Professoren dienen de belastingbetaler wel degelijk

DOOR LUC SELS. “Proffen moeten de belastingbetaler beter dienen”, zo stelde Stijn Baert eerder deze week in De Morgen. In zijn interessant opiniestuk schetst hij een beeld van de academische wereld die te zeer gericht zou zijn op onderzoeksambities en onvoldoende op excellent onderwijs. Ik kleur die schets graag wat bij.

Geschreven door Luc Sels, rector van de KU Leuven, en op 8 augustus gepubliceerd in De Morgen. Hij tweet via @LucSels.
sels_MG_7813s

Rector Luc Sels | © KU Leuven – Rob Stevens

Vooreerst het beeld van de academie. Baert suggereert dat professoren in het realiseren van toppublicaties hun bestaansreden zien. Zich in de gratie werken bij internationale peers die de publicaties zullen moeten beoordelen, is dan logischerwijze hun finaal doel. Ach, die professoren zullen ongetwijfeld bestaan. Maar het is niet de academische wereld zoals ik die ervaar.

Als rector zie ik elke dag collega’s die gebeten zijn door zoeken en vinden, onderzoek vertalen in vondsten, patenten en spin-offs, hun wetenschap gebruiken om in het academisch ziekenhuis zorgprogramma’s op punt te stellen, als uitmuntende juristen aan de slag zijn in Europese hoven, de dialoog tussen religies smeden of vanuit hun onderzoek cultureel erfgoed ontsluiten dat ons allen verrijkt. Zij zien hun publicaties vooral als middel en niet als doel op zich. Het is precies dat wat mij fier maakt op de stiel die we uitoefenen en op de vele collega’s die daarin uitmunten. Ik hoop dat het volgende academiejaar wat meer het jaar van de academische trots mag worden.

Stijn Baert stelt vervolgens dat de belastingbetaler eigenlijk niet zo erg geïnteresseerd is in de onderzoeksambities van de universiteiten. Het zou me echt verbazen mocht de belastingbetaler geen belang hechten aan het bestaan van doeltreffende hiv-remmers, aan de kunst om waterstofgas uit lucht te isoleren, aan encryptie-algoritmes die zijn bankverkeer (of zijn belastingaangifte) beveiligen, aan protheses die op maat 3D-geprint kunnen worden. Het zijn willekeurige voorbeelden van KU Leuven-vindingen, maar ze volstaan hopelijk om ook deze foto wat scherper te stellen.

Ik hoop dat het volgende academiejaar wat meer het jaar van de academische trots mag worden.

Mogelijk apprecieert de belastingbetaler zelfs dat KU Leuven juist in deze stiel van innovatie op de eerste plaats in Europa wordt gerangschikt door Reuters. Ik kan hem geruststellen. De KU Leuven ontvangt een directe subsidie van de overheid van om en bij 400 miljoen euro. De bruto toegevoegde waarde die de universiteit daarmee creëert, wordt door internationale experten op 7,4 miljard euro geschat. Jaarlijks. Misschien neemt dat niet alle zorgen weg. Maar het maakt wel duidelijk dat we met zijn allen veel meer terugkrijgen dan we als belastingbetaler investeren. Goed bediend, denk ik dan.

Investeren in onderwijs

Stijn Baert heeft natuurlijk een groot punt waar hij stelt dat de belastingbetaler vooral interesse heeft in excellent onderwijs (voor de eigen kroost). Hij erkent ook dat er heel wat vooruitgang is geboekt in het streven naar kwalitatief hoogstaand onderwijs. Die stellingen onderschrijf ik graag. Maar vervolgens stelt hij dat de kracht van onderwijs gefnuikt wordt door de focus op onderzoek en dat onderwijs te weinig gewicht krijgt. Maar is dat wel zo? Precies op dit moment tonen meerdere universiteiten een nooit eerder geziene aandacht voor activerend onderwijs.

Als remedie pleit Baert ervoor om van onderwijsexcellentie een duidelijke parameter te maken voor de toewijzing van Vlaamse werkingsmiddelen. Echter, we weten al lang dat onderwijsexcellentie zich niet zomaar in kwantitatieve termen laat gieten. De onderwijsevaluaties? Daar zit volgens experten teveel vertekening op. De onderwijsvisitaties? Net afgevoerd. Die kwamen overigens ook niet veel verder dan het bewaken van de randvoorwaarden voor excellent onderwijs.

Precies op dit moment tonen meerdere universiteiten een nooit eerder geziene aandacht voor activerend onderwijs.

Baert ziet de oplossing in beheersovereenkomsten waarin middelen voorzien worden voor investeringen in onderwijsinnovatie en onderwijsexcellentie. Bedoelt hij nu dat de overheid beter geschikt is om leerkrachten (want dat zijn professoren ook) te zeggen hoe ze het moeten doen dan die leerkrachten zelf? Ik denk niet dat deze visie in de onderwijswereld veel bijval zal krijgen. Opteert hij voor toespitsing van de middelen en dus inboeten op de vrijheidsgraden die universiteiten nu precies wendbaar maken?

Het leest allemaal alsof de universiteiten momenteel onderinvesteren in onderwijs. Wel, ik wil hem met veel plezier eens onder de arm nemen om te tonen wat de KU Leuven momenteel investeert in activerend onderwijs, in de ontwikkeling van een ambitieus digitaliseringsprogramma, in stafmedewerkers en onderwijsexperten, in leercentra en slim gebruik van media. Hij zal aangenaam verrast zijn.