DOOR MANUEL SINTUBIN. Is het een toeval dat afgelopen week aan beide zijden van de Noordzee er zich iets gelijkaardigs heeft afgespeeld, in het Verenigd Koninkrijk rond schaliegas en in Nederland rond het Groningse aardgas? Waarschijnlijk niet! Wat nu gaande is in beide landen kent immers heel wat overeenkomsten. Zowel rond schaliegas in het Verenigd Koninkrijk – en dan meer in het bijzonder rond het proces van hydraulische fracturatie, ‘fracking’ in de volksmond – als rond de gaswinning in Groningen – of eerder rond de aardbevingen geïnduceerd door de gaswinning – zijn lokale gemeenschappen recent immers ontzettend ‘gevoelig’ geworden, tot zelfs gaandeweg ‘vijandig’.
Deze gevoeligheid, of is het eerder overgevoeligheid, wordt bovendien nog extra versterkt door milieuactivisten, die het protest aanvuren omdat het nu eenmaal past in hun eigen politieke agenda. En doordat vooral deze milieuactivisten gretig een forum vinden in de media, zetten zij een onuitwisbare stempel op het hele maatschappelijke debat. Onder druk van dit groeiende burgerprotest gaan vervolgens de locale besturen overstag, en verklaren ze bijvoorbeeld hun gemeente schaliegasvrij. En de nationale overheden en betrokken, alsook mogelijk geïnteresseerde, winningsbedrijven proberen tegen die steeds sterker wordende stroom van protest in te gaan, proberen tevergeefs hun, vooral economische, agenda door te drukken, maar voelen zich steeds meer en meer in het nauw gedreven. Uiteindelijk resultaat is een complete patstelling, waarbij beide partijen zich hebben ingegraven in hun eigen ‘grote gelijk’.
Maar uiteindelijk groeit er bij de overheid en de bedrijven het besef dat ze de lokale gemeenschappen niet langer alleen kunnen opzadelen met de lasten, maar dat het tijd wordt ook de lusten met hen te delen. Overheden en bedrijven lijken bereid zich neer te leggen bij strengere regulering- en monitoringvoorwaarden, alsook met financiële compensaties over de brug te komen. Deze trendbreuk mag als overwinning op het conto geschreven worden van de milieuactivisten. Al zien zij deze financiële compensaties eerder als een poging tot omkopen.
In het Verenigd Koninkrijk heeft de regering aangekondigd dat de lokale besturen die meestappen in het schaliegasavontuur, rijkelijk gecompenseerd zullen worden door taksvoordelen, die gemakkelijk tot £ 1,7 miljoen per jaar kunnen oplopen. Bedrijven voorzien £ 100.000 per proefboring en dienen 1% van de inkomsten uit de schaliegaswinning over te dragen aan de lokale besturen. In tijden dat lokale besturen krap bij kas zitten, toch een niet te versmaden aanbod.
Ook in Nederland kiest de regering – al lijkt het schoorvoetend – voor deze weg van de redelijkheid. De getergde bevolking van het ‘aardbevingsgebied’ boven het Groningse gasveld gaan niet langer enkel de lasten – de aardbevingen – moeten dragen. De komende 5 jaar wordt er 1,2 miljard euro compensatie toegekend om het vertrouwen van de Groningers te herwinnen en terug een draagvlak te creëren voor een voortgezette gaswinning. Er zou niet enkel geïnvesteerd worden in een duurzame, toekomstgerichte economie, maar ook in het aardbevingsbestendig maken van ongeveer 70.000 woonhuizen in het gebied. Alleen dat de vraag natuurlijk kan gesteld worden of dit de angst voor aardbevingen bij de Groningers voorgoed zal wegnemen. Ook heeft de Nederlandse regering de moeilijke beslissing genomen de productie van het gasveld terug te schroeven – tot 80% in de kern van het ‘aardbevingsgebied’ rond Loppersum – om zo het aardbevingsrisico lichtjes te temperen. In hun rapport van januari 2013 adviseerde het Staatstoezicht op de Mijnen om de productie in een keer drastisch te reduceren om zo de kans op ‘zwaardere’ aardbevingen sterk te reduceren. Enkel de toekomst zal uitwijzen of deze eerste schuchtere stap die de Nederlandse regering nu zet, enig effect zal hebben op de aardbevingsactiviteit in Groningen.
De les uit het schaliegasverhaal in het Verenigd Koninkrijk en het Groningse aardgasverhaal is overduidelijk. De tijden zijn voorbij dat lokale gemeenschappen enkel opgezadeld kunnen worden met de lasten. Algemene, vooral economische belangen zullen voortaan, meer dan ooit, rekening moeten houden met lokale bekommernissen. Vooral in het dichtbevolkte, milieubewuste Europa lijkt dit de enige optie om in de toekomst nog enig risicovolle industriële activiteit mogelijk te maken. Want het verhaal van gedeelde ‘lasten en lusten’ geldt niet enkel voor de ‘milieu-onvriendelijke’ schaliegas- of aardgaswinningen, maar ook voor ‘milieuvriendelijke’ geothermie of zelfs windmolenparken.
Laat dit ook een les zijn voor Vlaanderen, waar het nog niet zo ver gekomen is dat we in de impasse zitten zoals ze kennen in beide buurlanden, enkele oprispingen van Europese en locale mandatarissen, die een eerder populistisch discours voeren over ‘schaliegasvrij Vlaanderen’, niet te na gesproken. Nu is er in Vlaanderen nog een ‘gelegenheidsvenster’ om de dialoog aan te gaan tussen overheden, bedrijven en lokale gemeenschappen om een draagvlak te vinden voor mogelijke ondergrondse activiteiten, gaande van steenkoolgas, schaliegas, geothermie, tot zelfs de geologische berging van hoogradioactief afval. Iedereen moet de boer op, ook – en misschien vooral – de onafhankelijke ‘experten’ uit de academische wereld, om de lokale gemeenschappen correct te informeren en zo toe te laten met kennis van zaken te participeren in een uitermate complex afwegingsproces van ‘lasten en lusten’.
Dit is op EarthlyMatters herblogd.
1) wat maar weer bewijst dat er totaal niet nagedacht wordt voor het kalf verdronken is… En waar de prioriteiten liggen.
2) ik heb zo mijn twijfels over die inspraak 🙂
En of lokale investeringen de lokale bewoner ten goede komen hangt vrij sterk van het soort investering af.
3) jammer genoeg ja, het nimby fenomeen is weidverspreid. Maar geen nood, het probleem lost zich wel vanzelf op. Of de mensheid de oplossing leuk zal vinden is twijfelachtig…
(1) In Groningen heb je nu geen keuze meer. De aardbevingen zullen blijven, zelfs indien men nu met de gaswinning zou stoppen. Dus met moet de huizen nu wel verstevingen als men de inwoners nog een ‘normaal’ bestaan wenst te gunnen.
(2) Inderdaad, investeringen in lokale besturen is niet gelijk aan ‘geld uitdelen’ aan burgers. Maar ja, daarvoor heb je de inspraak op lokaal niveau, niet? Ook investering in lokale economie komt de lokale burgers ten goede.
(3) Ik spreek me in dit opiniestuk totaal niet uit over de wenselijkheid van schaliegaswinning in UK of verderzetting van Groningse gaswinning. Dat is een andere discussie. Dit verhaal van ‘lasten en lusten’ geldt trouwens evengoed voor ‘groene’ windmolenparken, die ook niet gebouwd raken omwillen van lokaal protest, je weet wel “Not In My Back Yard” …
Dus het is “redelijk” om huizen te verstevigen en gewoon verder te doen? Het zal wel aan mij liggen, maar ’t is me niet helemaal duidelijk.
En lokale besturen delen mee van de koek, maar ik mis waar de gewone burger daar iets voor krijgt.
Bovendien is het meer van ’t zelfde, we verbranden fossiele brandstof. Er is iets dat wetenschappelijk vrij goed ondebouwd is en bekend staat als klimaatverandering. Bedrijven en overheid zijn misschien “redelijker” aan het worden, de natuur is niet zo flexibel.