Lik op stuk

DOOR LIEN VERPOEST. In de aanloop naar Sotsji krijgt Rusland meer kritiek dan ooit tevoren. Geo-economisch gekonkelfoes met voormalige Sovjetlidstaten, slechte arbeidsvoorwaarden en corruptie in Sotsji, en mensenrechten, vooral mensenrechten. Politieke gevangenen, de wet tegen homo-propaganda, de lakse houding ten aanzien van Russische ultranationalisten en extreem geweld tegen Kaukasiërs; dit alles wordt door de westerse media -terecht- grondig op de korrel genomen.

Geschreven door Lien Verpoest professor Slavische Studies en Oost-Europakunde. Dit is een uitgebreide versie van haar opiniestuk in De Morgen. Ze tweet via @LienVerpoest 

Lien Verpoest - aangepastMet nog minder dan drie weken te gaan ziet het er niet naar uit dat deze storm van kritiek snel zal gaan liggen. Het vrijlaten van Michail Khodorkovski en Maria Alechina en Nadezjda Tolokonnikova – de twee laatste leden van Pussy Riot die gevangen zaten – werd algemeen geïnterpreteerd als een poging tot damage control. Zou Poetin ongerust worden, en zijn imago willen opkrikken? Deze acties nemen niet weg dat er in Russische regeringskringen grote verontwaardiging bestaat over de ‘dubbele norm’ die de EU en de VS hanteren als het aankomt op mensenrechten in Rusland. ‘Waarom krijgt Rusland steevast kritiek, terwijl het bij jullie niet veel beter is? Kijk maar naar de behandeling van de Roma’, is één van de opmerkingen die Poetin steevast maakte bij recente persontmoetingen in het Westen.

Aanval is de beste verdediging, lijkt men wel gedacht te hebben, en sinds 2012 publiceert het Russische Ministerie van Buitenlandse zaken dan ook een “Rapport over de mensenrechten in de Europese Unie”. Op 15 januari werd het rapport van 2013 gepubliceerd, een lijvig document van 153 pagina’s. Ook België wordt in detail besproken, en volgens het rapport is mensenrechtensituatie hier niet bepaald rooskleurig.

Het rapport situeert de grootste schendingen van ‘mensenrechten en fundamentele vrijheden’ op vlak van politiegeweld, overbevolking in de gevangenissen, slechte levensomstandigheden voor asielzoekers en immigranten, racisme, antisemitisme, genderongelijkheid, schending van vrijheid van meningsuiting, discriminatie tegen Franstaligen, etc.

Als voorbeeld van politiegeweld wordt de dood van Jonathan Jacob aangehaald en wordt de lakse houding van de overheid in het daaropvolgende onderzoek naar politiegeweld gehekeld. Ook wordt er melding gemaakt van een rechtszaak die in juni 2013 geopend werd tegen 13 Brusselse politieagenten die in 2006 illegalen mishandeld zouden hebben. Ook op de overbevolking in de gevangenissen – een reëel probleem in België – wordt dieper ingegaan. Er wordt een heuse ranking opgesteld van de ergste gevangenissen; Dinant, Vorst, Namen, Lantin zijn met een overbevolking van respectievelijk 72, 65, 47 en 45% de plekken waar je niet wil opgesloten zitten in België. Ook het grote probleem van psychiatrische patiënten in Belgische gevangenissen wordt op de korrel genomen. Verder wordt er ingegaan op islamofobie (volgens het rapport voornamelijk in het Franstalig deel van België) en de stijging van antisemitisch geweld, met vermelding van 88 incidenten van antisemitisme op basis van gegevens van het Centrum voor Gelijke kansen en Racismebestrijding.

Daarnaast wordt ook kritiek geuit op de strenge Vlaamse taalwetgeving, met als voorbeeld een richtlijn van Bourgeois van april 2013 dat Vlaamse ambtenaren enkel Nederlands mogen spreken bij publieke optreden of op sociale netwerken. Ook wordt vermeld dat vier Franstalige inwoners van de Brusselse rand, met de steun van de FDF een klacht indienden bij de VN Raad voor Mensenrechten omwille permanente discriminatie voor de Franstaligen in de Brusselse rand. Als voorbeelden van discriminatie geeft het rapport mee dat 3/4 van de boeken van de bibliotheken in de Brusselse rand in het Nederlands zijn (‘ondanks het feit dat 80% van de inwoners van de gemeenten die grenzen aan de hoofdstad Franstalig zijn’), discriminatie op de woningmarkt voor Franstaligen die geen Nederlands spreken, en het ‘verbod om Frans te spreken op de straat en andere publieke plaatsen’.

Putin

© Cherie A. Thurlby

Land per land stelt het Russische Ministerie van Buitenlandse Zaken de schendingen van mensenrechten en fundamentele vrijheden aan de kaak. Het is bijna amusant om te zien hoeveel dit zegt over de bilaterale relaties tussen Rusland en bepaalde Europese lidstaten. Aan Hongarije maakt Rusland bijvoorbeeld lang niet zoveel woorden vuil als aan België. Hier wordt eerder meelevend benadrukt dat Hongarije het voorbije jaar erg veel kritiek heeft te verduren gekregen van de Europese Unie omwille van haar omstreden nieuwe Grondwet. Het is dan ook een beetje ironisch dat dit rapport verschijnt op dezelfde dag dat de Hongaarse premier Viktor Orban op een persconferentie na een topontmoeting met Poetin Rusland ‘onze belangrijkste partner buiten de EU’ noemde en zijn appreciatie uitsprak voor Poetins ‘leiderschap’.

In elk geval geeft Rusland de EU hiermee lik op stuk. Hoewel; een uitdrukking zoals de pot verwijt de ketel of hand in eigen boezem is hier wel aan de orde. Feit is echter dat we hiermee geen stap verder komen in de dialoog tussen Rusland en de Europese Unie. En vooral; noch de gedetineerden van de overvolle Belgische gevangenissen, noch de politieke gevangenen in de Russische werkkampen, noch de uitgeprocedeerde illegalen, noch de uitgebuite gastarbeiders in Sotsji zijn geholpen met dit diplomatieke touwtrekken.