalsvierders. Ze deden dat in groep en dat is uiteraard een verschil met de individuele horrorclown van vandaag.
Maar omdat horrorclowns zich vooral in tienerkringen afspelen, blijken de opruiende rituele jongerenervaringen van toen toch niet zo veraf. Adolescenten hadden namelijk in vroeger eeuwen een waarschuwingsfunctie. Omdat zij als groep de kindertijd bijna achter zich hadden gelaten, maar ook nog niet in de volwassenwereld met haar verantwoordelijkheden waren opgenomen, stonden jongeren op de drempel tussen onbekommerd leven als een kind en zorg dragen als een volwassene. Die drempelfunctie buitten jongeren maar al te graag uit om eens flink uit de bol te gaan en tegen de zere schenen te schoppen.
In de jongerenvieringen was symbolisch en soms reëel geweld niet ongewoon.
Rituele kanalisering van al dat geweld gebeurde in carnaval, meivieringen en rituelen in de aanloop naar de wintertijd. Bij dat laatste sluiten de horrorclowns in deze periode aan. In de toenmalige jongerenvieringen was symbolisch en soms reëel geweld niet ongewoon. Meer zelfs, het was een wezenlijk onderdeel van het rituele gebeuren. Iemand bewerken met stokslagen onder het mom van een masker of een brallende, dronken groep die iemand in volle winter in een ijskoude fontein gooide. Het signaleerde de drempelfunctie van hun optreden, tegelijk symbolisch en keihard echt.
Horror en Halloween
De horrorclown hoort bij Halloween. Hij is een figuur van de nacht en voorspelt de steeds sneller invallende duisternis van de winter. Tegelijk heeft hij een rechtstreekse band met het bedwingen van de dood door die symbolisch te willen uitlokken. Heel strikt chronologisch verloopt het rituele leven niet, maar dat horrorclowns in de laatste weken voor 1 november opduiken, is geen toeval.

© Frozeficent – Wikimedia Commons
Halloween is in de jongerencultuur van vandaag, ook in België, zowat het enige nog echte alternatief voor een rituele viering. Rituelen die sterk aan de jaarcyclus gebonden zijn en van daaruit een soort zekerheid bieden als framework voor het verkennen van de grenzen van de drempelfunctie zoals jongeren die willen exploreren, zijn in de twintigste en eenentwintigste eeuw heel anders geworden dan in voor-moderne samenlevingen.
Buiten carnaval oogt de rituele kalender vaak opvallend leeg, al zou zoiets als Rock Werchter in ritueel perspectief vlot geduid kunnen worden als de hedendaagse variant van het Sint-Jan de Doperfeest van weleer op de vooravond van 24 juni (dansen en over vuren springen was toen wat sommige ouders en andere autoriteiten verontrustte in dat feest).
Niettemin bieden dergelijke jaarlijks terugkerende momenten uitmuntende ankerpunten voor wie in de herfst rondom zich de warme voelt overgaan in koude. Want Halloween is natuurlijk het feest van het bezweren van de dood. Door anderen schrik aan te jagen. Kinderen verkleden zich en doen in ruil voor snoep of een cent iemand schrikken. Jongeren, die de kindertijd van zich af willen schudden, laten zich door een Amerikaanse clown uit horrormovies inspireren om de grens verder op te rekken. Het moet echte schrik zijn of het is kinderspel en dus mislukt.
Jongeren, die de kindertijd van zich af willen schudden, laten zich door een Amerikaanse clown uit horrormovies inspireren om de grens verder op te rekken.
Dat de politiediensten zich erg gestoord weten door de horrorclown is overigens een verder bewijs van het rituele gehalte: de killerclown herinnert de gemeenschap er symbolisch aan wie de autoriteit voert over wat publiek kan en wat niet. Dat het testen daarvan al eens uit de hand loopt en tot rechtstreeks geweld leidt met horrorclowns, is al evenzeer in de historische documentatie terug te vinden. Onvoorspelbaarheid hoort bij het leven en rituelen leren ons dat dat ook in onze fel beregelde tijden nog zo is.