DOOR COLINDA SERIE, CORINE DE RUITER EN STEFAAN PLEYSIER. Midden april ontstond er mediaophef over de 17-jarige jongen die een man in de Antwerpse premetro bedreigde en tegen het hoofd schopte. Een filmpje van het voorval verspreidde zich op sociale media en werd opgepikt door verscheidene nieuwssites. In een interview met Het Laatste Nieuws hierover zei gerechtspsychiater Hans Hellebuyck dat de minderjarige jongen ‘niet meer te redden valt’ en suggereerde hij dat er sprake is van ‘psychopathie’. De uitspraken van de gerechtspsychiater zijn te kort door de bocht en bevatten meerdere misvattingen.

Corine de Ruiter, Colinda Serie en Stefaan Pleysier
“Uit alles blijkt een totaal gebrek aan empathie en dat zal over tien jaar niet veranderd zijn”, zegt Hans Hellebuyck in het bewuste artikel in Het Laatste Nieuws. “Over honderd jaar evenmin. Zo’n jongen is niet meer te redden en moet je eigenlijk zolang mogelijk opsluiten en uit de maatschappij halen.” Verder in het artikel maakt de gerechtspsychiater zelfs gewag van psychopathie: “Een gebrek aan empathie is een belangrijk kenmerk van een psychopaat”, zegt hij. “Maar daar kun je pas uitspraken over doen wanneer je de zaak van naderbij bestudeert.” Het gewelddadige gedrag van de jongen is zeer schokkend en zonder twijfel dient er een gepaste reactie voor de verdachte te volgen. Maar enkele rechtzettingen zijn hier wel op zijn plaats.
Ten eerste kan en mag je nooit enkel op basis van iemands gedrag tijdens een delict conclusies trekken over zijn of haar persoonlijkheid. De gerechtspsychiater doet dat wel, en hij zou beter moeten weten. Overigens zijn minderjarigen in vergelijking met volwassenen veel meer beïnvloedbaar en plegen zij vaker delicten om stoer te doen of om indruk te maken op leeftijdgenoten. Als een minderjarige daarom een delict pleegt, wil dat niet onmiddellijk zeggen dat hij of zij dat ook op volwassen leeftijd zal blijven doen.
Er bestaan effectieve behandelingen om psychopathische trekken bij jongeren aan te pakken.
De uitspraken van de gerechtspsychiater over psychopathie en gebrekkig empathisch vermogen zijn bovendien in strijd met de wetenschappelijke kennis. Uit onderzoek weten we dat psychopathische kenmerken bij jongeren niet stabiel aanwezig blijven tussen de adolescentie en de volwassenheid. Een aantal kenmerken die onder de diagnose ‘psychopathie’ vallen, treffen we bij heel wat jongeren aan. Denk maar aan impulsiviteit, het zoeken naar spanning en sensatie, gevolgen niet goed kunnen overzien en een gebrek aan inlevingsvermogen. Die kenmerken zijn gerelateerd aan de ontwikkeling van een bepaald hersengebied, de prefrontale cortex. Vanaf de vroege adolescentie tot de vroege volwassenheid gaat dit hersengebied door een rijpingsproces, waardoor impulsiviteit vermindert, het werken aan langetermijndoelen verbetert en het empathisch vermogen toeneemt. Meerdere studies tonen daarnaast aan dat psychopathische kenmerken in de adolescentie weinig voorspellende waarde hebben voor de ontwikkeling van een criminele carrière op volwassen leeftijd.
De derde misvatting van de gerechtspsychiater is het idee dat adolescenten met psychopathische trekken minder gunstig of helemaal niet zouden reageren op behandeling, en daarom enkel gebaat zouden zijn met een lange gevangenisstraf. Recente studies tonen echter aan dat er wel degelijk effectieve behandelingen bestaan om psychopathische trekken bij jongeren aan te pakken. Een voorbeeld daarvan is een intensief programma op basis van cognitieve gedragstherapie, waarbij de nadruk wordt gelegd op de ontwikkeling van adequate sociale vaardigheden en positieve relaties.
Ten slotte is berechting volgens het strafrecht (de uithandengeving) en een lange gevangenisstraf voor jongeren nooit de beste oplossing. Alleen straffen, zonder behandeling en re-integratie, werkt niet om gedragsverandering te bewerkstelligen. Jongeren die volgens het normale strafrecht werden berecht lopen dan ook meer kans op recidive dan jongeren die onder het jeugdrecht werden gesanctioneerd.
Jongeren die volgens het normale strafrecht werden berecht, lopen meer kans op recidive dan jongeren die onder het jeugdrecht werden gesanctioneerd.
Concluderend kunnen we stellen dat het veel te voorbarig is om aan te nemen dat een jeugdige verdachte, louter op basis van de gepleegde feiten, een gebrek aan empathie, en zelfs psychopathie heeft, waardoor hij onbehandelbaar zou zijn. Om adequaat te reageren op dergelijke ernstige geweldsfeiten is een uitgebreid (forensisch-psychologisch) onderzoek naar de persoon, zijn situatie en zijn omgeving noodzakelijk. Bovendien doen gedragsdeskundigen, rechters, en andere professionelen die betrokken zijn in het rechtssysteem, er goed aan het wetenschappelijke onderzoek naar (de behandelingen voor) psychopathische kenmerken actief te blijven volgen.