DOOR LAURA DEWITTE. Steeds meer mensen krijgen tijdens hun leven te maken met dementie. Ook de omringende familieleden staan hierbij voor grote uitdagingen. In het bijzonder voor kleinkinderen kan de confrontatie met een grootouder die lijdt aan dementie erg moeilijk zijn. Toch hoeft dit geen eenzijdig negatief verhaal te zijn. De juiste informatie en goede communicatie kunnen gezinsleden helpen in het constructief omgaan met de uitdagingen die dementie met zich meebrengt.
Dementie?

Laura Dewitte
Het aantal mensen met dementie stijgt wereldwijd razendsnel. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie lijden momenteel bijna 50 miljoen mensen aan een vorm van dementie. Tegen 2050 verwacht men een verdrievoudiging van dit aantal. In ons land wordt meer dan 10 procent van de bevolking ouder dan 65 jaar ermee geconfronteerd.
Maar wat is dementie eigenlijk precies? Dementie is een syndroom, wat betekent dat het een verzamelnaam is voor een groep van ziektes met gelijkaardige symptomen. De gemeenschappelijke noemer van deze groep van aandoeningen is dat er een stoornis optreedt in het functioneren van de hersenen. Dit kan zich uiten in problemen met het geheugen, leervermogen, de aandacht, taal, waarneming, handelingen, enzoverder. Om van dementie te kunnen spreken dienen deze problemen een duidelijke negatieve invloed te hebben op het dagelijks functioneren. Dementie is dus geen normaal verouderingsproces, maar een abnormale stoornis in de hersenen. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer (60-75%), met als belangrijkste symptoom opvallende geheugenproblemen.
(Klein)kinderen en dementie: uitdagingen en opportuniteiten
Dementie raakt niet alleen de oudere zelf maar het volledige omringende netwerk van familie en vrienden. Ook voor kleinkinderen is de confrontatie met een grootouder met dementie vaak erg groot. Zo kan het voor kinderen erg moeilijk zijn als oma of opa steeds dingen vergeet, zoals afspraken, verjaardagen of zelfs namen. Dementie brengt naast problemen in de denkfuncties van de hersenen bovendien vaak veranderingen in gedrag en persoonlijkheid met zich mee. Ook dit kan bij kinderen gevoelens van schaamte, frustratie, verdriet, boosheid of angst oproepen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een grootouder die sneller kwaad wordt dan vroeger, niet meer geïnteresseerd is als het kind iets vertelt, vreemde dingen zegt of doet, steeds rusteloos ronddoolt, of plots allerlei spullen of afval begint te verzamelen.
Voor kleinkinderen is de confrontatie met een grootouder met dementie vaak erg groot. Zo kan het erg moeilijk zijn als oma of opa steeds dingen vergeet, zoals afspraken, verjaardagen of zelfs namen.
Soms gebeurt het dat een grootouder met dementie intrekt bij een zoon of dochter omdat alleen wonen niet langer mogelijk is. Kleinkinderen van wie de grootouder gaat inwonen bij het gezin ervaren de grootste impact op hun leven. De zorg voor de oudere met dementie leidt tot grote aanpassingen in de dagelijkse routines en gewoontes, zoals minder tijd voor schoolwerk, vrienden, hobby’s of gezinsactiviteiten, andere eettijdstippen, minder privacy … Kinderen kunnen bovendien gevoelig zijn voor verhoogde stress van ouders en er kunnen irritaties en conflicten optreden tussen de gezinsleden.
Belangrijk is dat er ook positieve gevolgen kunnen zijn. Kinderen kijken vaak met bewondering en respect op naar hoe hun ouders zich inzetten voor de grootouder met dementie. Steun zoeken bij elkaar en het gezamenlijk succesvol aanpakken van uitdagingen kunnen de banden binnen het gezin versterken. Kinderen leren op die manier ook bruikbare strategieën om met moeilijkheden om te gaan en ontwikkelen belangrijke waarden over de zorg voor ouderen. Bovendien kan zo een ingrijpende ziekte een waardevol aanknopingspunt vormen om met kinderen te spreken over de kwetsbaarheid en moeilijke aspecten van het menselijk leven.
Het belang van openlijk communiceren en informeren
Ouders (of andere opvoeders) kunnen kinderen begeleiden in het omgaan met de uitdagingen die dementie met zich meebrengt. Eén van de belangrijkste factoren hierbij is het uitgebreid informeren van kinderen over de ziekte van de grootouder. Als kinderen vreemd of moeilijk gedrag kunnen toeschrijven aan de ziekte in plaats van dit te zien als kenmerk van de grootouder, kan dit helpend zijn om negatieve gevoelens een plaats te geven en te verwerken. Het samen ophalen van positieve herinneringen aan de grootouder vóór de ziekte kan hier verder aan bijdragen. Op die manier leren kinderen en ouders samen dat het niet oma of opa is die hun gevoelens van kwaadheid of frustratie verdient, maar wel de ziekte.
Openlijk communiceren en kinderen aanmoedigen om vragen te stellen is erg belangrijk. Als ouders hierbij ook over hun eigen gevoelens en bezorgdheden spreken, creëert dit voor kinderen een veilige ruimte om hun zorgen en vragen te uiten.
Als het gespreksonderwerp daarentegen vermeden wordt, bijvoorbeeld met het idee om het kind te beschermen, kan dit erg nadelige gevolgen hebben voor de relatie tussen het kind en de grootouder. Openlijk communiceren en kinderen aanmoedigen om vragen te stellen is dus erg belangrijk. Als ouders hierbij ook over hun eigen gevoelens en bezorgdheden spreken, creëert dit voor kinderen een veilige ruimte om hun zorgen en vragen te uiten. Door kinderen actief te betrekken en te leren hoe ze het best kunnen omgaan en praten met de grootouder, worden positieve interacties aangemoedigd.
Er is heel wat geschreven materiaal beschikbaar over en voor kinderen om ouders bij dit alles te ondersteunen. Een uitgebreide lijst van dergelijke literatuur is onder andere te vinden op de website van het Expertisecentrum Dementie Vlaanderen (www.dementie.be) en in verschillende regionale documentatiecentra kan je deze ook gratis uitlenen. Een grote bron aan informatie is verder te vinden op www.omgaanmetdementie.be. Hier is ook een lijst beschikbaar van hulpverleners, professionals en andere initiatieven waar men terecht kan voor verdere ondersteuning.
Pingback: Dement, dementie, dementerend: waarom de woorden die we gebruiken van belang zijn | Opgroeien