DOOR BETTO VAN WAARDEN. Amerikaanse studenten bijten zich vast in allerlei extracurriculaire activiteiten. Ze spelen voetbal of volleybal niet enkel voor hun plezier, maar focussen zich tegelijkertijd op het ontwikkelen van hun leiderschapsvaardigheden en teamspirit. Als Europeaan verbaas ik me over de psychologische dynamieken en fanatieke cultuur rondom studentenactiviteiten op mijn Amerikaanse universiteit.

Betto Van Waarden studeerde in Amerika
Niet alleen het aanbod aan extracurriculaire activiteiten op mijn Amerikaanse universiteit is breed, veel activiteiten zijn dat zelf ook. Niet per se in fysieke handelingen, maar in hoe ze mentaal ervaren worden. Tijdens extracurriculaire activiteiten moet ik vaak denken aan een stand-up comedian die ooit grapte: ‘Amerikanen bedrijven sport om hun sociale vaardigheden te verbeteren, hun stress te verminderen, hun leiderschapspotentie te ontwikkelen, hun spieren te versterken, hartproblemen te voorkomen, een goed figuur te krijgen, en hun zelfvertrouwen te stimuleren. Europeanen bedrijven sport om gewoon punten te scoren in een wedstrijd’. Je kunt dus niet ridder spelen omdat je van de middeleeuwen houdt of kaas eten bij de cheese club omdat je honger hebt, je moet mentaal tegelijk met tien verwante activiteiten bezig zijn.
Het meest extreme voorbeeld van de diversiteit in activiteiten vind ik de College Outdoors club. Binnen College Outdoors heb je om te beginnen een brede selectie aan avontuur. Ik neem bijvoorbeeld deel aan meerdere wandelingen in de bergen of aan de ruige kust van Oregon, ga kajakken en langlaufen, doe een kompasclinic (beetje padvinderig), doe een spoedcursus raftgids worden en volg een week lang training in medisch handelen in de wildernis onder leiding van twee voormalige parachutisthospiks uit het Amerikaanse leger. In een lawinecursus kun je bovendien leren hoe je lawines overleeft en tijdens een sneeuwsurvivalweekend kun je iglo’s bouwen, maar daar ben ik een te grote kou-kleum voor. College Outdoors heeft een goed georganiseerd programma en een warenhuis vol outdoormaterialen, kleding en voertuigen.
Zoals de comedian aangeeft, gaat het Amerikanen echter niet alleen om de activiteiten. Altijd als ik met College Outdoors op een berg of in een bos ben, nemen we met z’n allen uitgebreid de biologische kenmerken van de omgeving door, wisselen we af met leidertje spelen, doen we teamopdrachten om de samenwerking te bevorderen en praten we uitgebreid over het belang van de natuur en het behouden ervan. Ik vind de outdooractiviteiten geweldig, maar soms wil ik zo graag alleen dat doelpuntje scoren en gewoon van de natuur genieten zonder al die poespas over leiderschap en milieu-moraliteit.
Al op mijn eerste tocht met de College Outdoors val ik met mijn neus in de boter. Na een dag leiderschap en ethiek zitten we in een kringetje om het kampvuur en kondigt de expeditieleider een rondje highs and lows aan. Om de beurt worden we verwacht het beste en slechtste moment van onze dag met de andere expeditieleden te delen. Als nuchtere Hollander ben ik het echter niet gewend mijn gevoelens met Jan en alleman te bespreken, al helemaal niet als ik Jan pas een dag ken. Ik weet niet wat me overkomt. ‘Zit ik in groepstherapie hier? Gaan we elkaar zo meteen een group hug geven?’ gaat er door mijn hoofd.
Het psychologische aspect blijkt op de kampeertochten vaste prik te zijn, maar ik raak er nooit helemaal aan gewend. Toch vind ik het geen slecht idee. De weliswaar geforceerde intimiteit met nieuwe medestudenten zorgt voor een sterkere band met elkaar en helpt de meer verlegen studenten om gemakkelijker sociale barrières te doorbreken. Veel studenten met wie ik voor de introductieweek een week de bergen in geweest ben, zijn na vier jaar nog goede vrienden. De outdooractiviteiten zijn voor Europese begrippen soms afgezaagd, maar ze zijn een vriendelijk alternatief voor de ontgroening in Vlaanderen en Nederland die ook het creëren van een sociale band onder nieuwe studenten door middel van gezamenlijk afzien tot doel heeft. Ik raft liever op een wilde rivier een Amerikaanse woestijn door dan zonder slaap en onder geschreeuw van oudere studenten wc’s te moeten schrobben met een tandenborstel.
Amerikanen gaan overal op volle kracht tegenaan en daarom bijten ze zich vaak vast in bepaalde interesses en activiteiten. Ik ben op de campus een relatief uitzonderlijke zwerver die van de ene club of activiteit naar de andere trekt om overal een kijkje in de keuken te nemen en mensen te leren kennen. In tegenstelling tot veel Amerikanen associeer ik mijn identiteit daarom niet met een bepaalde hobby. Velen zijn of basketballer, of toneelspeler, of natuurfanaat. Na verloop van tijd verlies ik daarom de band met veel anderen die dezelfde activiteiten ondernemen. Bij mij ontbreekt de betrokkenheid, niet wat de activiteit zelf betreft, maar de cultuur eromheen. De beperkte identiteit van veel studenten is een opvallende paradox binnen de filosofie van de Amerikaanse liberal arts opleiding, die juist tot doel heeft om de identiteit van studenten door middel van extracurriculaire activiteiten te verbreden.

Betto Van Waarden schreef een boek over zijn ervaringen als student in Amerika